WERKVORMEN

• Taalklas
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

WERKVORMEN

Vandaag wil ik julie inspireren met 4 leuke werkvormen

Werkvormen

1. Filtering
2. Running dictation
3. Experts
4. Dictoglos

Filtering

Filtering

1. De studenten krijgen een leestekst met sleutel- of kernwoorden

2. Zelfstandig zoeken ze in 5 min de belangrijkste woorden op

3. In groepjes bespreken daarna wat de sleutelwoorden zijn en wat deze betekenen

4. Van de gekozen woorden wordt een woordenlijst gemaakt 

5. Klassikaal worden de woordenlijsten gefilterd. Welke woorden moet je kennen voor de toets?

Running dictation

Running dictation

1. Kies een korte tekst of een paar zinnen en maak er meerdere kopieën van

2. Hang de kopieën op aan de muren in het klaslokaal (of zelfs in het schoolgebouw)

3. Verdeel de studenten in tweetallen 

Spelregels

• Eén student uit het tweetal loopt (of rent!) naar de tekst aan de muur

• Diegene leest een deel van de tekst, probeert dit te onthouden en loopt terug naar zijn/haar duo

• Vervolgens dicteert de student het onthouden stukje zachtjes aan de partner, die het opschrijft

• Daarna wisselen ze van rol

• Het snelste duo dat de tekst volledig en correct heeft overgeschreven, wint

Experts

Experts

1. Studenten zitten in stamgroepen en docent geeft opdracht

2. Elk groepslid krijgt een nummer. Zo wordt elk een 'Expert' op één onderdeel

3. Dan gaan de 'Experts' bij elkaar zitten en verdiepen zicht in hun deelopdracht

4. Elke 'Exeprt' gaat na een tijdje terug naar de stamgroep en neemt zijn/haar kennis mee

5. Per groep wordt de kennis van de experts samengevoegd tot een werkstuk

Dictoglos

Dictoglos

1. Kies een tekst van 6 á 20 zinnen en maak drietallen (en eventueel een tweetal)

3. Lees de tekst voor in een normaal spreektempo. De studenten noteren in deze ronde nog niets

4. Lees de tekst nog een keer voor in een normaal spreektempo, de studenten maken nu aantekeningen, herhaal geen gedeelten, het mag geen dictee worden!

5. De studenten reconstrueren met hun groepje de tekst in 20 á 30 minuten. Ze schrijven hierbij maar één tekst, dus één student schrijft de tekst op, de tekst moet inhoudelijk en grammaticaal kloppen, maar hoeft geen exacte kopie te zijn