Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Vermenigvuldigen met breuken
Slide 1 - Diapositive
Er zaten 12 broodjes in een zak. Er zitten nu nog 4 broodjes in de zak. Welk deel van de broodjes zit nog in de zak?
A
1/2
B
1/3
C
1/4
D
1/5
Slide 2 - Quiz
6 van de 10 stukken pizza zijn opgegeten. Welk deel van de pizza is opgegeten?
A
2/3
B
3/4
C
3/5
D
4/6
Slide 3 - Quiz
Een winkel heeft 60 soorten schoenen, waaronder 20 soorten sneakers. Welk deel van de soorten schoenen zijn sneakers?
Slide 4 - Question ouverte
Doel
De leerling past breuken toe bij het berekenen van de verhouding
Slide 5 - Diapositive
Wanneer is dit doel voor jou behaald?
Slide 6 - Question ouverte
Instructie voorbeeld
Er zitten 15 vogels in een kooi.
1/3 van de vogels is een parkiet.
Hoeveel parkieten zitten er in de kooi?
Slide 7 - Diapositive
Slide 8 - Diapositive
Voorbeeld
Kevin maakt 64 broodjes klaar. Hij moet 1/8 van de broodjes met ei beleggen. Hoeveel broodjes moet Kevin met ei beleggen?
De juf doet het voor.
Slide 9 - Diapositive
Voorbeeld
1/6 van de 24 leerlingen heeft een onvoldoende gehaald. Hoeveel leerlingen hebben een onvoldoende gehaald?
Leerling doet voor.
Slide 10 - Diapositive
De stappen zijn...
Stap 1: Het totaal (hele getal) delen door de onderste breuk
Stap 2: De uitkomst vermenigvuldigen met de bovenste breuk
Slide 11 - Diapositive
Een kwart van de 16 patiënten heeft een botbreuk. Hoeveel patiënten hebben een botbreuk?
Slide 12 - Question ouverte
De benzinetank is voor de helft vol. Er kan 60 liter in de tank. Hoeveel liter zit er in de benzinetank?
Slide 13 - Question ouverte
1/12 van de 48 borden zijn al gewassen. Hoeveel borden zijn er al gewassen?
Slide 14 - Question ouverte
1/5 van de 10 bomen worden gekapt. Hoeveel bomen worden er gekapt?
Slide 15 - Question ouverte
Welke 2 stappen maak je bij het vermenigvuldigen met breuken?
Slide 16 - Question ouverte
In een fabriek controleert een machine of de etiketten goed op de potten zijn geplakt. Per dag controleert de machine 50000 potten. Bij 1 op de 50 potten is het etiket verkeerd opgeplakt. Bij hoeveel potten per dag is het etiket verkeerd opgeplakt?
Slide 17 - Question ouverte
1 op de 3 scooters heeft dit jaar een boete gehad. Er zijn 300 scooters. Hoeveel boetes zijn er uitgedeeld?
Slide 18 - Question ouverte
15 medailles zijn gewonnen door vrouwen. Hoeveel medailles won Nederland in totaal?
Slide 19 - Diapositive
Hoeveel medailles won Nederland in totaal?
Slide 20 - Question ouverte
2 van de 3 vogels zijn duiven. Er zijn 20 duiven. Hoeveel vogels zijn er in totaal?