M2: 3.7 meewerkend voorwerp

Grammatica
en
Spelling
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Grammatica
en
Spelling

Slide 1 - Diapositive

Planning
Lezen
Terugblik
Uitleg 3.7

27 mei: toets spelling en grammatica

Slide 2 - Diapositive

Lezen
timer
10:00

Slide 3 - Diapositive

Bob ligt op zijn stoel te slapen.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?
A
ligt
B
ligt te slapen
C
ligt + slapen

Slide 4 - Quiz

Bob ligt op zijn stoel te slapen.
Wat is het onderwerp en wat de persoonsvorm?

Slide 5 - Question ouverte

Bruno drinkt een glas water.
Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 6 - Question ouverte

Terugblik
Persoonsvorm (PV): tijdproef of vraagzin
Werkwoordelijk gezegde (WG): alle werkwoorden (+ te)
Wederkerend werkwoord (+zich)
Onderwerp (O): wie/wat + wg
Lijdend voorwerp (LV): wie/wat +wg+o

Slide 7 - Diapositive

3.7 Meewerkend voorwerp (mv)
Een meewerkend voorwerp is degene die iets ontvangt of verneemt of van wie iets wordt afgenomen. 

In de zin ‘De zon geeft ons energie’ is 'ons' het meewerkend voorwerp. 

Slide 8 - Diapositive

3.7 Meewerkend voorwerp (mv)
Dus:
Aan of voor wie of wat + wg + o + lv


Slide 9 - Diapositive

Wat is het meewerkend voorwerp?
Hij laat al zijn geld na aan goede doelen

Slide 10 - Question ouverte

Hij vertelt ons graag spannende verhalen. Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 11 - Question ouverte

Aan de slag! In stilte
3.7
1, 4a+b, 5, 6, 9

Werk serieus, zodat je de stof echt snapt.
Klaar? Dan ga je lezen of werken aan boekopdracht 
LET OP: MORGEN B-BOEK MEENEMEN!!!!!!!!

Slide 12 - Diapositive