4. Ik kan uitleggen wat rond 1520 de bestuurlijke situatie in de Nederlanden was en wat Karel V daaraan wilde veranderen (blz. 26/27)
- Welke grote verschillen waren er in 17 gewesten? Noem er drie!
- - Munten
- - Wetten
- - Bestuurders
Lastig voor Karel V om te besturen. hij wilden daarom .
- centraal bestuur. Noem twee kenmerken van een centraal. bestuur.
- Om dezelfde belasting te heffen in elke gewest.
- Eigen ambtenaren in plaats van Nederlandse adel.
MAAK OPDRACHT 4 tot en met 7