Leenwoorden en etymologie

1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsBasisschoolGroep 8

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 8 vidéos.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Vandaag
  • 10 minuten lezen
  • Leerdoelen
  • Leenwoorden
  • Etymologie
  • Aan de slag!
  • Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Lien

Lesdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe leenwoorden in de taal terechtkomen
  • Je kunt de etymologie van woorden onderzoeken.

Slide 4 - Diapositive

In hoeverre denk je dat het Nederlands is veranderd in vergelijking met vroeger?

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Vidéo

Welke tafelmanieren zag je in het filmpje voorbij komen?

Slide 7 - Question ouverte


Slide 8 - Diapositive

Lesdoelen
- Je kunt uitleggen hoe leenwoorden in een taal belanden.
- Je kunt de etymologie van enkele woorden onderzoeken.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

0

Slide 11 - Vidéo

Noteer zoveel mogelijk sporttermen
die het Nederlands heeft overgenomen uit het
Engels.

Slide 12 - Carte mentale

Noem woorden die met de computer te maken hebben die wij lenen uit het Engels

Slide 13 - Carte mentale

Welke leenwoorden ken jij?

Slide 14 - Carte mentale

Hoe komt het dat het Nederlands zoveel leenwoorden heeft?

Slide 15 - Question ouverte

Leenwoorden
Door de verschillende culturen en ontwikkelingen in Nederland bestaat onze taal uit een mengsel van allerlei talen.
Die woorden noemen we leenwoorden.

Etymologie is de studie die onderzoek doet naar de herkomst van woorden en uitdrukkingen.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Vidéo

Taalpuristen
Taalpuristen willen hun taal puur houden. Er mag zo min mogelijk invloed van buitenaf de taal verloederen, zoals Engelse woorden of straattaal.

Slide 18 - Diapositive

De Nederlandse taal verloedert.
Eens
Oneens

Slide 19 - Sondage

Etymologie
Wat denken jullie dat etymologie betekent?

Slide 20 - Diapositive

De etymologie van 'bro'

bro - (goede vriend)


G.J. van Wyk (2003), Etimologiewoordeboek van Afrikaans, Stellenbosch

3bra s.nw.


Bloedbroer, goeie vriend.

Uit Eng. bro (1666), 'n verkorting in die geselstaal van brother 'broer'.




Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Vidéo

Opdracht

Zoek voor een van de volgende woorden uit hoe het is ontstaan:

  • yoghurt
  • mannequin
  • gozer
  • soja


Ga naar http://www.etymologiebank.nl

Slide 23 - Diapositive

Bedenk in een groepje zoveel mogelijk woorden die een buitenlandse herkomst hebben!

Slide 24 - Diapositive

Jongerentaal wordt gekenmerkt Door een eigen woordenschat. Welk onderstaand woord is het oudst?
A
Cool
B
Chill
C
Gaaf
D
Onwijs

Slide 25 - Quiz

Jongerentaal
C: gaaf (1973)

D: onwijs (1985)

A: cool (1989)

B: chill (2018)


Slide 26 - Diapositive

0

Slide 27 - Vidéo

Straattaal
- Omgangstaal onder jongeren (vooral in steden)
- Inlvoeden uit Marokkaans-Arabisch, Surinaams, Engels en Turks
- Wijkt af van de standaardtaal op het gebied van woordenschat, uitspraak en grammatica ('de meisje')

Slide 28 - Diapositive

0

Slide 29 - Vidéo

Welke buitenlandse taal overheerst in de Haagse straattaal?
A
Marokkaans-Arabisch
B
Sranantongo (Surinaams)
C
Papiaments
D
Turks

Slide 30 - Quiz

Nederlands als tweede taal
- Nederlands geen wereldtaal
- 24 miljoen sprekers (Engels 378 miljoen)




- NT2 = Nederlands als tweede taal

Slide 31 - Diapositive

0

Slide 32 - Vidéo

Veelgemaakte taalfouten 
1. Doe is normaal!
2. Hun gaan op de fiets naar school.
3. Me oma is morgen jarig.
4. Ik ken voetballen.
5. Een meisje die graag rokjes draagt.


Slide 33 - Diapositive

Zijn er nog vragen ?

Slide 34 - Diapositive

Aan de slag
Over taal - blok 4: 
opdracht 2 t/m 9

Klaar? Lezen in je leesboek

Slide 35 - Diapositive

Even checken
  1. Je herkent de stijlfout foutief pleonasme
  2. Je herkent de stijlfout foutief tautologie
  3. Je kunt uitleggen hoe leenwoorden in de taal terechtkomen
  4. Je kunt de etymologie van woorden onderzoeken.

Slide 36 - Diapositive