hyperbool en eufemisme

Stijlmiddelen: hyperbool, understatement en eufemisme
1 / 37
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 37 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Stijlmiddelen: hyperbool, understatement en eufemisme

Slide 1 - Diapositive

Uitleg stijlmiddelen
Wat zijn stijlmiddelen en wanneer gebruik je die?
- manieren om je tekst kleurrijker te maken. 

Je gebruikt ze om je boodschap beter over te brengen; het wordt beter onthouden en maakt het krachtiger. Soms ontstaat daar ook humor door.

Slide 2 - Diapositive

Hyperbool
  •  schrijver gebruikt bepaalde woorden, zodat ze versterkt of   verzwakt worden.
  •  bij een hyperbool-> de werkelijkheid wordt overdreven
  •  hyperbool heeft humoristisch effect
  •  hyperbolen zijn vaak uitdrukkingen

Slide 3 - Diapositive

Lesdoelen
Aan het einde van de les: 
- weet je wat de volgende stijlmiddelen zijn: hyperbool en eufemisme
- kun je deze stijlmiddelen herkennen
- weet je wanneer je deze stijlmiddelen kunt toepassen in je eigen teksten

Slide 4 - Diapositive

Stijlfiguren: hyperbool

Als je overdrijft, gebruik je een hyperbool.


Je zegt: 'Hij barst van het geld';

je bedoelt: 'Hij is rijk'.

Slide 5 - Diapositive

Wat zijn de hyperbolen?
  1. Ik schaamde me dood toe hij dat zei.
  2. Ik heb me kapot gelachen om die grap.
  3. Ik sterf onderhand van de dorst.
  4. Peter stikte van de lach.
  5. Frits wordt gek van de jeuk.
  6. Ik vries mijn billen er nog af, zo koud is het hier.

Slide 6 - Diapositive

Opdrachtje
Bedenk in tweetallen 10 hyperbolen en schrijf ze op. 

Geef aan waarom jij vindt dat het een hyperbool is.

Je krijgt hier 5 minuten voor.
timer
5:00

Slide 7 - Diapositive

Eufemisme
Een verzachtende uitdrukking-> niet spottend bedoeld is
  • voorkomen dat een mededeling hard of onaangenaam overkomt
  • bepaalde zaken fraaier over laten komen
  • DUS: op een verzachtende manier of nette manier onder woorden brengen van iets wat niet zo prettig of netjes is





Slide 8 - Diapositive

voorbeelden eufemisme
  • Na een lange lijdensweg ging hij heen. 
  • Volgens mij is er aan jou een steekje los! 
  • De examinator heeft onzorgvuldig gehandeld. 
  • Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.
  • Zij werkt daar als interieurverzorgster.
  • 'Hoe is het met uw stoelgang?', informeerde de dokter.
  • De dierenarts heeft de hond laten inslapen. 
  • De directie wil het personeelsbestand afslanken. 

Slide 9 - Diapositive

Wat zijn de eufemismen?
  1. Wij hebben helaas onze hond moeten laten inslapen.
  2. Zij hebben de liefde bedreven.
  3. Hij heeft haast, want hij moet een grote boodschap.
  4. Op dit moment is hij werkzoekend.

Slide 10 - Diapositive

braken
sterven
inbreker
afmaken van vee
spam
ontslaan
vomeren
laten gaan
ongewenste bezoeker
ruimen
E-mailmarketing
laten gaan

Slide 11 - Question de remorquage

Bedenk bij de volgende 
woorden/woordcombinaties een eufemisme.
- Dood gaan
- Plassen
- Poepen
- Schoonmaakster
- Kerkhof

Je krijgt hier 3 minuten voor.
timer
3:00

Slide 12 - Diapositive

Opdrachtje
Schrijf voor jezelf in je eigen woorden op wat de volgende stijfiguren zijn:
  • Hyperbool
  • Eufemisme
Geef hierbij enkele voorbeelden om het te verduidelijken. 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Lien


spuugzat
A
overdrijving (hyperbool)
B
eufemisme

Slide 15 - Quiz


verzuipen
A
overdrijving (hyperbool)
B
eufemisme

Slide 16 - Quiz


onaangenaam verrast
A
overdrijving (hyperbool)
B
eufemisme

Slide 17 - Quiz


een verschrikkelijke bende
A
overdrijving (hyperbool)
B
eufemisme

Slide 18 - Quiz


lachten zich een breuk
A
overdrijving (hyperbool)
B
eufemisme

Slide 19 - Quiz


met de tong uit de mond
A
overdrijving (hyperbool)
B
eufemisme

Slide 20 - Quiz

De dierenarts heeft onze hond laten inslapen.
_________
A
eufemisme
B
hyperbool

Slide 21 - Quiz

Ik WORD KNETTERGEK van je gezeur.
A
hyperbool
B
eufemisme

Slide 22 - Quiz

Vannacht hebben onze buren ongewenst bezoek gehad.
__________________________
A
eufemisme
B
hyperbool

Slide 23 - Quiz

Na een lange lijdensweg, ging hij heen.
_____
______
A
eufemisme
B
hyperbool

Slide 24 - Quiz

Een deel van het personeel zal moeten AFVLOEIEN.
A
hyberbool
B
eufemisme

Slide 25 - Quiz


Joke werkt daar als interieurverzorgster.
A
eufemisme
B
hyperbool

Slide 26 - Quiz

De directie kondigde een BANENREDUCTIE aan.
A
eufemisme
B
hyperbool

Slide 27 - Quiz

Eten we spruitjes? Wil je me dood hebben of zo?
A
hyperbool
B
eufemisme

Slide 28 - Quiz

Hij rende de benen uit zijn lijf om de bus te halen.
A
hyperbool
B
eufemisme

Slide 29 - Quiz

Na een lang sterfbed is hij ons helaas ontvallen.
A
eufemisme
B
hyperbool

Slide 30 - Quiz

Die film is echt OM JE DOOD TE LACHEN.
A
eufemisme
B
hyperbool

Slide 31 - Quiz

De verdediger schoot de strafschop huizenhoog weg
A
hyperbool
B
eufemisme

Slide 32 - Quiz

Slide 33 - Lien

Slide 34 - Lien

oefenen met Quizlet...

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Lien

Slide 37 - Lien