Herhaling H1-5

1. Krachten
1 / 33
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 33 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

1. Krachten

Slide 1 - Diapositive


Welk effect van een kracht zie je hier goed?
A
Verandering van vorm van een voorwerp
B
De snelheid vergroten of verkleinen
C
De richting van een beweging veranderen
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 2 - Quiz

Wat is de eenheid van kracht?
A
Liter
B
Newton
C
Gram
D
Meter

Slide 3 - Quiz

Wat is bij het TEKENEN van krachten het allerbelangrijkst?
A
Grootte
B
Richting
C
Aangrijpingspunt
D
Allemaal even belangrijk

Slide 4 - Quiz

Krachten kan je meten met een...
A
Weegschaal
B
Veerunster
C
Thermometer
D
Multimeter

Slide 5 - Quiz

Wat voor kracht wordt hier
gebruikt?
A
Magnetische kracht
B
Elektrische kracht
C
Zwaartekracht
D
Spankracht

Slide 6 - Quiz

De resultante
kracht is:
A
60 N
B
140 N
C
100 N
D
40 N

Slide 7 - Quiz

Met welke formule kun je Zwaartekracht berekenen?
A
Fz = m - 10
B
Fz = m : 10
C
Fz = m + 10
D
Fz = m x 10

Slide 8 - Quiz

2. Warmte

Slide 9 - Diapositive

De radiator geeft warmte af door...
A
Straling
B
Stroming
C
Straling en stroming
D
Straling, stroming en geleiding

Slide 10 - Quiz

Voor verdamping is warmte nodig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 11 - Quiz

Bij warmtestroming verplaatst
warmte zich...
A
Door een materiaal
B
Samen met een materiaal

Slide 12 - Quiz

De Zon brengt warmte naar de aarde door...
A
Geleiding
B
Straling
C
Stroming
D
Kleine groene mannetjes

Slide 13 - Quiz

Wat doet isolatie ?
A
De kou buiten houden
B
De warmte binnen houden
C
De warmte verspreiden door het huis
D
De kou verspreiden door het huis

Slide 14 - Quiz

3. Energie

Slide 15 - Diapositive


Wat is de opgenomen energie van deze windmolen?
A
Warmte
B
Elektrische energie
C
Bewegingsenergie
D
Chemische energie

Slide 16 - Quiz

Wat is een duurzame energiebron?
A
Biomassa
B
Kernenergie
C
Aardolie
D
Aardgas

Slide 17 - Quiz

Wat voor soort energie
bevat een batterij?
A
Chemische energie
B
Elektrische energie
C
Stralingsenergie
D
Kernenergie

Slide 18 - Quiz

Reken om: 3,6 kW =
A
3600 W
B
36000 W
C
0,36 W
D
0,0036 W

Slide 19 - Quiz

4. Elektriciteit

Slide 20 - Diapositive

Wat is de eenheid van de stroomsterkte?
A
Volt
B
Ampère
C
Watt
D
Siemens

Slide 21 - Quiz

Hoe dikker een draad hoe kleiner de weerstand van de draad
A
Juist
B
Onjuist

Slide 22 - Quiz

Hoe luidt de wet van Ohm?
A
R=UI
B
R=IU
C
U=IR
D
I=RU

Slide 23 - Quiz

In een serieschakeling kunnen lampen een verschillende stroomsterkte hebben
A
Juist
B
Onjuist

Slide 24 - Quiz

Als je een aantal batterijen in serie schakelt, is de totale spanning groter
A
Juist
B
Onjuist

Slide 25 - Quiz

5. Geluid

Slide 26 - Diapositive

Geluid is
A
Een geluid, iets wat je proeft
B
Een trilling, iets wat je hoort.

Slide 27 - Quiz

Waar kan geluid zich niet doorheen bewegen?
A
Lucht
B
Water
C
Beton
D
Vacuüm

Slide 28 - Quiz

Wat is de snelheid van geluid door de lucht?

A
340 km/s
B
340 km/h
C
340 m/s
D
340 m/h

Slide 29 - Quiz

Frequentie van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid

Slide 30 - Quiz

Wat is frequentie ?
A
Aantal trillingen per seconde
B
Tijd van een trilling

Slide 31 - Quiz

Amplitude van geluid =
A
Toonhoogte van geluid
B
Hardheid van geluid

Slide 32 - Quiz

Bij een verdubbeling van de geluidssterkte neemt de dB-waarde toe met
A
+ 3 dB
B
x 2 dB
C
+ 2 dB
D
x 3 dB

Slide 33 - Quiz