grammatica zinsdelen les 4 voegwoord

Programma
Toetsdatum 5 februari! (of donderdag 1 februari?)
1)  Theorie samengestelde zinnen herhalen
2) Huiswerk bespreken
3) Theorie voegwoorden
4) Opdrachten maken en bespreken
5) Huiswerk
1 / 10
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 10 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Programma
Toetsdatum 5 februari! (of donderdag 1 februari?)
1)  Theorie samengestelde zinnen herhalen
2) Huiswerk bespreken
3) Theorie voegwoorden
4) Opdrachten maken en bespreken
5) Huiswerk

Slide 1 - Diapositive


Een samengestelde zin
A
heeft 1 persoonsvorm.
B
heeft 2 persoonsvormen.
C
heeft 2 of meer persoonsvormen.

Slide 2 - Quiz


Een samengestelde zin
A
heeft altijd een hoofdzin en een of meer hoofd- en bijzinnen.
B
kan uit meerdere bijzinnen bestaan.

Slide 3 - Quiz


Hoe herken je een bijzin?

Slide 4 - Question ouverte


Bij een bijzin is er sprake van een
A
nevenschikking
B
onderschikking

Slide 5 - Quiz

Huiswerk bespreken
Opdracht 2 op blz. 223



Slide 6 - Diapositive

voegwoorden
Zinnen worden aan elkaar geplakt met voegwoorden. 
Hoofdzinnen krijgen nevenschikkende voegwoorden. Daar zijn er maar 5 van: en, maar, dus, want, of
Let op: 'of' kan ook een onderschikkend voegwoord zijn!
Een bijzin wordt aan een zin geplakt met een onderschikkend voegwoord. Daar zijn er heel veel van zoals: als, mits, nadat, voordat, omdat, hoewel, ofschoon, terwijl.....

Slide 7 - Diapositive

voegwoorden
Als je weet of je te maken hebt met een onderschikkend of een nevenschikkend voegwoord, weet je ook of je te maken hebt met een bijzin of een hoofdzin!

Slide 8 - Diapositive

Let op!
Een bijzin hoeft niet per se met een onderschikkend voegwoord te beginnen. 
We vroegen ons af wie de graffiti heeft aangebracht. 
Kunt u mij wijzen waar hier de toiletten zijn?
Ik weet nog niet met welke vriend ik op vakantie ga.
De politie heeft geschat hoeveel betogers er zijn.

Slide 9 - Diapositive

Opdracht
Maak opdracht 1 op blz. 224 (Par. 10 voegwoorden).
 Deze opdrachten gaan we bespreken.
Klaar? Ga dan verder met opdracht 3.
Huiswerk is: opdracht 3 + maak INDIVIDUEEL deze 6 zinnen:
2 x HZ + HZ
2 x HZ + BZ
2 x BZ + HZ
Schrijf er niet bij wat de structuur is en hussel deze zinnen door elkaar!

Slide 10 - Diapositive