Examentraining VMBO-TL Water

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 4

Herhaling Aardrijkskunde TL 

Water

Wat gaan we doen?

- Blader door je boek: Waar heb je nog vragen over. Wat snap je nog niet???

- Filmpje + Samen lezen 6.6 

1. -Leerdoelen: voorbeelden waterconflict kunnen geven
2. verklaren wat de oorzaak en gevolgen van de waterconflicten kunnen zijn

- Herhaling d.m.v. vragen over het hele hoofdstuk.

Zelf aan de slag

Het water op aarde bestaat uit zoet en zout water. Hoeveel procent is zoet?

1. 25 %
2. 15 %
3. 2,5 %
4. 1,5 %

Welke onderdeel van de waterkringloop behoren tot de KORTE waterkringloop

1. Afstroming en condensatie
2. Afstroming en infiltratie
3. Condensatie en verdamping
4. Verdamping en infiltratie

De overheid stimuleert burgers tot duurzaam gebruik van water.

Welke maatregel draagt bij aan duurzaam watergebruik?

1. De tuin betegelen
2. Leidingwater gebruiken om de planten water te geven
3. Opgevangen regenwater gebruiken om planten water te geven
4. Regenwater afvoeren via de riolering

Tot 1990 steeg de totale productie van drinkwater in Nederland. Vanaf 1990 daalde de productie van drinkwater in Nederland weer.

Wat is de reden voor deze daling vanaf 1990?

1. De landbouw ging ontzilt zeewater gebruiken
2. De welvaart in Nederland nam af
3. Het aantal inwoners van Nederland daalde.
4. Het gebruik van drinkwater door huishoudens werd duurzamer

In een waterkringloop onderscheiden we:
1. condensatie
2. infiltratie
3. neerslag
4. ondergrondse afstroming
5. verdamping

Welke stappen vinden achtereenvolgens plaats in de waterkringloop als je begint bij oceanen en zeeën?

1. 1 - 3 - 4 - 2 - 5
2. 1 - 5 - 3 - 4 - 2
3. 5 - 4 - 1 - 3 - 2
4. 5 - 1 - 3 - 2 - 4

In Nederland maken we drinkwater uit grondwater en oppervlaktewater.

Welk voordeel heeft de productie van drinkwater uit oppervlaktewater ten opzichte van productie van drinkwater uit grondwater?

1. De productie van drinkwater uit oppervlaktewater is goedkoper dan de productie van drinkwater uit grondwater.
2. De winning van oppervlaktewater leidt minder snel tot verdroging van de bodem dan de winning van grondwater.
3. Oppervlaktewater is minder verontreinigd dan grondwater.
4. Het water afkomstig van de productie uit oppervlaktewater is een stuk lekkerder dan van grondwater.

In het diagram zie je het watergebruik van Nederlanders per persoon per dag. Achter een aantal kleuren in de legenda is het watergebruik vervangen door de letters P, Q en R.

Waar staat het juiste watergebruik bij de letters uit de legenda van het diagram?

1. P= douche Q = wastafel R= wasmachine
2. P = douche Q = wasmachine R = wastafel
3. P = wasmachine Q = wastafel R = douche
4. P = wastafel Q = douche R = wasmachine

De letter X op de kaart staat in de bovenloop van de rivier?

Goed of fout

1. Goed
2. Fout

Sleep de begrippen naar de juiste plek.

Bovenloop

Middenloop

Benedenloop

Sleep de begrippen naar de juiste plek.

Winterdijk

Zomerdijk

Uiterwaard

Kribben

Komgronden

Oeverwall

Welke maatregel zie je hier?

1. Uiterwaardvergraving
2. Kribverlaging
3. Zomerbedverlaging
4. Obstakelverwijdering

Welke maatregel zie je hier?

1. Uiterwaardvergraving
2. Kribverlaging
3. Dijkverlegging
4. Nevengeul/ Hoogwatergeul

In de bron zie je de gemiddelde afvoer van water in de Rijn en de Maas in kubieke meter per seconde.
Leg uit waarom er minder water in de zomer wordt afgevoerd?

Door wie wordt het waterbeheer in Nederland uitgevoerd?

1. De gemeente
2. De Provincie
3. Rijkswaterstaat
4. Waterschappen & Rijkswaterstaat

Zorgen voor een juiste waterkwantiteit betekent:

1. (te) veel water
2. Schoon water
3. niet teveel en niet te weinig water
4. (te) weinig water

Wat gebeurt het met het water van een rioolwaterzuiveringsinstallatie?

1. Hier wordt drinkwater van gemaakt
2. Het water wordt geloosd op het oppervlaktewater
3. Het wordt gebruikt als koelwater
4. Het wordt gebruikt als proceswater

Behoort het gebied in deze bron tot hoog- of laag-Nederland

1. Hoog Nederland
2. Laag Nederland

Bekijk de bron. Wat voor soort water vind je bij de cijfers 1 tm 3?

1. 1= zout water 2= zoet water 3= brak water
2. 1 = zoet water 2= zout water 3= brak water
3. 1= brak water 2= zoet water 3= zout water
4. 1= zoet water 2= brak water 3= zout water

Wat zien we hier?

1. Een zandeiland
2. Een polder
3. Relatieve zeespiegelstijging
4. De zandmotor

Op de kaart is te zien dat er in het midden van Nederland een groot gebied ligt waar eens in de tien jaar een vochttekort is van meer dan 150 millimeter. In dit gebied liggen vooral zandgronden.
Geef een natuurlijke oorzaak waarom juist deze zandgronden sneller een vochttekort hebben.

Klik om te vergroten

Welke vorm van irrigatie zie je op de foto?

1. Beregening
2. Druppelirrigatie
3. Oppervlakte-irrigatie
4. Kanaalirrigatie

Welke vorm van irrigatie zie je op de foto?

1. Beregening
2. Druppelirrigatie
3. Oppervlakte-irrigatie
4. Kanaalirrigatie

Niet overal is het even gemakkelijk om drinkwater te maken van oppervlaktewater.

Waar is het moeilijker om van oppervlaktewater drinkwater te maken? Chongqing of Shanghai?
Leg je keuze uit.

Klik op de afbeelding om te vergroten.

In gebied B worden via de rivieren meer goederen getransporteerd dan in gebied A.

Wat is hiervan de belangrijkste oorzaak?

Klik op de afbeelding om te vergroten.

1. In gebied A liggen minder grote steden en daardoor wordt er minder gehandeld dan in gebied B
2. In gebied A is er in sommige delen van het jaar te weinig water in de rivieren. Dat geldt niet voor gebied B.
3. In gebied B is er minder reliëf waardoor vervoer over water gemakkelijker is dan in gebied A.
4. In gebied B stroomt het water langzamer waardoor de rivieren beter bevaarbaar zijn dan in gebied A

In het zuiden van China komen door hevige regenval steeds meer overstromingen voor. Door ontbossing in het stroomgebied van de rivieren kunnen de overstromingen toenemen.
Waarom kan door ontbossing een gebied sneller overstromen?

In welke plaats is het minste water per persoon beschikbaar en wat is daarvoor de juiste verklaring?

Klik op de afbeelding om te vergroten.

1. In plaats A is het minste water per persoon beschikbaar, doordat hier veel irrigatielandbouw is.
2. In plaats A is het minste water per persoon beschikbaar, doordat hier weinig neerslag valt.
3. In plaats B is het minste water per persoon beschikbaar, doordat hier veel grote steden liggen.
4. In plaats B is het minste water per persoon beschikbaar, doordat hier veel water verdampt.

De Harranvlakte is een van de heetste plekken van Turkije. Daarom is er veel irrigatiewater nodig om hier katoen te verbouwen. Noem een nadelig gevolg van de irrigatie in dit gebied.

In veel gebieden is een tekort aan zoet water. Om aan zoet water te komen ontzilten ze het zoute water en halen ze water uit aquifers. Op welke manier kunnen deze droge gebieden nog meer aan water komen?

Op de kaart staan de Eufraat en de Tigris.

Wat is juist?

1. De X staat in de benedenloop van de Eufraat en de Tigris
2. De X staat in de bovenloop van de Eufraat en deTigris
3. De X staat in de middenloop van de Eufraat en de Tigris
4. De X staat op de waterscheiding van de Eufraat en de Tigris

In de grafiek is de beschikbare hoeveelheid water in miljoenen m3 per jaar per land af te lezen.

Welke uitspraak is juist?

De beschikbare hoeveelheid water is in de periode 1990-2005

1. Toegenomen voor Irak en afgenomen voor Syrië
2. Toegenomen voor Syrië en afgenomen voor Irak
3. Toegenomen voor Syrië en afgenomen voor Turkije
4. Toegenomen voor Turkije en afgenomen voor Syrië

Op de foto is een stuwdam te zien. De bouw van stuwdammen zorgt voor een voorraad water die gebruikt kan worden voor huishoudens, de landbouw en de industrie.
Geef nog een belangrijke reden waarom stuwdammen gebouwd worden.

Waarom kan het bouwen van stuwdammen in de Nijl soms tot ruzie over het water tussen landen leiden?

1. De aanleg van stuwdammen is duur waardoor de belastingen omhoog moeten.
2. De aanleg van stuwdammen vraagt veel ruimte waardoor veel mensen moeten verhuizen. Verzet is groot.
3. Het land stroomafwaarts krijgt minder water van de rivier.
4. Het milieu in het rivierdal wordt door de aanleg van het stuwmeer ernstig aangetast.

Wat zie je op de foto?

1. Aquifer
2. Wadi
3. Fatamorgana
4. Oase

Aan de slag

-Maak opdracht 17 t/m 32 van het schriftelijk examen aardrijkskunde 2024, tijdvak 1. 

Kijk dit kritisch na en corrigeer waar nodig in je eigen woorden. 

Let op formuleren van je antwoorden!

- Of werk aan je samenvatting / leren voor SE week.

- Laatste 30 minuten mag je werken aan een ander vak.

Heel veel succes in de SE week!!