45 Tekstopbouw - herhaling inleiding, kern, slot, alinea's + kernzin klas 2

Leesvaardigheid
1 / 17
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

Cette leçon contient 17 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 15 min

Éléments de cette leçon

Leesvaardigheid

Slide 1 - Diapositive

Lesdoel:
Ik herken het onderwerp en deelonderwerp.

Ik herken het tekstdoel.

Ik verwoord de bedoeling van de schrijver.


Slide 2 - Diapositive

Opbouw van een tekst
Een tekst is opgebouwd in drie verschillende onderdelen:
- Inleiding
- Kern
- Slot


Slide 3 - Diapositive

De inleiding
  • Kennismaking met het onderwerp:
    - Met een voorbeeld
    - Met een grappig verhaaltje
  • De inleiding bestaat meestal uit één alinea.

Slide 4 - Diapositive

De kern
  • Grootste gedeelte van de tekst
  • Meerdere alinea's
  • Deelonderwerpen

Slide 5 - Diapositive

Het slot
  • De tekst wordt samengevat
  • Het belangrijkste wordt herhaald

Slide 6 - Diapositive

Alinea's
Een alinea is een blokje zinnen dat in een tekst bij elkaar hoort.

Slide 7 - Diapositive

Nieuwsbericht
Let op: een nieuwsbericht bestaat uit een inleiding en kern. Geen slot!

Het belangrijkste staat in de inleiding, verdere informatie in de kern.

Slide 8 - Diapositive

Kernzin
In een kernzin staat de belangrijkste informatie (de kern) van een alinea. Het geeft in één zin een overzicht van wat er in de hele alinea verteld wordt. Vaak staat de kernzin aan het begin of juist aan het einde van een alinea.

Slide 9 - Diapositive

Onderwerp en deelonderwerp
Hoe vind je het onderwerp van een tekst en de deelonderwerpen van de alinea's:

Slide 10 - Diapositive

Tekstdoel en bedoeling van de schrijver

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Tekst lezen en opdrachten maken
1. Wat is het onderwerp van deze tekst?
2. Uit hoeveel alinea's bestaat deze tekst?
3. Zoek per alinea de kernzin en markeer deze.
4. Wat is het tekstdoel?
5. Wat is de bedoeling van de schrijver?

Slide 13 - Diapositive

Alle teksten hebben een inleiding - middenstuk - slot
A
Waar
B
Niet waar

Slide 14 - Quiz

Kies het juiste woord:

In een inleiding maak je kennis met het onderwerp van de tekst.
A
waar
B
niet waar

Slide 15 - Quiz

Waar vind je het onderwerp van de tekst?
A
3e alinea
B
in de bron
C
in de titel
D
in een tussenkopje

Slide 16 - Quiz

Waar staat meestal de bron van een tekst?
A
onderaan de tekst
B
in de titel
C
bovenaan de tekst
D
nergens

Slide 17 - Quiz