§3.4 Het christendom ontstaat

§3.4 Het christendom ontstaat
1 / 16
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 16 diapositives, avec diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

§3.4 Het christendom ontstaat

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
- Je kunt met voorbeelden uitleggen wat het verschil is tussen monotheïstische en polytheïstische godsdiensten

- Je kunt uitleggen hoe het christendom ontstond en de belangrijkste kenmerken noemen van de Christelijke geloofsleer.

- Je kunt beschrijven hoe het christendom zich in de late oudheid verspreidde.


Slide 2 - Diapositive

Joden en christenen
  •  Alle volken in het Romeinse Rijk geloofden in meerdere goden, dit heet polytheïsme.

  • In Israël woonde het Joodse volk, zij geloofden maar in een god, dit heet monotheïsme. Dit was erg bijzonder in die tijd. De joden (jodendom) lazen heilige boeken over hoe ze moesten leven. 

Slide 3 - Diapositive


Koninkrijk?


De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest,
hoewel daar erg weinig over bekend is.

En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
In 117 na Christus was het Romeinse Rijk op zijn grootst. 
In 63 v. Chr. veroverden de Romeinen de streek Palestina. Hier woonden vooral joden. Zij geloven in één god. Hun godsdienst noemen we het jodendom.
De joden geloofden dat een verlosser hen zou bevrijden van al het kwaad, dus misschien ook wel van de Romeinen.........
Romeinen geloven in meerdere goden. Overwonnen volken mogen hun eigen goden houden, zolang ze de belangrijkste Romeinse goden ook vereren. De Romeinen nemen op hun beurt ook weer Goden van andere volken over.

Slide 4 - Diapositive

Joden in het Romeinse Rijk
  • De Romeinen hadden Judea (Israël/Palestina) onderworpen in 63 v.C.

  • In 6 n.C. maakten de Romeinen van Judea een Romeinse provincie.

  • Joodse bevolking moest hoge belastingen betalen en werd beledigd.

  • Veel Joden hoopten op de Messias.


Slide 5 - Diapositive

Het begin van het christendom
  • Volgens overleveringen trok Jezus van Nazareth rond 30 n.C. door Judea.
  • Verhalen over Jezus zijn na zijn dood door zijn aanhangers opgeschreven.
  • Volgens de verhalen was Jezus een joodse prediker.
  • Hij predikte over naastenliefde en zorgen voor zwakke medemensen. Hij zei dat hij de zoon van de enige ware God was.
  • Volgens de Romeinen was Jezus een opstandeling. 
  • Jezus werd gearresteerd na aandringen van Joodse religieuze leiders en gekruisigd.


Slide 6 - Diapositive

Het begin van het christendom
  • De volgelingen van Jezus geloofden dat hij was gestorven om de mensen te verlossen van hun zonden.
  • Na drie dagen uit de dood opgestaan (Pasen).
  • Hemelvaart.

  • Het aantal aanhangers groeide en er kwamen ook niet-joden bij.
  • Christus (Griekse vertaling Messias) was de zoon van God.
  • Christus zou alle mensen verlossen.


Slide 7 - Diapositive

Opdracht
Maak opdracht 1 t/m 6 op blz. 121, 124 en 125

Slide 8 - Diapositive

Een verboden godsdienst
  • Christelijke predikers reisden door het Romeinse rijk om mensen tot het christendom te bekeren.

  • Het christendom werd een populaire godsdienst.
  • - Het beloofde een beter leven na de dood
  • - Voor God was iedereen gelijk

  • De eerste aanhangers waren dan ook vooral armen, slaven en vrouwen!



Slide 9 - Diapositive

Een verboden godsdienst
  • Joden en christenen weigerden de keizer en staatsgoden te vereren.
  • De joden vormen een kleine groep en werden daarom niet als bedreiging van de staat gezien.
  • De christenen wel! Die waren ook actief bezig met 'bekeren

Slide 10 - Diapositive

Een verboden godsdienst
  • In de 3e eeuw n.C. had het Romeinse rijk veel last van oorlogen, honger en ziektes.

  • Keizers geloofden dat de staatsgoden de staat niet meer beschermden:
  • De christenen kregen de schuld van alle problemen.

  • Het christendom werd verboden en duizenden christenen werden opgepakt, gemarteld en vermoord.


Slide 11 - Diapositive

De Romeinse keizer Nero liet de christenen op gruwelijke wijze doden. Hij liet hen aan het kruis slaan, verbranden of voor de leeuwen gooien. (Mozaïek uit de 2e eeuw n.C.)

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Keizer Constantijn
Keizer Constantijn krijgt bij een veldslag  een droom: 
hij ziet een christelijk symbool  in de lucht en hoort de boodschap: 'in dit teken zult gij overwinnen' 
Hij besluit dat alle manschappen het teken op een schild schilderen

Slide 14 - Diapositive

Van verboden godsdienst naar staatsgodsdienst
  • In 313 gaf keizer Constantijn de christenen godsdienstvrijheid: Christenen mochten vanaf nu openlijk met hun godsdienst bezig zijn.
  • In 380 benoemde keizer Theodosius het christendom tot staatsgodsdienst.

  • Twaalf jaar later (391) werden alle andere godsdiensten verboden, behalve het jodendom: einde van de godsdienstige verdraagzaamheid.


Slide 15 - Diapositive

Een nieuwe staatsgodsdienst
  • De rooms-katholieke kerk verdeelde het rijk in kerkprovincies, onder leiding van een bisschop.

  • De paus, de bisschop van Rome, werd de leider van de kerk.

  • De paus bepaald wie er als heilige mag worden vereerd.


Slide 16 - Diapositive