Slaap je fit!

• Voeding
• MBO
• Studiejaar 2

P 4 VBF

• P4 werken aan examen

Slaap je fit!

Leerdoel

Aan het eind van deze les weet je waarom slaap belangrijk is en hoe je beter kunt slapen.

Vertel de leerlingen wat ze kunnen verwachten van deze les en waarom het belangrijk is om goed te slapen.

Wat weet jij al over het belang van slaap?

Hoeveel slaap heb je nodig?

Een volwassene heeft gemiddeld 7-9 uur slaap per nacht nodig.

Vraag aan de leerlingen hoeveel uur slaap zij gemiddeld per nacht krijgen en bespreek waarom voldoende slaap belangrijk is.

Slaapcyclus

Een slaapcyclus duurt ongeveer 70-90  minuten en bestaat uit verschillende fasen.

Leg uit wat een slaapcyclus is en wat de verschillende fasen zijn. Laat eventueel een afbeelding zien.

Zoek op wat de kenmerken zijn van elke fase

Wat gebeurt in fase I

Wat gebeurt in fase II

Wat gebeurt in fase III

Wat gebeurt in fase IV

Slaaptekort

Slaaptekort kan leiden tot vermoeidheid, concentratieproblemen en gezondheidsproblemen op lange termijn.

Beschrijf de negatieve gevolgen van slaaptekort en vraag aan de leerlingen of zij wel eens last hebben gehad van deze symptomen.

Tips voor beter slapen

Zorg voor een rustige slaapomgeving, vermijd cafeïne en alcohol voor het slapen gaan en zorg voor regelmatige bedtijden.

Beschrijf en bespreek verschillende tips voor beter slapen. Vraag aan de leerlingen of zij nog andere tips hebben.

Slaapstoornissen

Slaapstoornissen zoals slapeloosheid en slaapapneu kunnen leiden tot ernstige gezondheidsproblemen.

Beschrijf verschillende slaapstoornissen en leg uit wat de gevolgen kunnen zijn. Bespreek wanneer het belangrijk is om naar de dokter te gaan.

Slaap en prestaties

Een goede nachtrust is belangrijk voor het geheugen, de concentratie en de productiviteit.

Beschrijf hoe slaap van invloed is op de prestaties van leerlingen. Bespreek hoe leerlingen beter kunnen presteren door voldoende slaap.

Slaapquiz

Test je kennis over slaap met deze quiz!

Laat de leerlingen individueel of in groepjes deelnemen aan de slaapquiz. Bespreek na afloop de antwoorden en bespreek wat de leerlingen hebben geleerd.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.