Thema 3 blok 1 Olympische Spelen

Blok 1: De Olympische Spelen
Leerdoelen, je leert:
- uitleggen waarom de oude Grieken het zo belangrijk vonden om te winnen.
- voorbeelden geven van discriminatie in het oude Griekenland.
- vertellen waar de kleuren van de ringen in de Olympische vlag voor staan
- uitleggen wat een stadstaat (polis) is en uitleggen dat het oude Griekenland niet één land was.
- uitleggen waarom de oude Grieken zich verbonden voelden met elkaar.
- beschrijven welke groepen in een stadstaat woonden en welke groep de meeste rechten had.
- beschrijven wat een democratie is en hoe die in Athene werkte.
- beschrijven hoe groot de wereld van de oude Grieken was.
1 / 26
suivant
Slide 1: Diapositive
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 26 diapositives, avec diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Blok 1: De Olympische Spelen
Leerdoelen, je leert:
- uitleggen waarom de oude Grieken het zo belangrijk vonden om te winnen.
- voorbeelden geven van discriminatie in het oude Griekenland.
- vertellen waar de kleuren van de ringen in de Olympische vlag voor staan
- uitleggen wat een stadstaat (polis) is en uitleggen dat het oude Griekenland niet één land was.
- uitleggen waarom de oude Grieken zich verbonden voelden met elkaar.
- beschrijven welke groepen in een stadstaat woonden en welke groep de meeste rechten had.
- beschrijven wat een democratie is en hoe die in Athene werkte.
- beschrijven hoe groot de wereld van de oude Grieken was.

Slide 1 - Diapositive

HERAKLES
AJAX

Slide 2 - Diapositive

De Griekse helden
  • Het Griekse woord "Heros" betekent held
  • Een Griekse held wordt gezien als een halfgod
  • Een held wordt je na een bijzondere prestatie in een oorlog. Of het winnen van de Olympische spelen

Slide 3 - Diapositive

2. Grieken en Romeinen
Tijdvak 2: Tijd van Grieken en Romeinen

Slide 4 - Diapositive

De Oude Egyptenaren 
(3300 - 332 VC)

  • Kleine dorpjes worden steden
  • De Farao is de baas en zorgt voor wetten en houdt de administratie bij
  • Eén cultuur (zelfde taal en zelfde goden)

De Oude Grieken
(800 - 146 VC)

  • Kleine dorpjes worden steden
  • Elke stad heeft zijn eigen bestuur (stadstaat)
  • Eén cultuur (zelfde taal en zelfde goden)
  • Onderling soms ruzie en oorlog

Slide 5 - Diapositive

Stadstaat of Polis

  • Een stad met daaromheen kleine dorpjes en landbouw gronden.
  • Onderling ruzie en oorlog

Slide 6 - Diapositive

Alternatief voor oorlog: Sport
  • Er is één stad die speciaal gebouwd is voor de goden: hier wonen veel priesters (en doen niet mee aan oorlogen)
  • Deze stad is neutraal terrein: er worden sportwedstrijden georganiseerd tussen de beste sporters van elke stad
  • De stad heeft Olympia en de wedstrijden worden de Olympische Spelen genoemd 
  • Steden mogen geen oorlog voeren tijdens de Olympische Spelen (anders worden ze gediskwalificeerd)

Slide 7 - Diapositive

De Olympische Spelen
  • Het winnen van de Spelen staat gelijk aan het winnen van een oorlog
  • Winnen is dus heel belangrijk!
  • Winnaars worden gezien als helden

Slide 8 - Diapositive

Rituelen
  • Een vuur wordt aangestoken die blijft branden totdat de spelen voorbij zijn
  • Er worden offers gebracht om de goden te eren
  • Elk jaar worden de Olympische Spelen gehouden in Olympia

Slide 9 - Diapositive


Sporten

  • In het begin alleen hardlopen
  • Later ook: Discuswerpen, speerwerpen, verspringen, worstelen en pankration 
Panktration was een Griekse vechtsport die je (bijna) helemaal naakt deed en waar alles was toegestaan (behalve ogen uitkrabben). Je kon er dus ook bij doodgaan.

Slide 10 - Diapositive

Vrouwen
  • Vrouwen mochten niet mee doen aan de Spelen. Ze hadden hun eigen Olympische Spelen (alleen hardlopen)
  • Ze mochten zelfs niet bij de mannen kijken
  • Niet alleen vrouwen, maar ook buitenlanders mochten niet meedoen (Discriminatie)

Slide 11 - Diapositive




Stad:  
  • Agora (centrum, markt, belangrijke gebouwen)
  • Akropolis (hoogstgelegen punt, paleis van de leider)
  • Muren (alleen rijke Poleis)



Ommeland:
  • Landbouw
  • Dorpjes
  • Trainingsvelden
  • Tempels
Griekse Stadsstaat (Polis)
Griekse Stadsstaten (Poleis)

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Polis
  • Athene en Sparta de grootste 
  • Sparta was een monarchie en een aristocratie
  • Bondgenoten vaak ook
  • Een aristocratie kan veranderen in een tirannie... 

Slide 14 - Diapositive

Polis
  • Athene is de eerste democratie, al werkt dat anders dan bij ons

  • Democratie verspreidt onder bondgenoten Athene
  • Maar bondgenoten veranderen..

Slide 15 - Diapositive

Voedsel
  • Geen Nijl in Griekenland
  • Landbouw is mogelijk, maar Griekse poleis groeien snel
  • Al gauw is er te weinig voedsel
  • De Grieken stichten kolonies rondom de Middellandse zee

Kolonie: Een gebied van een land buiten het moederland (of -polis)

Slide 16 - Diapositive

Kolonies
  • Kolonies worden gesticht met het doel voedsel te produceren voor de moederpolis
  • Griekse bewoners verhuizen naar de kolonie
  • De kolonie haalt de moederpolis in en wordt zelfstandig
  • Efeze, Milete maar ook Marseille zijn voorbeeld van zulke kolonies

Slide 17 - Diapositive

Griekse wetenschap
Wetenschap
  • Kennis verzamelen
  • Nadenken over de wereld

  • Grieken dachten veel na
  • Veel van de moderne wetenschap komt uit het oude Griekenland

Slide 18 - Diapositive

Verspreiding Middellandse zee
  • Veel bevolkingsgroepen nemen elementen uit de Griekse cultuur over
  • De Griekse wereld concentreert zich rondom de Middellandse zee
  • Door handel en kolonies verspreid het snel rondom de Middellandse zee
  • Zo ook in een stad in Italië: Rome

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Vidéo

Griekse bestuursvormen
1. Monarchie
2. Aristocratie
3. Oligarchie
4. Tirannie
5. Democratie

Slide 21 - Diapositive

1. Monarchie
  • Een koning of koningin heeft de macht?

Slide 22 - Diapositive

2. Aristocratie
  • Een kleine groep mensen van adel heeft de macht

Slide 23 - Diapositive

3. Oligarchie
  • Een kleine groep rijke mensen heeft de macht

Slide 24 - Diapositive

4. Tirannie 
  • Één iemand heeft de macht, gekregen door middel van geweld

Slide 25 - Diapositive

5. Democratie
Athene was een democratie.
Een democratie is een bestuur waarbij het volk de baas is.


Slide 26 - Diapositive