Week 13 tekst, woordbenoeming

Wat is een tekstdoel bij non-fictieve tekst? blz 38
A
informerende tekst
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
aansporen
1 / 17
suivant
Slide 1: Quiz
NederlandsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Wat is een tekstdoel bij non-fictieve tekst? blz 38
A
informerende tekst
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
aansporen

Slide 1 - Quiz

Wat is GEEN tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
overhalen
D
verkennen

Slide 2 - Quiz

Wat is een tekstsoort?
A
nieuwsbericht
B
mening geven
C
betogende tekst
D
advertentie

Slide 3 - Quiz

Wat zijn tekstvormen?
A
nieuwsbericht
B
uiteenzetting
C
achtergrond artikel
D
aansporende tekst

Slide 4 - Quiz

Tekstdoel?
Tekstvorm?
A
informeren
B
uitleg geven
C
recept
D
recensie

Slide 5 - Quiz

Tekstdoel?
Tekstdoel van het sprookje Roodkapje?

Slide 6 - Diapositive

Welk tekstdoel 
Welk tekstdoel?

Slide 7 - Diapositive


Tekstsoort ?
A
Amuserende tekst
B
Overtuigende tekst
C
Aansporende tekst
D
Informerende tekst

Slide 8 - Quiz

Tekstsoort/-vorm?

Slide 9 - Question ouverte

Wat is de tekstvorm?
A
aankondiging
B
nieuwsbericht
C
artikel
D
oproep

Slide 10 - Quiz

Welke tekstsoort?
A
informatieve tekst
B
betogende tekst
C
activerende tekst
D
amuserende tekst

Slide 11 - Quiz

Wat voor tekstsoort is dit?
A
uiteenzettende tekst
B
betogende tekst
C
informatieve tekst
D
verhalende tekst

Slide 12 - Quiz

Welke tekstsoort?
A
informatieve tekst
B
activerende tekst
C
amuserende tekst
D
betogende tekst

Slide 13 - Quiz


Tekstsoort?
A
Amuserende tekst
B
Informerende tekst
C
Aansporende tekst

Slide 14 - Quiz

Huiswerk di 6 april
L; blz 38 Tekstdoelen, tekstsoorten, tekstvormen
M: kies uit week 13 een bestand : tekst, woordsoorten, ww-spelling

Slide 15 - Diapositive

0

Slide 16 - Vidéo

keuzebord woordbenoemen:
Kies de kleur van de onderdelen waarmee je wilt oefenen:

lw / znw / bnw
Bestudeer de dia's met een paarse stip als je meer wilt oefenen met het lidwoord, het zelfstandig naamwoord of het bijvoeglijk naamwoord.
Bekijk het filmpje en maak de opdrachten in je werkboekje.
voorzetsels
Bestudeer de dia's met een gele stip als je meer wilt oefenen met voorzetsels.
Bekijk het filmpje en maak de opdrachten in je werkboekje.
pers.vnw / bez. vnw
Bestudeer de dia's met een gele stip als je meer wilt oefenen met persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden.
Bekijk het filmpje en maak de opdrachten in je werkboekje.
werkwoorden
Bestudeer de dia's met een oranje stip als je meer wilt oefenen met werkwoorden.
Bekijk het filmpje en maak de opdrachten in je werkboekje.

Slide 17 - Diapositive