Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Hst 4 BS 2 Geluidssterkte
Slide 1 - Diapositive
Eigenschappen van geluid
Geluid kan hard of zacht klinken. Dat noem je geluidssterkte.
Geluid kan ook hoog of laag zijn. Dat noem je toonhoogte.
Slide 2 - Diapositive
Geluidssterkte
Eenheid waarin geluidssterkte gemeten wordt: decibel
Wordt gemeten met een decibelmeter
meer dan 90 dB = schadelijk voor je gehoor
Slide 3 - Diapositive
Geluidssterkte
Hoe harder een geluid hoe hoger het aantal decibel.
Dit wordt gemeten met een decibelmeter.
Grootheid: geluidssterkte
Eenheid: Decibel (dB)
Slide 4 - Diapositive
Meten van geluidssterkte
Hoe verder je weg bent van een geluidsbron, hoe zachter het geluid.
De richting waarin je meet is daarbij ook belangrijk.
Slide 5 - Diapositive
Meten van geluidssterkte
Slide 6 - Diapositive
Geluiden vanaf 90 decibel kunnen leiden tot gehoorschade! Daarbij ligt het er aan hoe lang je deze geluidssterkte hoort.
Bij een geluid met een geluidssterkte van 140 dB krijg je meteen gehoorschade! Dit voel je dan ook als pijn.
Slide 7 - Diapositive
Gehoorschade
Eenmaal opgelopen gehoorschade gaat nooit meer weg.
Er zijn allemaal littekentjes ontstaan op het trommelvlies, deze zijn blijvend.
Als er gehoorschade is dan kun je minder geluiden horen.
Slide 8 - Diapositive
Gehoorbescherming
Draag bij te harde geluiden (boven 80 dB) altijd gehoorbescherming.
Bijvoorbeeld tijdens een concert en bij het afschieten van vuurwerk.
Op sommige plekken is gehoorbescherming zelfs verplicht:
Slide 9 - Diapositive
Van welk geluid heb jij last ?
Slide 10 - Diapositive
Maatregelen tegen geluidsoverlast
Asfalt gebruiken dat minder lawaai maakt
Stillere autobanden
Langzamer rijden met auto's
Geluidswal of geluidsscherm, hierbij wordt het geluid teruggekaatst
Geluidsisolatie door zachte materialen te gebruiken. Deze materialen nemen de trillingen op. Dit heet absorberen (net zoals een spons water kan opnemen)
Slide 11 - Diapositive
Hoe heet het velletje dat gaat trillen als je geluid hoort?
A
gehoorgang
B
slakkenhuis
C
oorschelp
D
trommelvlies
Slide 12 - Quiz
In welke eenheid wordt het volume van geluid gemeten?
A
meter
B
dB
C
dm
D
cm
Slide 13 - Quiz
Geluiden van 80 dB (bromfiets) kunnen gehoorschade opleveren als je 8 uur aan zulk geluid wordt blootgesteld
A
Dat is zo
B
Dat is onzin
Slide 14 - Quiz
Wat voorkom je door het dragen van gehoorbeschermers?
Slide 15 - Question ouverte
De decibelmeter gebruik je bij het meten van
A
een toon
B
een trilling
C
een geluidssterkte
D
een isolatie
Slide 16 - Quiz
Dus:
Hoe hoger de geluidssterkte hoe harder het geluid.
Geluid kan versterkt worden met een klankkast of met een versterker
Geluidssterkte meet je in Decibel (dB)
Bij het meten van geluidssterkte is de afstand tot de geluidsbron belangrijk en de richting waarin je meet
Slide 17 - Diapositive
En ook:
Gehoorbeschadiging ontstaat als je te lang geluid hoort van 90 dB of meer
gehoorbeschadiging gaat nooit meer weg
als je geluid hoort van 140 dB krijg je meteen gehoorbeschadiging
Slide 18 - Diapositive
En dit ook nog!
Geluidsoverlast kun je tegengaan: isolatie, wegkaatsen en minder geluid maken
voor geluidsisolatie gebruik je materialen die de geluiden absorberen
gehoorbeschadiging kun je ook tegengaan met gehoorbeschermers