4TL 8.4 Afvalstoffen les 1 en 2

8.4 Afvalstoffen
1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

8.4 Afvalstoffen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op welke plek in je lichaam komt de lymfe weer in je bloed terecht?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen
  1. Je kunt uitleggen welke organen afvalstoffen uit je lichaam verwijderen en uitleggen waarvoor dat is. 
  2. Je kunt de functies van de lever beschrijven.
  3. Je kunt de bouw en werking van de nieren beschrijven. 

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Weet je nog?
Samen opdracht 1 en 2 maken.

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uitscheidingsorganen
Door verbranding en andere processen in het lichaam ontstaan afvalstoffen. 

De afvalstoffen komen in het bloed terecht.
Het bloed verandert daardoor de hele tijd van samenstelling.

Het lichaam wil het liefst de samenstelling van het bloed zoveel mogelijk gelijk (constant) houden. De uitscheidingsorganen helpen hierbij.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pietertje rent een rondje in het park. 's Avonds zit hij Netflix te kijken op de bank. Wanneer komen er meer afvalstoffen van verbranding vrij?
A
Als Pietertje een rondje rent
B
Als Pietertje thuis op de bank netflix zit te kijken.

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk uitscheidingsorgaan zorgt ervoor dat koolstofdioxide ons lichaam kan verlaten?
A
Lever
B
Huid
C
Nieren
D
Longen

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke taken heeft de lever?
1. De lever zorgt voor afbreken en omzetten van stoffen.
2. De lever maakt stoffen.
3. De lever slaat stoffen op. 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Omzetten en afbreken van stoffen 
1. Giftige stoffen afbreken, zoals alcohol en medicijnen en omzetten in onschadelijke stoffen. 
2. Overtollige eiwitten afbreken, daarbij ontstaat ureum ==> nieren
3. 'Versleten' rode bloedcellen afbreken. IJzer uit de hemoglobine opslaan en de rest uit het lichaam verwijderen. 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

2. Het maken van stoffen 
1. De lever maakt gal. (verdeelt het vet uit de voeding in kleine druppeltjes)
2. De lever maakt cholesterol (gebruikt je lichaam om nieuwe cellen te maken)


Slide 11 - Diapositive

1.18 min
3. Het opslaan van stoffen 
1. De lever slaat glucose op in de vorm van glycogeen.
2. De lever slaat vitaminen A en D op

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar krijgt de lever bloed vandaan?
1. Leverslagader
Brengt zuurstofrijk bloed naar de lever. 

2. Poortader
De poortader, brengt zuurstofarm bloed, maar rijk aan voedingsstoffen naar de lever.

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk hormoon gemaakt door de alvleesklier zorgt dat glucose kan worden opgeslagen in de vorm van glycogeen.
A
Adrenaline
B
Insuline
C
Glucagon

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Nieren
1. Het lichaam heeft 2 nieren.
2. De nieren liggen aan de achterzijde in de buikholte.
3. 2 urineleiders verbinden de nieren met de urineblaas.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 16 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat filteren nieren uit het bloed?
1. Afbraakproducten van de lever: ureum, restproducten van alcohol of medicijnen
2. Overtollige stoffen, dus stoffen waar je er teveel van hebt in het lichaam; bijvoorbeeld water, zouten en zelfs sommige vitaminen.
3. Overbodige stoffen, stoffen die je lichaam niet nodig heeft, zoals kleurstoffen. 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe werken de nieren? 
1. Via de nierslagaders komt er bloed met afvalstoffen de nier binnen.
2. In de nierschors zitten miljoenen filtertjes, deze halen de afvalstoffen uit het bloed
3. Het niermerg bevat buisjes, die de afvalstoffen met water opvangen ==> = urine
4. De urine gaat via het nierbekken en de urineleiders naar de urineblaas

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bloed laten zuiveren door een kunstnier heet dialyseren.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
Lezen 8.4 blz 128 t/m 135 
Maken 8.4 opdracht 1 t/m 18





Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Via welke drie organen raakt het lichaam water kwijt?
A
Hart, longen, darmen
B
Longen, huid, nieren
C
Nieren, darmen, longen
D
Lever, nieren, longen.

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 22 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel liter urine ontstaat er per dag in jouw nieren?
A
0.5 liter
B
1 liter
C
1.5 liter
D
2.0 liter

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions