Les 4 par. 2.4 Dichtheid

Startklaar, 2H

Boek, schrift en pen op tafel, geen laptop
tas van tafel

1 / 34
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 34 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Startklaar, 2H

Boek, schrift en pen op tafel, geen laptop
tas van tafel

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Startklaar, 2 Havo
Boek, schrift en pen op tafel, 
pak je laptop



Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welkom!
Natuurkunde - 2hv  Les 4
  • Massa en volume herhalen
  • Uitleg dichtheid
  • 2 kleine opdrachten
  • Verdere uitleg
  • Huiswerk
Lesplanning

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

lesdoelen
  • Je kan uitleggen wat dichtheid betekent.
  • Je kent de formule voor dichtheid en kan hiermee rekenen
  • je kan uitleggen wat er gebeurd als er stoffen met verschillende dichtheden bij elkaar komen

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De afkorting voor massa is...?

A
g
B
cm
C
p
D
m

Slide 5 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De grootheid van volume?

A
L
B
V
C
p
D
m

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke formule gebruik je bij het berekenen van het volume van een blokje?
A
l x b x h
B
m/v
C
p x v
D
m3

Slide 7 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het zwaarste...
A
een kilo zilver
B
een kilo veren
C
twee kilo veren
D
een kilo kip met veren

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heeft het kleinste volume
A
kilo goud
B
kilo lood
C
kilo water
D
kilo lucht

Slide 9 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Sommige stoffen zijn 'zwaarder'

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dichtheid
De dichtheid zegt iets over hoeveel materiaal (massa) er in een bepaalde ruimte (volume) zit. De combinatie van die twee geeft je de dichtheid. 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dichtheid(2)
Het blijkt dat elke stof zijn eigen dichtheid heeft. Als je gaat kijken naar hoeveel 1 cm3 goud weegt, dan is dat altijd 19,3 gram. Bij ijzer is dat 7,9 g per cm3

De dichtheid is per stof verschillend, Dichtheid is dus een stofeigenschap!

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Dichtheid(3)
De formule van dichtheid is                                 

Dit kan je ook in symbolen opschrijven                          ,      (     betekent rho)

De eenheid van dichtheid is       /
cm3
g
ρ=vm
dichtheid=volumemassa
ρ

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

dichtheid van een aantal stoffen
Door de dichtheid van een stof te bepalen kun je er dus achter komen met welke stof je te maken hebt...

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Het is niet altijd goud dat blinkt!
Hieronder zie je twee stoffen. Een daarvan is goud, maar welke?

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De dichtheid van een stof  berekenen
In formule:  
                                                 
ρ=m/V

ρ= Dichtheid in gram per kubieke centimeter (g/cm3) 
m= Massa in gram (g)
V= Volume in kubieke centimeter (cm3) 

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Los op, 8m oranje: rustig overleg
B.
Op een pak kokosmelk staat: 1000g | 930mL

Welk volume hoort er bij een pakje van 200g? 
A.
Jelmer heeft een goudkleurige ketting met een massa van 72g en een volume van 6        . Is deze ketting van goud? 
timer
8:00
cm3

Slide 18 - Diapositive

72/6 = 12 g/cm3
930/5 = 180.6g

Slide 19 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschillen in dichtheid
De dichtheid zegt nog meer. Iets met een kleine dichtheid ligt altijd boven op iets met een grote dichtheid. 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

lesdoelen
  • Je kan uitleggen wat dichtheid betekent.
  • Je kent de formule voor dichtheid en kan hiermee rekenen
  • je kan uitleggen wat er gebeurd als er stoffen met verschillende dichtheden bij elkaar komen

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk
§2.4: 1-12
5 minuten rood: helemaal stil, geen vragen, niet overleggen
Daarna oranje: rustig overleggen

Klaar?

Probeer de 'mysterie' opdracht uit
de google Classroom te maken

timer
5:00

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 23 - Lien

https://phet.colorado.edu/sims/html/density/latest/density_all.html?locale=nl
Opdracht over dichtheid
klassikaal en bereken in 2-tallen de dichtheid van de  blokjes. 

blokje A: m = 19.3g, V = 5.5cm3
blokje B: m = 0,40g, V = 1,0cm3
blokje C: ρ=m/V --> 19,32/1,0= 19,32 Goud
blokje D: ρ=m/V --> 5,0/5,0= 1,0 Water
blokje E: ρ=m/V --> 2,80/7,0

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

nakijken
blokje A:  ρ=m/V --> 19,30/5.50= 3,52 Diamant 
blokje B: ρ=m/V --> 0,40/1,0= 0,40 Hout
blokje C: ρ=m/V --> 19,32/1,0= 19,32 Goud
blokje D: ρ=m/V --> 5,0/5,0= 1,0 Water
blokje E: ρ=m/V --> 2,80/7,0= 0,40 Hout

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

wat hebben we geleerd vandaag? 

Slide 26 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De eenheid van dichtheid is...
A
g/cm3
B
cm3/g
C
kg/L
D
L/kg

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als je het de massa deelt door het volume dan bereken je...
A
het gewicht
B
de inhoud
C
de dichtheid
D
de zwaarte

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De dichtheid van water is 1,0 kg/dm3. Wat kan NIET kloppen?
A
dichtheid benzine is 0,72 kg/dm3
B
dichtheid steen is 0,95 kg/dm3
C
dichtheid beton is 2,3 kg/dm3
D
dichtheid goud is 19,3 kg/dm3

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


De blokken zijn gemaakt van hetzelfde materiaal.
Wat kun je zeggen over de dichtheid?

A
Blok 1 heeft de grootste dichtheid
B
Blok 2 heeft de grootste dichtheid
C
De dichtheid van beide blokken is gelijk
D
Je kunt niet weten welk blok de grootste dichtheid heeft

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De dichtheid van water is 1,0 kg/dm3. Wat kan NIET kloppen?
A
dichtheid benzine is 0,72 kg/dm3
B
dichtheid steen is 0,95 kg/dm3
C
dichtheid beton is 2,3 kg/dm3
D
dichtheid goud is 19,3 kg/dm3

Slide 31 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Zout water heeft ...
A
een hogere dichtheid dan zoet water
B
een lagere dichtheid dan zoet water
C
dezelfde dichtheid als zoet water

Slide 32 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De dichtheid van 1 kilogram lood en 1 gram lood
A
is gelijk
B
is niet gelijk

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

welk voorwerp, A of B, heeft de grootste dichtheid?
A
blok A
B
blok B
C
de dichtheid van beide blokken is even groot
D
dat kun je niet zeggen! (te weinig gegevens)

Slide 34 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions