Week 3 - Rechtshandelingen (deel 2) met extra opdracht

Verbintenissenrecht
Rechtshandelingen (deel 2)
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
VerbintenissenrechtMBOStudiejaar 4

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Verbintenissenrecht
Rechtshandelingen (deel 2)

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

We hebben de vorige les gesproken over een rechtshandeling. Wat is een rechtshandeling?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

En wat betekent dan 'rechtsgevolg'? Noem ook eens een situatie waarin sprake is van rechtsgevolg.

Slide 3 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Een geldige rechtshandeling vereist vier voorwaarden. Handelingsbekwaam, handelingsbevoegd, wil en .......?
A
Eis
B
Aanbod
C
Verklaring
D
Aanvaarding

Slide 4 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gerry komt boos thuis. Zij vertelt dat haar favoriete kledingwinkel fouten had gemaakt bij enkele prijskaartjes. Gerry meent zeker te weten dat de winkelier verplicht is een product te leveren voor de prijs die op het prijskaartje staat. De winkelier weigert dat in alle gevallen. Wat is de juiste wettelijke regeling in dit geval? Noem ook de juridische vakterm.

Slide 9 - Question ouverte

Vertrouwensbeginsel, Gerry heeft gelijk als je redelijkerwijs niet kon weten dat de prijs hoger lag. 
Aan een broek is een prijskaartje van €45,- gehecht. Bij de kassa blijkt dat de broek €49.50 kost. Welke prijs dient te worden aangehouden?

Slide 10 - Question ouverte

45 euro, vertrouwensbeginsel
Aan een Gazelle damesfiets hangt een prijskaartje van €39,95. Bij de kassa blijkt dat de fiets €399,50 kost. Welke prijs dient te worden aangehouden?

Slide 11 - Question ouverte

399,50 euro, duidelijk een prijsfout dus geen succesvol beroep op vertrouwensbeginsel

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wilsgebreken
  1. Bedreiging (art. 3:44 BW)
    Een rechtshandeling laten verrichten door met nadeel te dreigen.
  2. Bedrog (art. 3:44 BW)
    Opzettelijk verkeerde informatie verstrekken/verzwijgen.
  3. Misbruik van omstandigheden (art.3:44 BW)
    Misbruik maken van de moeilijke situatie van een ander.
  4. Dwaling (art. 6:228 BW)
    Onjuiste voorstelling van zaken geven (niet opzettelijk).

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Iris koopt een Fendi jurk. Achteraf komt zij erachter dat het nep-merkkleding blijkt te zijn. Van welk wilsgebrek is sprake?
A
Bedreiging
B
Bedrog
C
Misbruik van omstandigheden
D
Dwaling

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Leo krijgt te horen dat hij het koopcontract moet tekenen. Doet hij dat niet, dan staat hem iets ernstigs te wachten. Van welk wilsgebrek is sprake?
A
Bedreiging
B
Bedrog
C
Misbruik van omstandigheden
D
Dwaling

Slide 15 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen de wilsgebreken dwaling en bedrog?

Slide 16 - Question ouverte

Bedrog is opzettelijk, dwaling niet
Vernietigbare rechtshandelingen
Vernietiging van een rechtshandeling is mogelijk in geval van:
  • handelingsonbekwaamheid
  • geestelijke stoornis
  • wilsgebreken
  • handelingsonbevoegdheid echtgenoot art 1:88 BW (P&F).

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nietige rechtshandeling
De rechtshandeling is nietig in geval van:
  • wil en verklaring die afwijken
  • handelingsonbevoegdheid. (art. 3:43 BW)

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen een nietige en een vernietigbare rechtshandeling?

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 20 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Opdracht uitspraak
  • Maak groepjes van ongeveer 2 á 3 studenten;
  • Lees allemaal de uitspraak;
  • Verwerk de volgende vragen in eigen woorden:
  1. Waar gaat de uitspraak over? Wat is het geschil/conflict?
  2. Wie zijn de partijen?
  3. Wie heeft gelijk gekregen?
  4. Wat vinden jullie van de uitspraak?
    Inleveren per mail! bejd@summacollege.nl 

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions