5. segundo SO

• Spaans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

¡EVALUACIÓN!

• Je maakt het SO met pen. 
• Er ligt alleen een pen (Tipp-Ex/markers) op je tafel. 
• Schrijf eerst je naam en achternaam op. 
• Zet 'm op jullie kunnen het! 

Klaar? 

Controleer of je alle vragen en je naam hebt ingevuld. 

Je mag nu werken aan een ander vak. 

(niet op je iPad)

¿QUÉ TAL LA EVALUACIÓN?

😒🙁😐🙂😃

Los objetivos de la tarea 4

1. Ik weet hoe ik werkwoorden op -ar vervoegt.

2. Ik kan het werkwoord ser vervoegen.

3. Ik kan een zin ontkennend maken. 

4. Ik weet iets over de Spaanse taal en andere officiële talen in Spanje. 

5. Ik kan kort iets over mezelf vertellen in het Spaans. 

6. Ik kan een kort briefje schrijven waarin ik over mezelf vertellen in het Spaans. 

Het werkwoord SER

Sleep de vormen van ser naar de juiste plek.

nosotros

yo

él, ella, ud.

tú

vosotros

ellos, ellas, uds.

eres

somos

es

soy

son

sois

De ontkenning

NO

NO

NO

NO

NO

NO

NO

NO

Respuestas; de ontkenning

1. Emelia no es dentista, es profesora.

2. Manuel no es de Madrid, es de Paris.

3. Luis no habla italiano y neérlandes, habla francés.

4. El cantante no se llama Julio Martínez, se llama Julián Moreno.

5. Los taxistas no son de Madrid, son de Roma.

6. Isabel no es enfermero. No trabaja en un hospital. 
Isabel es recepcionista, trabaja en una oficina.

Leesvaardigheid

Maak in je module Spaans (zie boeken app) opdracht 4.10

página cuarenta y cinco (45) + cuarenta y seis (46).

Vamos a trabajar en grupos

En grupos de 4 personas: 

Jullie zijn in Salamanca voor een talencursus Spaans. Jullie kennen elkaar nog niet en raken in gesprek met elkaar. 

Schrijfopdracht 1:

Schrijf een gesprek uit tussen jullie 4. 

Spreekopdracht 2: 
Voer samen het gesprekje, help elkaar bij de juiste uitspraak. 

tip: gebruik de woordenlijst!

Los deberes 

Oefen met schrijfvaardigheid; 

Maak de opdracht op de volgende pagina, in je schrift. 

We zullen het de volgende les samen bespreken.

Leren: 

Herhalen woordenschat

Oefenen voor de toetsweek.

miércoles, 24 de noviembre

Schrijfvaardigheid

Schrijf nu een verhaaltje in de schrift, waarin je de volgende punten verwerkt

➢ Begin met een begroeting.

➢ Stel jezelf voor.

➢ Zeg waar je vandaan komt.

➢ Vertel waar je woont.

➢ Vertel hoe oud je bent.

➢ Zeg ook wanneer je verjaardag is.

➢ Neem afscheid. 

Hulpmiddel: 

Je woordenlijst!