wk13 Introductieles en fictie (boekjes uit kast pakken)

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Introles

Periode 3

Planning

• Planner periode 3 doornemen
  
• Toets bespreken
  
• Herhaling: begrippen fictie
• Oefenblad zinsontleding/woordsoortbenoeming

Periode 3

• Een boek lezen: iedereen gaat naar de bibliotheek en neemt volgende week een leesboek mee.
  
• Week 16 (donderdag 20 april): schrijven 4 inleveren
  
• Week 23: toets spreken 2
  
• Week 24: toets werkwoordspelling
  
• Toetsweek: toets lezen 4

Herhaling: begrippen fictie

Schrijf op wat je nog weet over de volgende begrippen:

• Thema
  
• Hoofdpersoon
  
• Bijfiguur
  
• Genre 

Hoofdpersoon

Bijfiguur

Je leest (vaak) de gedachten en gevoelens deze persoon.

Je leert dit personage nauwelijks kennen.

Dit personage maakt een ontwikkeling door. Hij of zij verandert.

Je leest niet de gedachten en gevoelens van dit personage.

Je leert deze persoon echt goed kennen.

Je kunt meeleven of je inleven in dit personage.

Dit personage maakt nauwelijks een ontwikkeling door. Hij of zij blijft hetzelfde.

Je leeft niet mee met dit personage

Personages 

Genre en thema 

Genre en thema 

Welke genres zijn niet-realistisch?

Oefenen

1. Wat is het genre van deze film?
2. Wat zijn de thema's van deze film?
3. Wanneer speelt deze film zich af?
4. Waar speelt deze film zich af?

Lekker lezen

Lees het verhaal en beantwoord vervolgens de vragen.

1. Benoem de personages van dit verhaal. Wat weet je over ze? Zijn het hoofdpersonen of bijfiguren?
2. Welke thema's horen bij dit verhaal?
3. Waar en wanneer speelt het verhaal zich af?
4. Schrijf een korte samenvatting van het verhaal