Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Wat gaan we doen vandaag?
Uitleg
Opdrachten
Slide 1 - Diapositive
Organen die hormonen maken
Vervoert hormonen
Stoffen die berichten doorgeven aan organen
Een belangrijke hormoonklier
Hormoonklieren
Bloed
Hormonen
Hypofyse
Slide 2 - Question de remorquage
Het gehalte aan cholesterol in het bloed kan een rol spelen bij het ontstaan van vernauwing in bloedvaten. Cholesterol is een bepaald type vet. Cholesteroldeeltjes kunnen in de wand van bloedvaten terechtkomen. Bepaalde bloeddeeltjes nemen dit cholesterol in zich op, net zoals ze ziekteverwekkers onschadelijk maken.
Hoe heten deze bloeddeeltjes?
A
bloedplaatjes
B
bloedplasma
C
rode bloedcellen
D
witte bloedcellen
Slide 3 - Quiz
Welke bloeddeeltjes kunnen buiten het bloedvatenstelsel komen?
A
Witte bloedcellen
B
rode bloedcellen
C
bloedplaatjes
Slide 4 - Quiz
Sommige soorten slangengif kunnen stolling van bloed in de bloedvaten veroorzaken. Welke bloeddeeltjes hebben te maken met bloedstolling?
A
Witte bloedcellen
B
Rode bloedcellen
C
Bloedplaatjes
Slide 5 - Quiz
Verbranding:
koolstofdioxide
water
energie
glucose
zuurstof
Slide 6 - Question de remorquage
Wat gaan we leren vandaag?
Welke weg bloed neemt in ons lichaam.
Welke verschillende soorten bloedvaten we hebben.
Slide 7 - Diapositive
Bloedsomloop
Kleine bloedsomloop:
hart -> longen -> hart
Grote bloedsomloop:
hart -> alle andere organen -> hart
Slide 8 - Diapositive
Bloedvaten
Slide 9 - Diapositive
Slagader
Slide 10 - Diapositive
Haarvat
Slide 11 - Diapositive
Ader
Slide 12 - Diapositive
Bij welk type bloedvat past de volgende zin: 'Een bloedvat met een zeer dunne wand'
A
Slagader
B
Haarvat
C
Ader
Slide 13 - Quiz
Bij welk type bloedvat past de volgende zin: 'Een bloedvat die bloed vanaf het hart NAAR organen vervoert'.
A
Slagader
B
Haarvat
C
Ader
Slide 14 - Quiz
www.biologiesite.nl
Slide 15 - Lien
Zelf aan de slag (9.2)
Je mag zelf kiezen waarmee je aan de slag gaat. Als je klaar bent ga je door met een ander onderdeel. Niks doen is geen optie.