Cette leçon contient 13 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 30 min
Introduction
Iedereen heeft vooroordelen. Dat is normaal. Maar waar komen vooroordelen eigenlijk vandaan? Hoe ga je er mee om? Aan de hand van een geanimeerde video krijgen leerlingen en/of studenten uitleg hierover en leren leerlingen en/of studenten die vragen te beantwoorden.
Ook zijn er twee extra video's van jongeren die met elkaar praten over wat vooroordelen met je doen en hoe je ermee om gaat.
Instructions
Tip: Bekijk van tevoren eerst zelf de video en bepaal of het nodig is om de video tijdens de les te pauzeren en toe te lichten.
Als opwarmer zou je met de leerling de afbeelding kunnen analyseren. Wat zou de afbeelding met vooroordelen te maken kunnen hebben?
Bij de nabespreking kun je stilstaan bij de volgende kernwoorden: hokjes denken, snelle oordeel, in- en out groep, wij/zij denken, indelen in groepen, etc.
Lesdoelen. Na deze les kun je...
..omschrijven wat een stereotype is.
..beschrijven hoe denken in stereotypen hun eigen denken en handelen beïnvloedt.
..benoemen wat het verschil is tussen een stereotypen en discriminatie
Slide 2 - Diapositive
Deze slide bevat een korte lesbeschrijving voor de leerling.
Als opwarmer zou je met de leerling de afbeelding kunnen analyseren. Wat zou de afbeelding met vooroordelen te maken kunnen hebben?
Bij de nabespreking kun je stilstaan bij de volgende kernwoorden: hokjes denken, snelle oordeel, in- en out groep, wij/zij denken, indelen in groepen, etc.
Slide 3 - Vidéo
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat weet je van vooroordelen?
Slide 4 - Diapositive
Deze slide bevat de introductie van het thema.
Als opwarmer zou je met de leerling de afbeelding kunnen analyseren. Wat zou de afbeelding met vooroordelen te maken kunnen hebben?
Bij de nabespreking kun je stilstaan bij de volgende kernwoorden: hokjes denken, snelle oordeel, in- en out groep, wij/zij denken, indelen in groepen, etc.
Heeft iedereen vooroordelen?
Slide 5 - Diapositive
Deze slide bevat de introductie van het thema.
Als opwarmer zou je met de leerling de afbeelding kunnen analyseren. Wat zou de afbeelding met vooroordelen te maken kunnen hebben?
Bij de nabespreking kun je stilstaan bij de volgende kernwoorden: hokjes denken, snelle oordeel, in- en out groep, wij/zij denken, indelen in groepen, etc.
Wie is de crimineel?
Rijkste man ter wereld
Burgemeester van Haarlem
Directeur MyTalent
Crimineel
Slide 6 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wie is de crimineel?
Slide 7 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wie is de crimineel?
Burgemeester
van Haarlem
1 van de rijksten
van de wereld
Directeur
MyTalent
Crimineel
Slide 8 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Wat is een stereotype?
Een stereotype is een overdreven beeld van een groep mensen dat vaak niet (volledig) overeenkomt met de werkelijkheid.
Het is vaak een vooroordeel of negatief denkbeeld. Als mensen dit beeld voor waar aannemen, is er kans op discriminatie.
Slide 9 - Diapositive
Deze slide bevat een korte lesbeschrijving voor de leerling.
Als opwarmer zou je met de leerling de afbeelding kunnen analyseren. Wat zou de afbeelding met vooroordelen te maken kunnen hebben?
Bij de nabespreking kun je stilstaan bij de volgende kernwoorden: hokjes denken, snelle oordeel, in- en out groep, wij/zij denken, indelen in groepen, etc.
discriminatie
Discriminatie is in de wet verboden. In artikel 1 van de Grondwet staat dat iedereen die zich in Nederland bevindt in gelijke gevallen gelijk moet worden behandeld. Discriminatie wegens godsdienst, levensovertuiging, politieke gezindheid, ras, geslacht of op welke grond dan ook, mag niet.
Discriminatie is strafbaar
Slide 10 - Diapositive
Cet élément n'a pas d'instructions
Een stereotype is bijvoorbeeld:
Mannen kunnen beter autorijden dan vrouwen.
Gothics zijn allemaal eenzaam en depressief; daarom hebben ze altijd zwarte kleren aan.
Vrouwen die meer dan 20 uur per week werken, zijn geen goede moeders.
Slide 11 - Diapositive
Deze slide bevat een korte lesbeschrijving voor de leerling.
Als opwarmer zou je met de leerling de afbeelding kunnen analyseren. Wat zou de afbeelding met vooroordelen te maken kunnen hebben?
Bij de nabespreking kun je stilstaan bij de volgende kernwoorden: hokjes denken, snelle oordeel, in- en out groep, wij/zij denken, indelen in groepen, etc.