Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Burgers en stoommachines
Textielindustrie in Twente
Slide 1 - Diapositive
Leerdoelen
Het is fijn dat je in gesprek met een oudere beter begrijpt waarover gesproken wordt.
Begrijp je dingen niet uit een gesprek, schrijf het op en vraag het!! Super leerzaam.
Slide 2 - Diapositive
Industriële revolutie
Eerst even algemeen...
Slide 3 - Diapositive
Pre-industriële revolutie
Voor de industriële revolutie werden er producten gemaakt met de hand.
(huis)nijverheid: productiewerkzaamheden die in het eigen huis worden uitgevoerd, soms door een persoon, maar soms ook door het gehele gezin in opdracht van een ondernemer.
Spinnen en weven!
Slide 4 - Diapositive
De industriële revolutie
De industriële revolutie begon in Engeland al in de tweede helft van de 18e eeuw (rond 1750). De rest van Europa volgde in de 19e eeuw.
Oorzaken:
Wetenschappelijk denken en Verlichting.
Vernieuwing in plaats van traditie.
Uitvindingen in landbouw, mijnbouw & nijverheid
Bijv. De schietspoel en de Spinning Jenny, een snelle weefmachine.
Later ook stoommachines.
Slide 5 - Diapositive
De industriële revolutie
De schietspoel en de Spinning Jenny waren twee uitvindingen die zorgen voor een grote productietoename in de textielnijverheid.
Slide 6 - Diapositive
Industriële revolutie
En nu naar ons mooie Twente!
Slide 7 - Diapositive
De opkomst van de textielindustrie
Textielindustrie in Twente en Noord-Brabant verdrong de huisnijverheid (spinners en wevers).
Textielindustrie:in fabrieken bedienden arbeiders grote spin- en weefmachines die op stoomkracht draaiden.
Slide 8 - Diapositive
Fabrieken
Machinaal produceren
Hogere productie
Stoomweverij in Twente (1878).
Slide 9 - Diapositive
De industriële revolutie
Waar men eerst afhankelijk was van menselijke (thuiswerkers, slaven) en natuurlijke factoren bij handarbeid, windkracht en waterkracht, kon er nu gerekend worden op de stoomkracht.
Slide 10 - Diapositive
De late industrialisatie in
Nederland
In Nederland kwam de industrialisatie laat (na 1865) op gang.
Oorzaken:
Industrie werd niet nodig gevonden
Beleggers durfden niet
Geen steenkool (energiebron voor industrie)
Belegger: iemand die geld investeert in een bedrijf, dienst, product, etc.
Industrialisatie: de uitbreiding van fabrieken en de komst van nieuwe fabrieken.
Slide 11 - Diapositive
De industriële revolutie
De mensen trokken van het platteland naar de fabrieken om als arbeider in de fabriek te werken. Dit heet Urbanisatie: een trek van de landelijke gebieden naar de stad, verstedelijking.
Gevolgen:
Industriële samenleving
Ontstaan van industriesteden.
Van (huis)nijverheid industrie.
Slide 12 - Diapositive
Bekende fabrieken in Twente
Slide 13 - Diapositive
Jutefabriek ter Horst Rijssen
Slide 14 - Diapositive
Textiel in Almelo
Slide 15 - Diapositive
Ten Cate
Herkenbaar?
Slide 16 - Diapositive
Einde van de textielindustrie in Twente
De textielindustrie is niet blijven bestaan in Twente. Er werd teveel katoen in heel Europa gemaakt. En lonen werden te hoog. De mensen wilden meer geld verdienen. Er moesten daardoor fabrieken sluiten of gaan samenwerken (fuseren). In 1968 moest bijvoorbeeld Van Heek de fabriek sluiten. In 1965 werkten er nog 43.000 mensen in de textielindustrie. In 1990 was dat nog maar 8700.