2.4 Voor alle zekerheid les 1

2.4 Voor alle zekerheid
1 / 18
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 2

Cette leçon contient 18 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

2.4 Voor alle zekerheid

Slide 1 - Diapositive

Deze les: 
Stukje uitleg; 
- Wie gaat dat betalen
- Wel of niet verzekeren

Aan de slag met het huiswerk

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Sommige verzekeraars verzekeren geen fatbikes meer. Waarom?

Slide 4 - Question ouverte

Wie gaat dat betalen?
Is je fiets gestolen? Dan heb je pech en kost dit je geld.
  • Tenzij je de fiets verzekerd hebt.
  • Hiermee krijg je de financiële schade vergoed


  • Moet je dan alles verzekeren?
  • Dat ligt eraan:
  • - Risico; (= de kans dat je schade oploopt)
  • - Hoogte van het bedrag waar het om gaat
  • - Of je de schade zelf kunt betalen

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Welke verzekering sluit je af?
Verplichte verzekeringen zijn:
  • Zorgverzekering: tot 18 jaar bij je ouders/verzorgers
  • WA: wettelijke aansprakelijkheid voor schade aan een ander

Voorbeelden van vrijwillige verzekeringen zijn:
  • Fietsverzekering: tegen diefstal
  • Inboedel: voor schade aan spullen in huis
  • Reisverzekering

Slide 7 - Diapositive

HW voor vrijdag 6e uur
Opdracht 1 t/m 9 
In je eentje
15 minuten in stilte
Klaar? Samenvatten met de gele stukjes tekst
Vragen? Steek je vinger op
timer
15:00

Slide 8 - Diapositive

Polis en premie
Als bewijs dat je de verzekering hebt afgesloten, ontvang je een polis. Daarin staat wat je verzekerd hebt en hoe hoog de premie is. Ook krijg je een bijlage met uitleg over de verzekering, de polisvoorwaarden.

De premie is het bedrag dat je voor de verzekering moet betalen. Hoe meer risico, des te hoger de premie.



Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Eigen risico
Soms moet je een deel van de schade zelf betalen. Dat is het eigen risico.

Met een eigen risico hoeft de verzekeringsmaatschappij minder te vergoeden. Daarom hoef je dan minder premie te betalen.


Slide 11 - Diapositive

Opdrachten 2.4 maken
Ga naar bladzijde 60 van je boek
Lees de leerdoelen door en gebruik de uitleg
Geef antwoord op vraag 1 t/m 14 op bladzijde 60 t/m 65

Tijdens het maken van de opdrachten is het 15 minuten stil
Steek je vinger op als je een vraag hebt!
Klaar? Ga dan verder met de herhalings- of plusopdrachten 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Wie ontvangt de premie
A
verzekerde
B
verzekeraar

Slide 14 - Quiz

Voor een verzekering met eigen risico betaal je minder premie
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Bij het afsluiten van een verzekering kijk je ook of je de schade zelf zou kunnen betalen
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quiz

Je leent € 2.000. De rente is € 100. Hoeveel procent rente moet je betalen?
A
10%
B
20%
C
5%
D
15%

Slide 17 - Quiz

Wat heb je deze les geleerd?

Slide 18 - Question ouverte