RT les 3 spelling algemeen

Remedial teaching
Les 3
Algemene spelling
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
RTMiddelbare schoolvmbo, mavo, havo, vwoLeerjaar 1

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Remedial teaching
Les 3
Algemene spelling

Slide 1 - Diapositive

Wat gaan we deze les doen?
* Lezen
* huiswerk nakijken en bespreken
* lukt het met plannen???
* nieuwe les bespreken
* huiswerk bespreken
* aan de slag!

Slide 2 - Diapositive

Wat gaan we deze les leren?
  • Woorden met au of ou
  • Woorden met eau
  • Woorden met ei of ij

Wat heb je nodig voor deze les:
Quizlet 
Lesbrief uit SOM


Slide 3 - Diapositive

Oefening 5

1.   de knopen
2.   de schildpadden
3.   de loketten
4.   de klanken
5.   de gangdeuren
6.   de knuffelberen
7.   de spiegelruiten
8.   de ogenblikken
9.   de draden
10. de treinsporen
oefening 6

1. de raketten
2. de kratten
3. de vloerkleden
4. de voetstappen
5. de sturen
6. de middelen
7. de grassprieten
8. de klimaten
9. de fabrikanten
10. de medicijnen

Slide 4 - Diapositive

Opdracht 7
1. broden, bakken
2. sloten, schuren
3. smalle, straten, zaken
4. voetballer, leren, ballen
5. zwemmen, zonnen
6. abonnement, bioscoopbonnen
7.  kapper, dames, heren
8. appels, tomaten, peren
9. verkopen, boeken
10. voorspelling, hemel
Opdracht 8.
1. getallen, controleren
2. sommige, irritant
3. bloembakken, rozen
4. gelukkig, gezellig
5. rode, witte
6. intelligent, indrukwekkend
7. interessant. belangstelling
8. wellicht, dagelijks
9. hopelijk, droge, natte
10. politie, voortdurend, gaten

Slide 5 - Diapositive

- au, - ou en - eau

Slide 6 - Diapositive

Woorden met au of ou

Er is geen regel voor deze woorden.
Oefenen oefenen oefenen!!


Slide 7 - Diapositive

Woorden met eau
Woorden met - eau zijn woorden die uit het Frans komen en daarom geschreven worden met eau.
Je spreekt dit uit als een oo-klank

Het bureau, het cadeau,
het niveau, het plateau.

Slide 8 - Diapositive

Woorden met ei of ij
Ook de woorden met ei of ij moet je uit je hoofd leren.

.

Slide 9 - Diapositive

Tips bij ei/ij
Tip 1: Woorden die eindigen op -heid en -teit schrijf je altijd met een ei
Tip 2: Woorden die eindigen op -lijk, -nij, -rij en -ij schrijf je altijd met een ij.
Tip 3: Klankveranderen (sterke) werkwoorden worden met een ij geschreven.
VB: begrijpen - begreep - begrepen

Slide 10 - Diapositive

Aan het werk! 
  1. Maak de oefeningen uit de lesbrief in een schrift!!
    Lesbrief is te vinden: Classroom
  2. Oefening 9 t/m 12

Oefenen in Quizlet (Quizlet: gebruikers: WiDa3 (vlindertje):   Rt les 3: * Woorden met au of ou                                                                               * Woorden met ei of ij

Slide 11 - Diapositive