3M 5.3 Gedrag

5.3 Gedragsonderzoek
En 5.1 en 5.2 over Prikkels en gedrag
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositive de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 10 min

Éléments de cette leçon

5.3 Gedragsonderzoek
En 5.1 en 5.2 over Prikkels en gedrag

Slide 1 - Diapositive

Gedrag kun je onderverdelen in kleine stukjes, hoe noem je een 'stukje' gedrag?
A
Een actie
B
Een handeling
C
Een ethogram
D
Baltsgedrag

Slide 2 - Quiz

Is dit een ethogram
en/of een protocol?
A
Zowel een ethogram als een protocol
B
Ethogram
C
Protocol
D
Geen van beiden

Slide 3 - Quiz

Wat is een ethogram?
A
Een grafiek met gedrag van dieren
B
Een tabel met handelingen
C
Een schema van goed of slecht gedrag

Slide 4 - Quiz

Wat is een sleutelprikkel?
A
een klein stukje van gedag dat ethologen onderzoeken.
B
een overdreven prikkel die door reclamemakers wordt gebruikt.
C
een prikkel die altijd hetzelfde gedrag oproept.
D
een signaal waarmee een dominant dier aangeeft dat hij de baas is.

Slide 5 - Quiz

De sleutelprikkel bij de stekelbaars is
A
Vorm van de vis
B
Kleur van de buik
C
lengte van de staart

Slide 6 - Quiz

Een Supranormale prikkel is
A
prikkel die een doorslaggevende rol speelt bij het veroorzaken van een bepaald gedrag
B
prikkel die sterker een bepaald gedrag opwekt dan de normale sleutelprikkel
C
een prikkel die in het lichaam zelf ontstaat
D
een prikkel die je met je zintuigen waarneemt

Slide 7 - Quiz

Supranormale prikkel bij het onderzoek bij meeuwen
A
vlek op de snavel/contrast
B
gekakel van de meeuwen
C
lengte van de vleugels

Slide 8 - Quiz

Welke afbeelding laat een supranormale prikkel zien?
A
B
C
D
geen idee

Slide 9 - Quiz

Wat is motivatie?
A
De zin om een handeling uit te voeren
B
Alles wat een mens of dier doet
C
Niet meer reageren op een bepaalde prikkel
D
Aandacht voor anderen

Slide 10 - Quiz

Je maag geeft een signaal af dat deze vol is.
Is dit een inwendige of uitwendige prikkel?
En is je motivatie om te eten op dat moment hoog of laag?
A
Inwendige prikkel; motivatie laag
B
Inwendige prikkel; motivatie hoog
C
uitwendige prikkel; motivatie laag
D
uitwendige prikkel; motivatie hoog

Slide 11 - Quiz