9.1 Bloed 1/3 6-12-2021

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Wat gaan we doen in deze les?

Organen die hormonen maken

Vervoert hormonen

Stoffen die berichten doorgeven aan organen

Een belangrijke hormoonklier

Hormoonklieren

Bloed

Hormonen

Hypofyse

Bloed

Bloeddeeltjes:

1. Rode bloedcellen
2. Witte bloedcellen
3. Bloedplaatjes

Bloed

Bloedcellen verslijten snel. Nieuwe worden gemaakt in het rode beenmerg in platte beenderen.

Taak 1. Vervoer van stoffen

Rode bloedcellen:

• Zuurstof

Bloedplasma:

• Koolstofdioxide
• Voedingsstoffen
• Afweerstoffen
• Hormonen

Taak 2. Lichaam op temperatuur houden

Bloed is warm en verwarmt de plekken die kouder zijn.

Taak 3. Ziekteverwekkers bestrijden

Twee soorten witte bloedcellen:

• Vreetcellen: sluiten ziekteverwekkers in en eten ze op.
• Witte bloedcellen die antistoffen (afweercellen) maken.

Taak 4. Wondjes dichtmaken

Wondjes dichtgaan = bloedstolling

Inspanning

Energierijke stoffen --> energie + afvalstoffen

Energierijke stoffen zijn nodig.

Afvalstoffen moeten weg.

Energierijke stoffen 

 

1. Meer zuurstof aanvoeren

2. Meer glucose aanvoeren

Door sneller adem te halen en hogere hartslag

Afvalstoffen 

 

1. Meer afvalstoffen afvoeren

2. Meer warmte afvoeren

Door sneller adem te halen, hogere hartslag en wijdere bloedvaatjes

Te weinig zuurstof

Bloedarmoede: te weinig of slecht werkende rode bloedcellen, dus te weinig zuurstof naar de organen. Komt vaak door een tekort aan ijzer.

Koolstofmonoxide gaat op de plek van zuurstof zitten

Sommige soorten slangengif kunnen stolling van bloed in de bloedvaten veroorzaken. Welke bloeddeeltjes hebben te maken met bloedstolling?

1. Witte bloedcellen
2. rode bloedcellen
3. bloedplaatjes

Het gehalte aan cholesterol in het bloed kan een rol spelen bij het ontstaan van vernauwing in bloedvaten. Cholesterol is een bepaald type vet. Cholesteroldeeltjes kunnen in de wand van bloedvaten terechtkomen. Bepaalde bloeddeeltjes nemen dit cholesterol in zich op, net zoals ze ziekteverwekkers onschadelijk maken.

Hoe heten deze bloeddeeltjes?

1. bloedplaatjes
2. bloedplasma
3. rode bloedcellen
4. witte bloedcellen

Maak opdracht 1 t/m 11 van 9.1

Klaar? Kies uit:

- Opdrachten nakijken

- Werken aan je samenvatting

Samenvatten

Vat de uitleg in een paar zinnen samen, in je schrift.

Snap je alles? 

Wat vind je nog lastig? 

Wat moet je nog extra oefenen?