Basisstof 6 + 7 ( KGT, de wervelkolom en blessures) Basisstof 7 (BB blessures)

Thema 7, bs 6 
Blessures
1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Thema 7, bs 6 
Blessures

Slide 1 - Diapositive

Herhaling!

Slide 2 - Diapositive

Hoe noemen we de plek waar de spier met de pees vastzit aan het bot?
A
Peeshechtplaats
B
Aanhechtingsplaats
C
Bot-spier overgang
D
Spierpeesplaats

Slide 3 - Quiz

Hoe werkt een spier?
A
Een aangespannen spier wordt korter en dikker
B
Een aangespannen spier wordt lang en dun
C
Een ontspannen spier wordt korter en dikker
D
Een ontspannen spier is altijd dik en kort

Slide 4 - Quiz

Wat is de antagonist van je armbuigspier (biceps)?

Slide 5 - Question ouverte

Wanneer heeft de spier brandstof nodig?
A
Als de spier moet samentrekken
B
Als de spier moet ontspannen
C
Als de spier moet samentrekken EN moet ontspannen

Slide 6 - Quiz

Blessures 

Slide 7 - Diapositive

Blessures (spieren)


1. Spierpijn
2. Spierkramp en 
spierscheuring (zweepslag)
3. Kneuzing

Slide 8 - Diapositive

Spierkramp
Bij spierkramp trekken de spiervezels van een spier allemaal tegelijk sterk samen.
Het lukt de spier dan niet om weer uit te rekken.

De spier kan uit de kramp worden gehaald door de spier geleidelijk met de hand uit te rekken.

Slide 9 - Diapositive

Spierpijn
Veel afvalstoffen in je spieren
-> melkzuur.

Oorzaak: 
bewegingen die je normaal niet (veel) doet

Slide 10 - Diapositive

Spierscheuring
Te sterke inspanning of een plotselinge beweging -> Spierscheuring 

De spier is beschadigd ->
Meestal genezen door rust en regelmatig bewegen

Slide 11 - Diapositive

Zweepslag
Spierscheur in je kuit. 

Een zweepslag kan in iedere spier voorkomen, maar meestal I

Slide 12 - Diapositive

Bij welke spierblessure trekt een spier plotseling samen?
A
Spierkramp
B
Spierpijn
C
Spierscheuring

Slide 13 - Quiz

Hoe wordt een spierscheuring in de kuitspier ook wel genoemd?
A
Kuitspierscheur
B
Zweepslag
C
Zweepkuit
D
Kuitspierzweep

Slide 14 - Quiz

Tennisarm/RSI
RSI
  • Ontsteking  van de aanhechtingsplaats van een spier

Oorzaak:  te vaak dezelfde
 beweging

-> goede houding en rust

Slide 15 - Diapositive

Niet alleen bij tenissen..
Een tennisarm, maar ook door, gamen je telefoon (verkeerde houding!)

Slide 16 - Diapositive

RSI is een blessure die ontstaat door lang dezelfde beweging te maken.
Bij welke sport komt RSI vaker voor?
A
Voetballen
B
Handballen
C
Hardlopen
D
Fitness

Slide 17 - Quiz

Welke blessure is een vorm van RSI?
A
verzwikte enkel
B
zweepslag
C
tenniselleboog
D
Zweepslag

Slide 18 - Quiz

Waardoor kan RSI ontstaan?
A
Door een nare val op je arm
B
Door een stoot, stomp of trap
C
Door lange tijd dezelfde beweging te maken
D
Door te zware inspanning

Slide 19 - Quiz

Blessures aan botten/ gewrichten

  • botbreuk
  • ontwrichting
  • verstuiking/ verzwikking 

Slide 20 - Diapositive

Botbreuken

Slide 21 - Diapositive

LESS 
Botten worde eerst gezet, dan in gips
Soms niet voldoende -> schroeven en platen.

Slide 22 - Diapositive

Botbreuken

Slide 23 - Diapositive

Welk bot is gebroken?
A
Handwortelbeentje
B
Middenhandsbeentje
C
Vingerkootje

Slide 24 - Quiz

Welk bot is gebroken?
A
Rib
B
Schouderblad
C
Sleutelbeen
D
Borstwervel

Slide 25 - Quiz

Wie heeft sneller een botbreuk?
A
baby
B
puber
C
bejaarde
D
kleuter

Slide 26 - Quiz


Welk bot is gebroken? 



Afb. 2
Afb. 3
A
scheenbeen
B
kuitbeen
C
knieschijf
D
voetwortelbeentjes

Slide 27 - Quiz

Voetbalknie

Oorzaak:

  • meestal een draaibeweging van het lichaam terwijl het onderbeen blijft staan

Genezing:

- rust

- operatie: meniscus verwijderen

Slide 28 - Diapositive

Voetbalknie

Slide 29 - Diapositive

Bij een voetbalknie is de
A
knie ontwricht
B
meniscus gescheurd
C
knie overbelast

Slide 30 - Quiz

Kneuzing
= beschadiging van weefsel zonder dat iets is gescheurd of gebroken.

Kneuzing kan ontstaan door een val of doordat je een duw, stomp of een trap krijgt. 

Vaak een zwelling door vochtophoping. Koelen helpt!

Slide 31 - Diapositive

Verzwikking
= Kneuzing van een gewricht

de gewrichtskapsel en de kapselhanden rekken te ver uit.

Bij ernstige verzwikking kunnen de banden zelfs scheuren.


Slide 32 - Diapositive

Ontwrichting
= De gewrichtskogel schiet uit de gewrichtskom

Erg pijnlijk.

Bij verkeerd vallen bijvoorbeeld.

Arts zet de gewrichtskogel weer in de kom terug.

Slide 33 - Diapositive

blessures voorkomen
warming-up en cooling down oefeningen zijn een hulpmiddel om blessures te voorkomen

Slide 34 - Diapositive

Blessures voorkomen

Slide 35 - Diapositive

Je ziet hier iemand door zijn enkel gaan.

wat voor blessure is dit?
A
Ontwrichting
B
Botbreuk
C
Verstuiking
D
Spierkramp

Slide 36 - Quiz

Welke blessure zorgt voor een dik gewricht?
A
Botbreuk
B
Ontwrichting
C
Verzwikking

Slide 37 - Quiz


Hoe noemen we de blessure die deze persoon heeft?
A
Verzwikking
B
Botbreuk
C
Ontwrichting
D
Kneuzing

Slide 38 - Quiz

Hiernaast zie je twee röntgenfoto's van een vinger. Hoe heet deze blessure?
A
Ontwrichting
B
Botbreuk
C
Verzwikking

Slide 39 - Quiz

Een kneuzing is een blessure aan je..........
A
botten
B
spieren
C
gewrichten

Slide 40 - Quiz

Een ander woord voor ontwrichting is ……….
A
Uit de kom
B
een botbreuk
C
een verstuiking
D
een kneuzing

Slide 41 - Quiz

Welke van de blessures kun je niet zien op een rontgenfoto?
A
botbreuk
B
kneuzing
C
ontwrichting

Slide 42 - Quiz

wat kan er gebeuren bij een ontwrichting
A
spieren scheuren af
B
kapselband wordt korter
C
gewrichtskop gaat uit de gewrichtskom
D
een botbreuk in het gewricht

Slide 43 - Quiz

Laatste vraag

Slide 44 - Diapositive


"Na het sporten doe je een aantal oefeningen om blessures te voorkomen."
Deze uitspraak hoort bij:
A
Warming-up
B
Rekken & strekken
C
Cooling-down

Slide 45 - Quiz