De luchtdruk rondom het voorwerp verandert een klein beetje, waardoor de trillingen zich in alle richtingen bewegen.
De trillingen bewegen door een tussenstof naar jouw oren.
Meestal is die tussenstof lucht
Slide 15 - Diapositive
Tussenstof
De tussenstof is vaak lucht, maar niet altijd.
De tussenstof kan ook een vast stof of vloeistof zijn.
De snelheid van geluid is afhankelijk van de tussenstof
In de lucht is de geluidsnelheid ongeveer 340 m/s
Slide 16 - Diapositive
Slide 17 - Diapositive
Slide 18 - Vidéo
1) Wat gebeurde hier? 2) Hoe kan dit?
Slide 19 - Question ouverte
Geluid kan zich niet verplaatsen in
A
Vaste stoffen
B
Gassen
C
Luchtledige
D
Vloeistoffen
Slide 20 - Quiz
Geluid verplaats door.....
A
Muziek
B
Elektronen
C
Golven
D
Neuronen
Slide 21 - Quiz
De geluidssnelheid is het grootst in?
A
Vaste stoffen
B
Vloeistoffen
C
Gassen
Slide 22 - Quiz
Geluid horen
De trillingen/geluidsgolven bereiken je oren.
Je trommelvlies gaat meetrillen met de geluidsgolven.
Je hersenen ontvangen een signaal van zintuigcellen waardoor je geluid 'hoort'
Slide 23 - Diapositive
Snelheid berekenen
Slide 24 - Diapositive
Afstand berekenen
Slide 25 - Diapositive
Slide 26 - Diapositive
Bij de volgende vragen ben je je aantekeningen schrift nodig.
Je maakt de opdrachten in je aantekeningen schrift in de les gaan we ze behandelen.
Slide 27 - Diapositive
Slide 28 - Diapositive
Slide 29 - Diapositive
Slide 30 - Vidéo
Wat hebben we net waargenomen?
De Shepard Tone is een auditieve illusie, waarbij het lijkt of een toon steeds blijft stijgen of dalen, maar dit eigenlijk niet doet.
Je drukt het aantal trillingen per seconde uit in hertz (Hz).
De laagste toon die je kan horen, noem je de onderste gehoorgrens.
De hoogste toon die je kan horen, is de bovenste gehoorgrens.
Het gebied tussen beide gehoorgrenzen heet het gehoorbereik.
Het geluidsniveau geeft aan hoe hard of hoe zacht een geluid is.
Je meet het in decibels (dB)
Slide 31 - Diapositive
Een microfoon is een ........
A
Geluidsbron
B
Geluidsontvanger
Slide 32 - Quiz
Het menselijk gehoor kan geluiden horen met een frequentie tussen ....
A
20 en 2000 Hz
B
20 en 30000 Hz
C
10 en 20000 Hz
D
20 en 20000 Hz
Slide 33 - Quiz
Geluid komt van de geluidsbron via de lucht in je oor
A
waar
B
niet waar
Slide 34 - Quiz
Geluid kan zich alleen verplaatsten door lucht
A
waar
B
niet waar
Slide 35 - Quiz
Afsluiting
1) Geef een korte samenvatting van deze les. 2) Stel een vraag over deze les. 3) Beantwoord de gestelde vraag. 4) Noem een leerdoel en geef aan of we dit hebben behaald.
Slide 36 - Diapositive
Huiswerk
Maak nu de opdrachten uit je boek, zoals je dit met je docent hebt afgesproken.