T4 L25 Woordenschatstrategieën (wb. p. 210)

Verzin een gepaste titel voor het filmpje.

1 / 34

Slide 1: Question ouverte

NederlandsSecundair onderwijs

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

La durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

Verzin een gepaste titel voor het filmpje.

Slide 1 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zou je wel/niet durven doen uit de reportage?

Bespreek met je buur

timer

2:00

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom zouden mensen zulke risico's nemen?

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees de tekst op p. 210

Globaal

Intensief

timer

5:00

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke vraag wil de tekst een antwoord geven?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Zoek de betekenis in de tekst:

gieren

plankenkoorts

hormoon

autonoom

extatisch

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kwam je op de betekenis?

Welke strategie gebruikte je?

gieren

plankenkoorts

hormoon

autonoom

extatisch

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

gieren

plankenkoorts

autonoom

extatisch

razen, rondgaan

uitbundig

angst voor een optreden

zelfstandig, onafhankelijk

Slide 8 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

Moet je alle woorden meteen begrijpen om de tekst te begrijpen? Leg uit.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Woordenschatstrategieën

= verschillende manieren om een betekenis van een woord te achterhalen

context
taalverwantschap
woordbouw
vraag een vriend
woordenboek of zoekmachine

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. context

Voorbeeld: socioloog

“Sophie Wooward is een sociologe: voor haar job onderzoekt ze onze samenleving en alles wat daar mee te maken heeft.”

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

“Sophie Wooward is een sociologe: voor haar job onderzoekt ze onze samenleving en alles wat daar mee te maken heeft.”
<<socioloog>>

Slide 12 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

2. taalverwantschap

Herken je een ander Nederlands woord of een andere taal?

Voorbeeld: amoureuze

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

<<amoureuze>>

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

3. woordbouw

Kan je het woord opdelen? In samenstellingen, afleidingen of woorden die een voorvoegsel hebben.

Voorbeeld: anti-transpirant

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

<<anti-transpirant>>

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

4. vraag een vriend

Met een betekenisoverleg voorkom je misverstanden!

Let op: connotatie, cultuur, ...

Slide 17 - Diapositive

gieren voorbeeld in oefening hierboven

<<obees>>

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

5. woordenboek / zoekmachine

Let op: vorm

werkwoord / zelfstandig naamwoord / bijvoeglijk naamwoord

Voorbeeld: bal in het woordenboek

Slide 19 - Diapositive

gieren voorbeeld in oefening hierboven

<<bal>>

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Lees het vervolg

op de tekst (p. 212)

zoekend

a) antwoord op de centrale vragen

b) verklaring adrenalinejunk

c) Wanneer is adrenaline schadelijk voor je lichaam?

d) verklaar de woorden: onthouding, psychisch, alert, funest

timer

5:00

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

verklaar: onthouding

Slide 22 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

verklaar: psychisch

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

verklaar: alert

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

verklaar: funest

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Quiz

Teams van 3 - 4 leerlingen

1 laptop, enkel om het antwoord door te geven

Overleg wijselijk...

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

RONDE 1 Kraak de code
ZONDER spaties

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

foon

eenheid van geluid

fobie

beklemmende angst

grafie

vastleggen, schrijven

manie

ziekelijke neiging

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

RONDE 2 Beeld de 3 woorden uit
Deel een foto van elk woord

Slide 29 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

RONDE 3 Kahoot!

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

T4 L25 Woordenschatstrategieën (wb. p. 210)

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Question ouverte

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Question ouverte

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Question de remorquage

Slide 9 - Question ouverte

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Question ouverte

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Question ouverte

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Question ouverte

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Question ouverte

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Question ouverte

Slide 21 - Diapositive

Slide 22 - Question ouverte

Slide 23 - Question ouverte

Slide 24 - Question ouverte

Slide 25 - Question ouverte

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Question ouverte

Slide 28 - Diapositive

Slide 29 - Question ouverte

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Diapositive

Slide 32 - Diapositive

Slide 33 - Diapositive

Slide 34 - Diapositive

Plus de leçons comme celle-ci

T4 Hoofdpunten + leesopdracht

Tussenstop 4

B1M2 - Woordstrategieën

Les 6 - waarom woordenschat belangrijk is

4.24 Betekenissen

Les 6 - waarom woordenschat belangrijk is

Les 5: Een web van woorden

les 24 betekenissen (DG/ D-A)