Drieledige samenstellingen

Driedelige samenstellingen
1 / 20
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 20 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Driedelige samenstellingen

Slide 1 - Diapositive

Drieledige samenstelling
Samengesteld woord waarin het eerste deel een woordgroep is van een bijvoeglijk naamwoord (of telwoord) en zelfstandig naamwoord. Basisregel: aaneenschrijven!
[sociale + media] + strategie = socialemediastrategie
[gelijke + kansen] + beleid = gelijkekansenbeleid
[vijftig + euro] + biljet = vijftigeurobiljet


Slide 2 - Diapositive

Wanneer los?
Als het bijvoeglijk naamwoord iets zegt over allebei 
de zelfstandig naamwoorden
Bijvoorbeeld:
  • zachte knuffelbeer > de knuffelbeer is zacht
  • mooie paardenstal > de paardenstal is mooi
En niet: de afstandsloper is lang, maar de loper legt een lange afstand af. 

Slide 3 - Diapositive

Let op!
De betekenis van het woord kan veranderen.
Bijvoorbeeld:
  • oude kaaskroket --> de kaaskroket is oud
  • oudekaaskroket   --> er zit oude kaas in de kroket
  • droge hoestsiroop --> de hoestsiroop is droog
  • drogehoestsiroop  --> de siroop is voor drogehoest


Slide 4 - Diapositive

Let op!
  • Bij klinkerbotsing gebruik je een koppelteken.
Voorbeeld: lage-energiewoning, vrije-uitloopeieren, gala-avond, bureau-inhoud
  • Zonder klinkerbotsing schrijf je alles aan elkaar
Voorbeeld: koffieautomaat, cadeauabonnement, juryuitspraak
  • 'co' krijgt alleen een koppelteken bij klinkerbotsing
Voorbeeld: coauteur, co-ouderschap
Check de uitzonderingen van klinkerbotsing in je syllabus (2.2)!



Slide 5 - Diapositive

Samenkoppeling
Als een vaste woordgroep één begrip vormt, geven we dat aan  door koppeltekens te plaatsen:
  • staakt-het-vuren
  • kant-en-klaar / een kant-en-klare maaltijd
Samenstellingen met een samenkoppeling schrijven we zo:
  • een staakt-het-vurenbeleid
  • een kant-en-klaarmaaltijd

Slide 6 - Diapositive

Let op:
  • Woorden die eindigen op een letter of cijfer
vitamine B12-kuur, jaren 80-muziek
  • Een eigennaam met meerdere hoofletters:
Anne Frankhuis, Tweede Kamerleden, Middellandse Zeegebied
  • Voorzetsels
daarboven, daarbovenop, ze zit achterop, ze zit achter op de fiets

Slide 7 - Diapositive

hoogrisico zwangerschap of
hoogrisicozwangerschap of
hoogrisico-zwangerschap
A
hoogrisico zwangerschap
B
hoogrisicozwangerschap
C
hoogrisico-zwangerschap

Slide 8 - Quiz

vijf dollarbiljet of
vijfdollarbiljet of
vijf-dollarbiljet
A
vijf dollarbiljet
B
vijfdollarbiljet
C
vijf-dollarbiljet

Slide 9 - Quiz

schone energiebouw of
schoneenergiebouw of
schone-energiebouw
A
schone energiebouw
B
schoneenergiebouw
C
schone-energiebouw

Slide 10 - Quiz

Openlucht zwembad of
Openluchtzwembad of
Openlucht-zwembad
A
Openlucht zwembad
B
Openluchtzwembad
C
Openlucht-zwembad

Slide 11 - Quiz

eerste elftalspeler of
eersteelftalspeler of
eerste-elftalspeler
A
eerste elftalspeler
B
eersteelftalspeler
C
eerste-elftalspeler

Slide 12 - Quiz

Bronzen medaillewinnaar of
Bronzenmedaillewinnaar of
Bronzen-medaillewinnaar
A
Bronzen medaillewinnaar
B
Bronzenmedaillewinnaar
C
Bronzen-medaillewinnaar

Slide 13 - Quiz

Dunnedarm onsteking of
Dunnedarmonsteking of
Dunnedarm-onsteking
A
Dunnedarm onsteking
B
Dunnedarmonsteking
C
Dunnedarm-onsteking

Slide 14 - Quiz

Hoge drukreiniger of
Hogedrukreiniger of
Hoge-drukreiniger
A
Hoge drukreiniger
B
Hogedrukreiniger
C
Hoge-drukreiniger

Slide 15 - Quiz

Grote stedenbeleid of
Grotestedenbeleid of
Grote-stedenbeleid
A
Grote stedenbeleid
B
Grotestedenbeleid
C
Grote-stedenbeleid

Slide 16 - Quiz

rode wijnglazen of
rodewijnglazen of
rode-wijnglazen
A
rode wijnglazen
B
rodewijnglazen
C
rode-wijnglazen

Slide 17 - Quiz

Hoe schrijf je: groene thee extract?

Slide 18 - Question ouverte

hoe schrijf je: 60 jarige man?

Slide 19 - Question ouverte

Hoe schrijf je: verse munt thee?

Slide 20 - Question ouverte