HAVO 3 - Werkwoordspelling - les 1 - herhaling H2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

WERKWOORDSPELLING

Programma

• Lesdoelen
• Ophalen kennis (Quizje)
• Herhaling theorie H2
• Quizje (formatief evalueren)
• Huiswerk & Afsluiting

Lesdoelen:

Ik weet/kan:

• wat sterke en zwakke werkwoorden zijn
• de verschillende vormen van een werkwoord herkennen (theorie te vinden in W1.2)
• de regels toepassen voor een juiste spelling van de werkwoorden

Is de werkwoordsvorm in de zin een persoonsvorm of een andere werkwoordsvorm?

Morgen KOM ik bij je logeren.

1. persoonsvorm
2. andere werkwoordsvorm

Vul de juiste vorm van het werkwoord in.

Steven .... (bevinden) zich aan de andere kant van de wereld.

Wat is de ik-vorm van het werkwoord?

beantwoorden

1. beantwoordt
2. beantwoor
3. beantwoord

Welke combinatie van persoon, getal en tijd zie
je in de zin?

Ik ben gisteren ziek naar huis gegaan.

1. 1e persoon enkelvoud tegenwoordige tijd
2. 1e persoon enkelvoud verleden tijd
3. 1e persoon enkelvoud voltooide tijd
4. 1e persoon meervoud voltooide tijd

Welke werkwoordsvormen zie je in de zin?

Jouw ouders ZIJN al jaren GESCHEIDEN.

1. persoonsvorm & hele werkwoord
2. persoonsvorm & voltooid deelwoord
3. hele werkwoord & voltooid deelwoord

Bevat de zin een sterk of een zwak werkwoord?

Emiel voelt een grote bult op zijn hoofd.

1. een sterk werkwoord
2. een zwak werkwoord

Werkwoorden

De allerbelangrijkste en allereerste vraag die je jezelf moet stellen bij het schrijven van werkwoorden is: 

HEB IK TE MAKEN MET EEN PERSOONSVORM?

Werkwoordsvormen

Een werkwoord kan dus de volgende vormen aannemen:

* persoonsvorm => red - redt - redden- redde - redden

* voltooid deelwoord => gered

* onvoltooid deelwoord => reddend

* infinitief => redden

* gebiedende wijs => red!

* bijvoegelijk naamwoord => geredde hond, reddende man

Noteer het voltooid deelwoord van het werkwoord.

klagen

Maak een zin waarin verhuizen in de VERLEDEN TIJD voorkomt.

De zin staat in de tegenwoordige tijd. Zet hem in de voltooide tijd.

Sarah volgt allerlei series.

Sarah ...... allerlei series ...... .

Maak een zin waarin gebeuren als VOLTOOID DEELWOORD voorkomt.

Wat valt je op aan de plek waar het voltooid deelwoord in de zin staat?

Toetsstof

Voor je toets moet je het volgende weten:

* het verschil tussen een persoonsvorm en      de andere werkwoordsvormen

* het verschil tussen enkelvoud en                    meervoud

* de kenmerken van de werkwoordsvormen

Voor je toets moet je het volgende kunnen:

* de werkwoorden juist spellen

* de juiste vorm van het werkwoord                  benoemen

Hoe denk je dat je een toets werkwoordspelling op dit moment zou maken?

Heel goed!

Waarschijnlijk voldoende

Waarschijnlijk onvoldoende

Heel slecht!

Opfriscursus

Weet je niet meer hoe je de verschillende vormen moet vinden en spellen? 

Kijk dan het filmpje hiernaast!

Huiswerk & afronding

WERKWOORDSPELLING LEER JE DOOR TE OEFENEN!!

Huiswerk voor de volgende keer:

• leren: stappenplan werkwoordspelling (zie studiewijzer)
• maken: Studyflow W4.1 & W4.2 (je mag ook de snelle route proberen te maken, dan ben je klaar met W4)

www.cambiumned.nl