AK H4 Conflicten.

Conflicten
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Conflicten

Slide 1 - Diapositive

Waar denk je aan bij
het thema 'conflicten'?

Slide 2 - Carte mentale

Hoofdstuk 4: Conflicten
Wat zijn conflicten?

Waar komen ze het meest voor?

Wat zijn de oorzaken?

Wat zijn de gevolgen?

Slide 3 - Diapositive

Conflictebieden in de wereld

Vandaag:
  • Gewapende conflicten
  • Staten en grenzen
  • Regionalisme, nationalisme, seperatisme
  • Vragen en opdrachten

Slide 4 - Diapositive

Aantekeningen
 

Er zijn op de wereld conflicten in verschillende gebieden. Je kunt dit op meerdere schaalniveaus bekijken.
Deze schaalniveau’s zijn:
· Lokaal ( in de buurt )
· Regionaal ( in de regio )
· Nationaal ( landelijk )
· Internationaal (meerdere landen )
· Mondiaal ( wereldlijk )






Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Vidéo

Gewapend conflict: een conflict waarbij
jaarlijks 25 doden of meer vallen ( bekijk bron 5 blz 92, waar deze conficten voorkomen)

Slide 7 - Diapositive

2 typen gewapende conflicten
Internationaal conflict 
-> tussen staten 
* Irak oorlog, 2e WO

Binnenlands conflict / burgeroorlog 
-> blijven meestal binnen de grenzen van 1 land 
* IRA, Farc 
Kan  geïnternationaliseerd worden 

Slide 8 - Diapositive

Terrorisme = geweld voor politiek doel 
Criminelen = geweld voor financieel doel 

Slide 9 - Diapositive

Wat hoort bij wat?        
Internationaal conflict
Burgeroorlog
Geïnternationaliseerd conflict
Amerika valt Noord-Korea aan
IS is actief in Irak en Syrië
In Libië probeert men de regering om te leggen
Rusland verovert een deel van Georgië
In Colombia schiet het leger op demonstranten
De Mexicaanse drugsoorlog leidt tot spanningen in Texas
Oorlog in een buurland heeft invloed over de grens. Hier zijn dan ook meerdere landen bij betrokken.
Oorlog binnen één land, soms ook tegen de regering.
Oorlogen tussen landen. Soms twee, soms wat meer. Regering tegen regering!

Slide 10 - Question de remorquage

Grenzen trekken
Territorium = woongebied volk
Staat = Gebied met internationaal erkende grens
Volk = Groep mensen die taal, geloof of gemeenschappelijke geschiedenis delen. 
Etniciteit = Identiteit van een volk 

Staten hebben recht op:  soevereiniteit/zelfbeschikking

Slide 11 - Diapositive

Staat en territorium vallen samen
In de staat leeft een minderheid met een eigen territorium
In verschillende staten woont een minderheid met banden met een andere staat. De minderheid woont verspreid in de staten.
Het territorium van het volk is groter dan de staat. 
Het territorium valt in meerdere staten. In elke staat is het volk een minderheid. 

Slide 12 - Question de remorquage

Regionalisme
Separatisme
Nationalisme

Slide 13 - Question de remorquage

Huiswerk:
Paragraaf 1 en 2 zijn gemaakt.
Je kent de schaalniveau's ( zie aantekeningen).
De begrippen van paragraaf 1 + 2 staan in je begrippenlijst.
Lees paragraaf 3 & 4 globaal door.

Slide 14 - Diapositive

Paragraaf 1: Schandaal in Cambodja.

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien