hyperbool, understatement, litotes en eufemisme

Stijlmiddelen: hyperbool, understatement en eufemisme
1 / 50
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 50 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Stijlmiddelen: hyperbool, understatement en eufemisme

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Vidéo

Lesdoelen
Aan het einde van de les: 
- weet je wat de volgende stijlmiddelen zijn: hyperbool en eufemisme
- kun je deze stijlmiddelen herkennen
- weet je wanneer je deze stijlmiddelen kunt toepassen in je eigen teksten

Slide 4 - Diapositive

Uitleg stijlmiddelen
Wat zijn stijlmiddelen en wanneer gebruik je die?
- manieren om je tekst kleurrijker te maken. 

Je gebruikt ze om je boodschap beter over te brengen; het wordt beter onthouden en maakt het krachtiger. Soms ontstaat daar ook humor door.

Slide 5 - Diapositive

Hyperbool
  •  schrijver gebruikt bepaalde woorden, zodat ze versterkt of   verzwakt worden.
  •  bij een hyperbool-> de werkelijkheid wordt overdreven
  •  hyperbool heeft humoristisch effect
  •  hyperbolen zijn vaak uitdrukkingen

Slide 6 - Diapositive

Stijlfiguren: hyperbool

Als je overdrijft, gebruik je een hyperbool.


Je zegt: 'Hij barst van het geld';

je bedoelt: 'Hij is rijk'.

Slide 7 - Diapositive

Wat zijn de hyperbolen?
  1. Ik schaamde me dood toe hij dat zei.
  2. Ik heb me kapot gelachen om die grap.
  3. Ik sterf onderhand van de dorst.
  4. Peter stikte van de lach.
  5. Frits wordt gek van de jeuk.
  6. Ik vries mijn billen er nog af, zo koud is het hier.

Slide 8 - Diapositive

Opdrachtje
Bedenk in tweetallen 10 hyperbolen en schrijf ze op. 

Geef aan waarom jij vindt dat het een hyperbool is.

Je krijgt hier 5 minuten voor.
timer
5:00

Slide 9 - Diapositive

Understatement

Slide 10 - Diapositive

Understatement
- Met een understatement zwak je de mededeling af.
- Je zegt dat iets minder mooi, groot of belangrijk is dan in
   werkelijkheid.

Slide 11 - Diapositive

Eufemisme
Een verzachtende uitdrukking-> niet spottend bedoeld is
  • voorkomen dat een mededeling hard of onaangenaam overkomt
  • bepaalde zaken fraaier over laten komen
  • DUS: op een verzachtende manier of nette manier onder woorden brengen van iets wat niet zo prettig of netjes is





Slide 12 - Diapositive

voorbeelden eufemisme
  • Na een lange lijdensweg ging hij heen. 
  • Volgens mij is er aan jou een steekje los! 
  • De examinator heeft onzorgvuldig gehandeld. 
  • Gisteren hebben we opa naar zijn laatste rustplaats gebracht.
  • Zij werkt daar als interieurverzorgster.
  • 'Hoe is het met uw stoelgang?', informeerde de dokter.
  • De dierenarts heeft de hond laten inslapen. 
  • De directie wil het personeelsbestand afslanken. 

Slide 13 - Diapositive

Wat zijn de eufemismen?
  1. Wij hebben helaas onze hond moeten laten inslapen.
  2. Zij hebben de liefde bedreven.
  3. Hij heeft haast, want hij moet een grote boodschap.
  4. Op dit moment is hij werkzoekend.

Slide 14 - Diapositive

Litotes

Een bijzondere vorm van een understatement is de litotes. Daarmee ontken je het tegenovergestelde.


Voorbeeld:  Ze zijn niet onbemiddeld.


Je bedoelt: Ze zijn rijk.


Slide 15 - Diapositive

Litotes
- Er wordt een mededeling gedaan door het tegenovergestelde
   te ontkennen.
- De litotes lijkt op een understatement.
- Het is een stijlfiguur waarbij je schijnbaar iets ontkent of
   verkleint met het doel datgene wat je bedoelt des te meer uit
   te laten komen. 

Slide 16 - Diapositive

braken
sterven
inbreker
afmaken van vee
spam
ontslaan
vomeren
laten gaan
ongewenste bezoeker
ruimen
E-mailmarketing
laten gaan

Slide 17 - Question de remorquage

Bedenk bij de volgende 
woorden/woordcombinaties een eufemisme.
- Dood gaan
- Plassen
- Poepen
- Schoonmaakster
- Kerkhof

Je krijgt hier 3 minuten voor.
timer
3:00

Slide 18 - Diapositive

Opdrachtje
Schrijf voor jezelf in je eigen woorden op wat de volgende stijfiguren zijn:
  • Hyperbool
  • Eufemisme
Geef hierbij enkele voorbeelden om het te verduidelijken. 

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Lien


spuugzat
A
overdrijving (hyperbool)
B
eufemisme

Slide 21 - Quiz


verzuipen
A
overdrijving (hyperbool)
B
eufemisme

Slide 22 - Quiz


onaangenaam verrast
A
overdrijving (hyperbool)
B
eufemisme

Slide 23 - Quiz


een verschrikkelijke bende
A
overdrijving (hyperbool)
B
eufemisme

Slide 24 - Quiz


lachten zich een breuk
A
overdrijving (hyperbool)
B
eufemisme

Slide 25 - Quiz


met de tong uit de mond
A
overdrijving (hyperbool)
B
eufemisme

Slide 26 - Quiz

De dierenarts heeft onze hond laten inslapen.
_________
A
eufemisme
B
hyperbool

Slide 27 - Quiz

Ik WORD KNETTERGEK van je gezeur.
A
hyperbool
B
eufemisme

Slide 28 - Quiz

Vannacht hebben onze buren ongewenst bezoek gehad.
__________________________
A
eufemisme
B
hyperbool

Slide 29 - Quiz

Na een lange lijdensweg, ging hij heen.
_____
______
A
eufemisme
B
hyperbool

Slide 30 - Quiz

Een deel van het personeel zal moeten AFVLOEIEN.
A
hyberbool
B
eufemisme

Slide 31 - Quiz

"Waar bleef je nou, ik stond al eeuwen op je te wachten!"
A
hyperbool
B
understatement
C
litotes
D
eufemisme

Slide 32 - Quiz

Als al je verstandskiezen in één keer getrokken worden, is dat geen pretje.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 33 - Quiz


2) Ik verveel me dood.


A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 34 - Quiz

Van welk stijlfiguur wordt hier gebruik gemaakt?

Mijn vriend is bepaald niet dom.
A
eufemisme
B
litotes
C
pleonasme
D
tautologie

Slide 35 - Quiz

Wis en waarachtig ga ik vanavond op de tv die wedstrijd bekijken.
A
understatement
B
eufemisme
C
litotes
D
tautologie

Slide 36 - Quiz

VWO
Benoem de stijlfiguur:
Dat is niet onwaarschijnlijk.
A
Understatement
B
Metonymia
C
Eufemisme
D
Litotes

Slide 37 - Quiz

Moet ik het nu VOOR DE DUIZENDSTE KEER zeggen? Deur achter je dicht!
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme
D
litotes

Slide 38 - Quiz


Joke werkt daar als interieurverzorgster.
A
eufemisme
B
hyperbool

Slide 39 - Quiz

De directie kondigde een BANENREDUCTIE aan.
A
eufemisme
B
hyperbool

Slide 40 - Quiz

Eten we spruitjes? Wil je me dood hebben of zo?
A
hyperbool
B
eufemisme

Slide 41 - Quiz

Hij rende de benen uit zijn lijf om de bus te halen.
A
hyperbool
B
eufemisme

Slide 42 - Quiz

Na een lang sterfbed is hij ons helaas ontvallen.
A
eufemisme
B
hyperbool

Slide 43 - Quiz

Die film is echt OM JE DOOD TE LACHEN.
A
eufemisme
B
hyperbool

Slide 44 - Quiz

De verdediger schoot de strafschop huizenhoog weg
A
hyperbool
B
eufemisme

Slide 45 - Quiz

Slide 46 - Lien

Slide 47 - Lien

oefenen met Quizlet...

Slide 48 - Diapositive

Slide 49 - Lien

Slide 50 - Lien