Les 08 - Argumentatieschema's

Argumentatieschema's

Leesvaardigheid vwo 4
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Argumentatieschema's

Leesvaardigheid vwo 4

Slide 1 - Diapositive

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- waarop argumenten kunnen worden gebaseerd; 
- wat we onder argumentatieschema's verstaan; 
- welke argumentatieschema's we onderscheiden. 

Slide 2 - Diapositive

We bespreken een deel van het huiswerk

Slide 3 - Diapositive

Argumentatieschema's
Er zijn verschillende manieren waarop standpunten en argumenten zich tot elkaar kunnen verhouden. Het geheel van een standpunt met bijbehorende argumenten noemen we een argumentatieschema. Hiervan onderscheiden we er grofweg zes. 

Slide 4 - Diapositive

Argumentatie op basis van oorzaak en gevolg
Hierbij ga je ervan uit dat een bepaalde gebeurtenis zal leiden tot iets anders. 

Wij komen nooit meer op tijd (standpunt;gevolg), deze file staat tot Utrecht (argument;oorzaak) 

Slide 5 - Diapositive

Argumentatie op basis van kenmerk of eigenschap
Hiervan is sprake als je ervan uitgaat dat als alle onderdelen van een bepaalde groep een kenmerk hebben, ook alle losse onderdelen van die groep dat kenmerk hebben. 

Je moet handschoenen gebruiken als je een anti- kalkmiddel gebruikt bij het schoonmaken (standpunt). Deze middelen zijn slecht voor je nagels. Ze kunnen er zelfs door oplossen (argument).

Slide 6 - Diapositive

Argumentatie op basis van voor- en nadelen
Bij dit type argumentatie worden de voor- en nadelen van een kwestie tegen elkaar afgewogen. Op basis van deze afwegen wordt een oordeel uitgesproken. Je kunt ook alleen voor- of nadelen gebruiken. 

De jaren van Dick Advocaat bij Feyenoord zijn een succes gebleken (standpunt): het voetbal zag er niet altijd even mooi uit, maar hij heeft wel tot twee keer toe Europees voetbal behaald (argumenten). 

Slide 7 - Diapositive

Argumentatie op basis van voorbeelden
Bij argumentatie op basis van voorbeelden gebruik je voorbeelden om je standpunt kracht bij te zetten.

De laatste paar jaar heeft PSV iedere competitiewedstrijd na een Europese overwinning verloren (argument). Ze zullen het dus moeilijk gaan krijgen (standpunt).

Slide 8 - Diapositive

Argumentatie op basis van vergelijking
Bij argumentatie op basis van vergelijking ga je uit van een overeenkomst tussen twee gevallen: omdat het in het ene geval zo is, zal het in het andere geval ook wel zo zijn. 

De prijzen voor kaartjes van voetbalwedstrijden zijn dit jaar bijna niet gestegen. Ik verwacht dan ook niet dat de tickets voor theatervoorstellingen duurder zullen worden (standpunt). Dat gebeurde de afgelopen jaren immers ook niet (argument)

Slide 9 - Diapositive

Argumentatie op basis van autoriteit
Als je je standpunt ondersteunt met een uitspraak van een deskundige of een uitspraak uit een gezaghebbende bron, is er sprake van een argumentatie op basis van autoriteit. 

Ik denk niet dat het Nederlands elftal deze zomer Europees Kampioen wordt (standpunt). Willem van Hanegem schat landen als Frankrijk en Duitsland veel hoger in (argument) 

Slide 10 - Diapositive

Welke twee argumentatieschema's?
In sommige gevallen is het beter om een zwangerschap te voorkomen. In mijn praktijk ben ik het volgende geval tegengekomen: een moeder die verslaafd is aan de cocaïne en die twee jongetjes heeft. Beiden zijn gehandicapt en liepen een hersenbeschadiging op door de verslaving van hun moeder. Zij zijn nu bij een pleeggezin ondergebracht en nu verwacht hun moeder een derde kind. De pleegmoeder kan het derde kind niet meer verzorgen, omdat zij haar handen al vol heeft aan die twee jongens. 

Naar: Ella Kalsbeek, NRC Handelsblad, 10 maart 2011

Slide 11 - Diapositive

Van welke twee
argumentatieschema's
was er in het voorgaande
fragment sprake?

Slide 12 - Carte mentale

Welk argumentatieschema?
Tijdens het kaften van de boeken zal ongetwijfeld de vraag zijn gesteld: ‘Waarom moet ik eigenlijk naar school?’ Zorgelijk genoeg is het antwoord van de regering – mama Marja net zo goed als eerder papa Plasterk – daarop steeds meer: ‘Om te leren rekenen en schrijven, schat.’ Dat rekenen en schrijven is dan nodig om later een baan te vinden, maar ook om als Nederland bij te blijven in de ratrace met de Chinezen en de Indiërs. Toch zou het antwoord eigenlijk moeten luiden dat je op school – als het goed is – zowel een liefde voor het leren als voor democratisch burgerschap ontwikkelt. Al eeuwen benadrukken filosofen, Socrates voorop, de intrinsieke waarde van het begrijpen, bestuderen, bekritiseren van de wereld om je heen voor het volledig mens zijn. 

Naar: Barbara Oomen, de Volkskrant, 22 augustus 2011

Slide 13 - Diapositive

Van welk argumentatieschema
was er in het voorgaande
fragment sprake?

Slide 14 - Carte mentale

Aan de slag
Maak nu de opdracht bij onderdeel 
7.2 Argumentatieschema's uit de reader. 

Slide 15 - Diapositive