1.1 EN 1.2

1.1 EN 1.2
Getal en ruimte
Basis 3
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 1 min

Éléments de cette leçon

1.1 EN 1.2
Getal en ruimte
Basis 3

Slide 1 - Diapositive

Hoofdstuk 1 Rekenen
1.1 Rekenen met geld

Slide 2 - Diapositive

1.1 Rekenen met geld
- Kristel koopt 2,693kg sinaasappels van € 2,14 per kg. Ze pint het bedrag. Welk bedrag wordt er van haar rekening afgeschreven?

- Manon koop 0,602kg aardappelen en betaalt met contant geld. De aardappelen kosten € 1,29 per kg. Hoeveel moet zij betalen?

Slide 3 - Diapositive

Op hoeveel decimalen rond je geld af?
A
geen cijfers achter de komma
B
1 cijfer achter de komma.
C
2 cijfers achter de komma.
D
3 cijfers achter de komma.

Slide 4 - Quiz

In de winkel kost een chocoladereep €1, 57.
Hoeveel moet je betalen als met de pin betaald?
A
€1,50
B
€1,55
C
€1,57
D
€1,60

Slide 5 - Quiz

Diezelfde chocoladereep van €1, 57 ga je nu contant afrekenen. Hoeveel moet je afrekenen?
A
€1,50
B
€1,55
C
€1,57
D
€1,60

Slide 6 - Quiz

Bij Telefoondiscount koop je 60 belminuten voor € 3,50.
Bij Voordeeltel koop je 75 belminuten voor € 4.
Bij wie zijn de belminuten in verhouding het goedkoopst?
Laat een berekening zien!

Slide 7 - Question ouverte

Wim koop 1,34kg bananen. De bananen kosten €0,99 per kg. Wim betaalt contant. Bereken hoeveel Wim moet betalen.
timer
3:00

Slide 8 - Question ouverte

1.1 Rekenen met geld
Welke gezichtscrème is het voordeligst?

Slide 9 - Diapositive

13 weken
4 kwartier
=
=
=
=
=
=
1 jaar
=
=
365 dagen
52 weken
12 maanden
1 kwartaal
3 maanden
1 uur
60 minuten
3600 sec.

Slide 10 - Question de remorquage

theorie 

Slide 11 - Diapositive