Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 30 min
Éléments de cette leçon
Welkom!
Slide 1 - Diapositive
Bezittelijk voornaamwoord - 2.2 F
1 Planning en agenda 2 10 minuten stillezen
3 Quizje
m.marinus@singelland.nl
4 Grammatica - Bezittelijk voornaamwoord
5 Zelfstandig werken
6 Afsluiten met Plenda!
Welkom!
Slide 2 - Diapositive
'10' minuten
stillezen
timer
7:00
Slide 3 - Diapositive
Benoem de woordsoorten: Woordsoorten zijn lastig.
'Woordsoorten' is
A
zn
B
ww
C
bn
D
lw
Slide 4 - Quiz
Zij kamt haar haar voor de spiegel.
Het persoonlijk voornaamwoord is... / De persoonlijke voornaamwoorden zijn...
A
Zij
B
Zij, haar
C
Zij, haar, haar
D
haar
Slide 5 - Quiz
a. 'Tijdens' is een voorzetsel. b. 'Op' is een voorzetsel. c. 'Sommige' is een voorzetsel.
A
a. waar
b. waar
c. waar
B
a. waar
b. niet waar
c. niet waar
C
a. waar
b. waar
c. niet waar
D
a. niet waar
b. niet waar
d. waar
Slide 6 - Quiz
Wat is GEEN voorzetsel?
A
gedurende
B
niet
C
op
D
onder
Slide 7 - Quiz
Wat is geen zelfstandig naamwoord?
A
boek
B
glas
C
ren
D
de
Slide 8 - Quiz
Voorzetsels Wat is GEEN voorzetsel?
A
Tijdens
B
voor
C
omdat
D
tussen
Slide 9 - Quiz
Kijk naar de volgende zin. Welke woorden horen bij de onderstaande woordsoorten? Je moet sommige woordsoorten vaker gebruiken en niet alle woordsoorten hoef je te gebruiken.
Zelfstandig naamwoord
Bijvoeglijk naamwoord
lidwoord
werkwoord
De
dj
draait
op
het
festival.
leuke
Slide 10 - Question de remorquage
Doe een bijvoeglijk naamwoord na! (onthoud wel even welke)
Slide 11 - Question ouverte
inloggen.learnbeat.nl
Slide 12 - Lien
Aan de slag!
Maak de vragen van 2.2 F
Vooruit werken? Ga lezen! Of bezig met de boekenopdracht.
Overleggen mag (op fluistertoon).
Heb je een vraag, hand omhoog!
Ik maak rondjes door de klas en kijk ook via learnbeat/cloudwise met jullie mee