Herhaling th 7, Opslag, uitscheiding en bescherming

1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Inwendig milieu
Uitwendig milieu
Weefselvloeistof
Lucht
Voedingsstoffen in darmen
Bloedplasma
Urine

Slide 2 - Question de remorquage

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Diapositive

Welk van de volgende organen is een uitscheidingsorgaan?
Longen
Nieren
Darmen
Lever
Spieren
Botten

Slide 6 - Sondage

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Functies van de lever:

fibrinogeen
glycogeen
gal
ureum
alchol, drug en medicijnen
de lever kan schadelijke stoffen zoals ...............  afbreken
de lever breekt overtollige eiwitten af, bij dit proces ontstaat ...........
De lever produceert ......... en dit helpt bij het afbreken van vet.
De lever kan de glucosegehalte op pijl houden door ................ om te zetten naar glycogeen
De lever kan voedingsstoffen zoals eiwitten omzetten in .....

Slide 9 - Question de remorquage

Slide 10 - Diapositive

Wat is een functie van de poortader?
A
vervoeren van koolstofdioxide
B
vervoeren van zuurstof
C
vervoeren van voedingsstoffen
D
vervoeren van afvalstoffen

Slide 11 - Quiz

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Je nieren halen afvalstoffen uit het bloed. Welke?
A
Oude rode bloedcellen
B
koolstofdioxide
C
giftige stoffen
D
water

Slide 14 - Quiz

Hoe krijgen de nieren zuurstofrijk bloed?
A
Door de nierader
B
Door de poortader
C
Door de nierslagader
D
Door de nierhaarvaten

Slide 15 - Quiz

Slide 16 - Diapositive

Vervoert de urine vanuit de nieren naar de (urine)blaas.
Slaat de urine tijdelijk op
Via deze buis verlaat urine het lichaam
Hier worden afvalstoffen uit het bloed gehaald.
Niermerg
en nierschors
Urineleider
Urineblaas
Urinebuis

Slide 17 - Question de remorquage

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

In welk deel van het lichaam slaat een mens reservestof vooral op?
A
kiemlaag
B
lederhuid
C
in het onderhuidse bindweefsel
D
opperhuid

Slide 20 - Quiz

Slide 21 - Diapositive

De opperhuid bestaat uit:
A
Kiemlaag en onderhuids bindweefsel
B
Hoornlaag en onderhuids bindweefsel
C
Hoornlaag en Kiemlaag

Slide 22 - Quiz

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Ons lichaam verdedigt ons tegen ziekteverwekkers met behulp van ..
A
huid
B
slijmvliezen
C
koorts
D
maagsap

Slide 26 - Quiz

Antibiotica kunnen ..
A
alleen bacteriën doden
B
alleen virussen doden
C
alle ziekteverwekkers doden
D
geen ziekteverwekkers doden

Slide 27 - Quiz

natuurlijke immuniteit
kunstmatige immuniteit
witte bloedcellen maken antistoffen
witte bloedcellen sluiten bacteriën in
je krijgt een inenting met dode of verzwakte ziekteverwekkers 

Slide 28 - Question de remorquage