Argumentatiestructuren en -schema's

Argumentatiestructuren &
argumentatieschema's

Enkelvoudig
Onderschikkend
Nevenschikkend (afhankelijk en onafhankelijk)
Argumentatie op basis van...

1 / 35
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 5,6

Cette leçon contient 35 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Argumentatiestructuren &
argumentatieschema's

Enkelvoudig
Onderschikkend
Nevenschikkend (afhankelijk en onafhankelijk)
Argumentatie op basis van...

Slide 1 - Diapositive

Argumentatiestructuur

Slide 2 - Carte mentale

Enkelvoudige argumentatie
Een argumentatie die bestaat uit één standpunt en één argument (standpunt > argument).

Zij moet de opvolgster worden van onze coach, want zij heeft al veel ervaring.

Slide 3 - Diapositive

Onderschikkende argumentatie
Een argumentatie waarin een argument wordt ondersteund door één of meer subargumenten (standpunt > argument > argument).

Zij is de juiste persoon voor die baan van boekverkoopster, want zij heeft ruime ervaring in die branche. Ze heeft namelijk al twee jaar bij een Libris boekhandel gewerkt. 


Slide 4 - Diapositive

Nevenschikkende argumentatie

Bij een onafhankelijk nevenschikkende argumentatie gebruik je twee of meer argumenten. De argumenten zijn gelijkwaardig en kun je onderling van plaats verwisselen.




Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Nevenschikkende argumentatie

Bij een afhankelijke nevenschikkende argumentatie vormen twee deelargumenten samen een argument. De argumenten onderbouwen samen het standpunt. Alleen in combinatie hebben ze kracht (ze zijn van elkaar afhankelijk).




Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Argumentatieschema's > hoe standpunt en argument(en) samenhangen
  1. Kenmerk of eigenschap
  2. Voorbeelden
  3. Voor- en nadelen
  4. Vergelijking
  5. Oorzaak en gevolg (causaliteit)
  6. Doel-middel

Slide 9 - Diapositive

1. Kenmerk of eigenschap
De schrijver of spreker noemt een kenmerk of eigenschap van een persoon, object of verschijnsel. Dit kenmerk of deze eigenschap ondersteunt het standpunt.

- Je moet handschoenen gebruiken als je een anti-kalkmiddel gebruikt bij het schoonmaken. Deze middelen zijn slecht voor je nagels. Ze kunnen er zelfs door oplossen (eigenschap).

Slide 10 - Diapositive

2. Voorbeelden
De schrijver of spreker ondersteunt zijn standpunt met voorbeelden.

- Afspreken met hem heb je niets aan (algemene uitspraak). Vandaag was hij er bijvoorbeeld om 10:15 uur nog niet en ben ik weggegaan, want vorige keer was hij de afspraak vergeten. Toen we laatst samen naar huis zouden gaan, heb ik ook tevergeefs op hem staan wachten (voorbeelden)

Signaalwoorden: bijvoorbeeld, zo, dat komt voor bij, ter illustratie

Slide 11 - Diapositive

3. Voor- en nadelen
De schrijver of spreker geeft voor- en/of nadelen van een voorgestelde actie. Hij zal proberen zijn standpunt kracht bij te zetten door voordelen te noemen en nadelen te ontkrachten.

- Zorgen voor een zieke, gehandicapte of oudere in de omgeving is een mooie en nuttige taak, maar kan ook ingrijpend zijn en veel van iemand vragen. Het is vaak lastig meteen te overzien wat er allemaal bij de verzorging komt kijken.Het feit dat ik veel voor een ander kan betekenen, gaf bij mij toch de doorslag.

Slide 12 - Diapositive

4. Vergelijking
De schrijver of spreker maakt een vergelijking tussen twee situaties; op grond van wat in de ene situatie (on)waarschijnlijk of (on)gepast is, onderbouwt hij een standpunt over wat in de andere situatie (on)waarschijnlijk of (on)gepast is.

- We gaan weer naar hotel Bethlehem in Maastricht. De vorige keer was het daar ook goed.
Signaalwoorden: net als, zoals, zo ook, evenals, eveneens, eenzelfde, hetzelfde als, in vergelijking met, soortgelijke, anders dan, verschillend

Slide 13 - Diapositive

5. Oorzaak en gevolg (causaal)
De schrijver of spreker gaat ervan uit dat de gebeurtenis een bepaald gevolg zal hebben. Hij wijst op een of meer gevolgen om waarschijnlijkheid te onderbouwen.
- Overgewicht wordt vooral veroorzaakt door te weinig beweging (oorzaak en argument). Wij verkopen daarom in de kantine alleen nog maar gezonde voeding (gevolg en standpunt).

Signaalwoorden: daardoor, door, doordat, waardoor, zodat, te danken/wijten aan, het gevolg van, de oorzaak hiervan

Slide 14 - Diapositive

6. Doel-middel
  • bijzondere vorm van causale (oorzaak-gevolg) argumentatie 
  • middel=oorzaak / doel=gevolg
  • verschil oorzaak gevolg: middel wordt bewust ingezet, bij oorzaak -gevolg leidt het een natuurlijkerwijze tot het ander

De griffierechten moeten verhoogd worden (middel), want enkel dan zal dit leiden tot minder werkdruk bij rechtbanken (doel).

Slide 15 - Diapositive

Welk schema?

Het Nederlands verloedert want jongeren gebruiken steeds meer Engelse woorden als spam, hacken, gamen, cool, relaxed en chill.

Slide 16 - Diapositive

Welk schema?
Voorstanders van all inclusive hotelvakanties roemen het zorgeloze karakter van zo’n verblijf. Eten en drinken zijn immers inbegrepen waardoor je budget makkelijk te overzien is. Tegenstanders vinden dit soort vakanties te voorspelbaar. Maar als je houdt van naar hartenlust genieten van bar en restaurant zonder te hoeven nadenken over de kosten is dit voor jou een prima vakantie.

Slide 17 - Diapositive

Welk schema?
Voorstanders van all inclusive hotelvakanties roemen het zorgeloze karakter van zo’n verblijf. Eten en drinken zijn immers inbegrepen waardoor je budget makkelijk te overzien is. Tegenstanders vinden dit soort vakanties te voorspelbaar. Maar als je houdt van naar hartenlust genieten van bar en restaurant zonder te hoeven nadenken over de kosten is dit voor jou een prima vakantie.

Slide 18 - Diapositive

Zondag met Lubach
Je bekijkt zo een aflevering van Zondag met Lubach over het legaliseren van xtc-pillen. 

Welke argumenten worden voor deze legalisering gegeven?
Wat voor soort redeneringen zijn het (op basis van voor- en nadelen, overeenkomst, kenmerk of eigenschap, oorzaak-gevolg, etc.)? Schrijf op!

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Zondag met Lubach
Volgens Kees Kramers, hoogleraar medicatieveiligheid, moet xtc gelegaliseerd worden. Welke twee argumenten noemt hij? Op wat voor argument is zijn argument gebaseerd?

Arjen Lubach gaat in op deze argumentatie en komt zelf ook met een ander argument. Welk argument is dat? Op wat voor argument is zijn argument gebaseerd?

Slide 21 - Diapositive

Zondag met Lubach
Volgens Kees Kramers is het legaliseren van xtc een goed idee, omdat we dan pillen krijgen die goed en zuiver zijn en waarvan we weten wat het is. Hierdoor kan er een goede voorlichting worden gegeven. 
Het andere voordeel is dat we de criminaliteit de wind uit de zuilen nemen.
Argumentatie gebaseerd op voordelen (en nadelen)

Slide 22 - Diapositive

Zondag met Lubach
Arjen Lubach vindt dat xtc gelegaliseerd moet worden, omdat pillen dan veiliger zullen zijn en dat er daardoor minder ongelukken gebeuren met vervuilde pillen.
Argumentatie op basis van oorzaak-gevolg

Slide 23 - Diapositive

Ik denk niet dat de PVV veel stemmen zal krijgen bij de verkiezingen, want ik denk dat veel kiezers erg tevreden zijn over het beleid van premier Rutte.

Wat is het standpunt in bovenstaande argumentatie?
A
Ik denk niet dat de PVV veel stemmen zal krijgen bij de verkiezingen
B
Ik denk dat veel kiezers erg tevreden zijn over het beleid van premier Rutte

Slide 24 - Quiz

Marcus is duidelijk te veel bezig geweest met de beest uithangen; nu heeft hij een flinke studievertraging opgelopen!

Wat is het argument in bovenstaande argumentatie?
A
Marcus heeft een flinke studievertraging opgelopen.
B
Marcus is duidelijk te veel bezig geweest met de beest uithangen.

Slide 25 - Quiz

Lees het fragment goed door!

Door voeding te creëren door middel van een 3D-printer, wordt om te beginnen de food chain verkort. Voedingsproducten hoeven niet langer vervoerd te worden van distributiecentrum, naar supermarkt en tot slot naar de consument. Voeding kan op deze manier direct geproduceerd worden in de supermarkt aan de hand van de exacte vraag. De consument oogst zelf de hoeveelheid voedsel die hij of zij nodig heeft. Daarnaast kunnen we door het printen van voeding voedselverspilling beperken.


Slide 26 - Diapositive



Wat vindt de schrijver van het printen van voeding?
A
De schrijver vindt dat door het printen van voeding de food chain kan worden verkort.
B
De schrijver vindt dat door het printen van voeding minder mensen aan obesitas zullen lijden.
C
De schrijver vindt dat het printen van voeding meerdere voordelen heeft.
D
De schrijver vindt dat door het printen van voeding het verspilling van voedsel kan worden beperkt.

Slide 27 - Quiz

Uitwerking

Standpunt
Het printen van voeding heeft meerdere voordelen, want:

1. Door voeding te creëren door middel van een 3D-printer, wordt de food chain verkort.
2. Door het printen van voeding kan voedselverspilling worden beperkt.

Slide 28 - Diapositive

De strijd tussen vlees en soja
Veel mensen vragen zich af waarom vegetarisch eten nodig is. Wij doen het zelf vooral om de aardbol een beetje te sparen. Vlees eten is ontzettend slecht voor het milieu, zo weet iedereen. Zo is de CO2-uitstoot bij vleesvervangers, zoals tofu, tien keer lager dan die van rundvlees, en die van sojamelk vijf keer lager dan die van koemelk. Koeien poepen verder heel wat af. Omdat het herkauwers zijn, produceren ze methaangas. Bij al die opgeslagen mest komt methaan en lachgas (N2O) vrij. Die twee zijn samen nog schadelijker dan CO2! Vleesproductie kost daarnaast ook veel water. De productie van een kilo kip – de minst milieubelastende vleessoort – kost in totaal 3900 liter, de productie van een kilo sojabonen 'slechts' 1800 liter.

Bron: De vegetarische carnivoor, 2017

Slide 29 - Diapositive


Wat is het standpunt van de schrijver
in het voorgaande fragment?
A
De schrijver vindt dat het eten van vlees ontzettend slecht voor het milieu is.
B
De schrijver vindt dat door het eten van vlees veel schadelijke stoffen in het milieu terechtkomen.
C
De schrijver vindt dat vegetarisch eten nodig is.
D
De schrijver vindt dat door het eten van vlees de aardbol niet wordt gespaard.

Slide 30 - Quiz

De strijd tussen vlees en soja
Veel mensen vragen zich af waarom vegetarisch eten nodig is. Wij doen het zelf vooral om de aardbol een beetje te sparen. Vlees eten is ontzettend slecht voor het milieu, zo weet iedereen. Zo is de CO2-uitstoot bij vleesvervangers, zoals tofu, tien keer lager dan die van rundvlees, en die van sojamelk vijf keer lager dan die van koemelk. Koeien poepen verder heel wat af. Omdat het herkauwers zijn, produceren ze methaangas. Bij al die opgeslagen mest komt methaan en lachgas (N2O) vrij. Die twee zijn samen nog schadelijker dan CO2! Vleesproductie kost daarnaast ook veel water. De productie van een kilo kip – de minst milieubelastende vleessoort – kost in totaal 3900 liter, de productie van een kilo sojabonen 'slechts' 1800 liter.

Bron: De vegetarische carnivoor, 2017

Slide 31 - Diapositive


Van welke argumentatiestructuur
is sprake in het voorgaande fragment?
A
enkelvoudige argumentatie
B
onderschikkende argumentatie
C
nevenschikkende argumentatie
D
nevenschikkende argumentatie met ondersteunende argumenten

Slide 32 - Quiz

Welk argumentatieschema wordt hier gebruikt?
Als Jett Rebel volgend jaar optreedt op Lowlands gaan we weer naar het festival. Vorige keer was hij ook top.
A
oorzaak en gevolg
B
voor- en nadelen
C
vergelijking
D
voorbeelden

Slide 33 - Quiz

Welk argumentatieschema wordt hier gebruikt?

Het wordt warmer op aarde en dat komt door het Broeikaseffect.
A
voorbeelden
B
oorzaak en gevolg
C
kenmerk
D
voor- en nadelen

Slide 34 - Quiz

Wat vond je moeilijk?

Slide 35 - Carte mentale