De was (1)

De Was
1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
Zorg en WelzijnPraktijkonderwijsLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

De Was

Slide 1 - Diapositive

Lesprogramma
Korte herhaling
Uitleg behandelingsetiket


Slide 2 - Diapositive

Doelen
  • Je kunt het verschil benoemen tussen een behandelingsetiket en een samenstellingsetiket.
  • Je kan van verschillende stoffen eigenschappen en de herkomst benoemen.
  • Je kan beschrijven hoe je de was moet sorteren en drogen.




Slide 3 - Diapositive

Wat zijn natuurlijke materialen?

Slide 4 - Diapositive

natuurlijke vezels

Wol = schaap, alpaca, konijn, geit, lama
zijde = van de zijderups (cocon)
leer = koe, varken, hert, lam, kalf, krokodil,slang, haaien roggen
katoen= katoenplant
linnen = vlasplant
Synthetische vezels

 acryl, polyamide en polyester
worden gemaakt van aardolie/aardgas met behulp van industrie.

Slide 5 - Diapositive

Je kleding kan gemaakt zijn van natuurlijk materiaal 

  • Katoenplant - katoen
  • Vlas - linnen
  • Huid van dieren - leer
  • Vacht schaap - wol
  • zijde 

Slide 6 - Diapositive

plantaardige stoffen
Katoen: Katoen komt van het zaadpluis van de katoenplant. Katoen is erg sterk, makkelijk te wassen. Het neemt snel vocht op en voelt lekker aan.

Slide 7 - Diapositive

wol
Vacht van dieren
Wol houdt warmte goed vast.
Speciaal wasprogramma
verkeerd wassen= krimpen en harde stof



Slide 8 - Diapositive

zijde
Zijde moet je erg voorzichtig wassen.


Afkomstig van het cocon van de zijderups.

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Welke synthetische stoffen ken jij?

Slide 11 - Diapositive

Synthetische garen





.

Sterk, licht en sneldrogend
mogelijkheid tot maken van speciale  lichte sportkleding en waterdichte regenkleding


Worden vaak gemaakt met wol/katoen

Synthetische stoffen smelten, waardoor lelijke brandwonden ontstaan.


Viscose- Polymide- polyester


Slide 12 - Diapositive

Het etiket
Het merk
De maat
Grondstoffen
wasvoorschrift

Slide 13 - Diapositive

Samenstellingsetiket

Slide 14 - Diapositive

behandelingsetiket

Slide 15 - Diapositive

Wat zeggen die symbolen?
Bladzijde 150

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

was sorteren
De kleur van het kledingstuk.

De temperatuur waarop de kleding gewassen kan worden.

De grondstof van het kledingstuk

Hoe vuil kleding is en of er speciale vlekken in zitten.

Slide 18 - Diapositive

was drogen
Hangen aan de lijn (binnen of buiten)
liggend drogen
was droger

Slide 19 - Diapositive

Wassen
Handwas
wasmachine
blz 156

Slide 20 - Diapositive

3.7
Strijken en vouwen
Symbolen
Hoe meer stipjes hoe heter.

Slide 21 - Diapositive

3.8
Het milieu
Wastips
Zuinig met water,
Zuinig met wasmiddel
lage temperaturen

Slide 22 - Diapositive

3.9 Ergonomie
Wat is dit?

Slide 23 - Diapositive

Waar kan kleding van gemaakt zijn?

Slide 24 - Carte mentale

Wat staat er vaak op het kledingetiket?
A
Maat, merk, wasvoorschrift, grondstoffen
B
wasvoorschrift, de naam en plaats van de winkel.
C
katoen, hoe je het moet wassen, het merk
D
symbolen

Slide 25 - Quiz

Wasvoorschrift
Wat betekend het streepje onder het teiltje?
A
niet strijken
B
antikreuk
C
niet chemisch behandelen
D
handwas

Slide 26 - Quiz

Vacht van welke dieren kan gebruikt worden als wol?

Slide 27 - Question ouverte

Wasvoorschriftsymbolen:
Waar staat het rondje voor?
A
Wassen
B
strijken
C
chemisch wassen/stomen
D
drogen

Slide 28 - Quiz

Wasvoorschriftsymbolen:
waar staat het driehoekje voor?
A
wastrommel
B
Stomen
C
wasmachine
D
Bleken

Slide 29 - Quiz

Welke stoffen mag je heet strijken (3 stipjes)
A
katoen, linnen en viscose
B
acryl, nylon
C
wol
D
polyester, fleece

Slide 30 - Quiz

Wasvoorschriftsymbolen:
Waar staat het vierkantje met een streep in het midden voor?
A
hangend drogen
B
strijkijzer op standje 1
C
liggend drogen
D
wasmachine niet te vol

Slide 31 - Quiz

Waarom is fleece niet goed voor het milieu?

Slide 32 - Question ouverte

Doelen
  • Je kan een etiket lezen en begrijpen.
  • Je kan van verschillende stoffen eigenschappen en de herkomst benoemen.
  • Je kan beschrijven hoe je de was moet sorteren en drogen.




Slide 33 - Diapositive

Heb je de doelen van de les behaald?
A
JA
B
NEE

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Lien