3 muziek stijlfiguren

3 muziek - 3 december

  • Even herhalen 'stijlfiguren'
  • huiswerk nakijken - opdracht 1 blz. 44
  • instructie nieuwe stijlfiguren
  • Aan de slag
1 / 46
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 46 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 40 min

Éléments de cette leçon

3 muziek - 3 december

  • Even herhalen 'stijlfiguren'
  • huiswerk nakijken - opdracht 1 blz. 44
  • instructie nieuwe stijlfiguren
  • Aan de slag

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive


Wat is een stijlfiguur?
Een vaste vorm om iets onder woorden te brengen waarmee je de nadruk legt op wat je wilt zeggen.

Slide 3 - Diapositive

vier groepen stijlfiguren
groep 1: herhalingen en opsommingen

groep 2: overdrijvingen en nuanceringen

groep 3: tegenstellingen en ontkenningen

groep 4: spot

Slide 4 - Diapositive

1. herhalingen en opsommingen
  • repetitio -  herhaling
  • anafoor - herhaling van hetzelfde woord of dezelfde woordgroep aan het begin van opeenvolgende zinnen of zinsdelen
  • tricolon (drieslag) - opsomming in drieën 
  • climax - een serie van drie (of meer) tekstelementen waarvan de inhoud steeds sterker wordt
  • anticlimax - in een reeks is de laatste stap een tegenvaller

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Vidéo

Slide 8 - Vidéo

Repetitio (herhaling)
  • Repetitio is een opsomming waarbij een woord of delen van woorden steeds herhaald worden
  • Voorbeelden van repetitio zijn: Drommels, drommels en nog eens drommels. Uur na uur na uur zaten we bij meneer Möring in het lokaal.
  • Ik ben vandaag zo vrolijk, zo vrolijk, zo vrolijk

Slide 9 - Diapositive

Anafoor
Herhaling van hetzelfde woord of dezelfde woordgroep aan het begin van opeenvolgende zinnen of zinsdelen.

Alles om hem heen veranderde. Alles leek beter te worden. Alles behalve hij.
Niemand zag iets, niemand deed iets, niemand wist iets.

Slide 10 - Diapositive

tricolon (drieslag): opsommingen in drieën, bestaande uit drie delen. 

Heerlijk, helder, Heineken
Ik wil weg, ik wil naar huis, ik wil naar bed
'Ik kwam, ik zag, ik overwon' (Julius Caesar)

climax: steeds sterker wordende serie
Het was een domper, een teleurstelling, een ramp.

anticlimax:
Hij heeft hij een groot huis, een dik horloge, een dure auto en… een lege bankrekening.





Slide 11 - Diapositive

Stijlfiguur in het volgende lied:

Slide 12 - Diapositive

0

Slide 13 - Vidéo

2.Overdrijvingen en nuanceringen

  • Eufemisme
  • Hyperbool
  • Understatement

Slide 14 - Diapositive

Eufemisme
  • verzacht de werkelijkheid
  • bij nare situaties
  • Bijvoorbeeld: Dat is best een grote uitdaging.

Slide 15 - Diapositive

Hyperbool
  • overdrijving 
  • We hebben ons kapot gelachen.
  • Ik schaamde me dood.

Slide 16 - Diapositive

Understatement
  • Afzwakking: je zegt dat iets minder groot, mooi of belangrijk is dan dat het in werkelijkheid is.
  • Vaak: ironisch effect
  • Vb: Messi kan wel een aardig balletje trappen.                                                                                      

Slide 17 - Diapositive

3. tegenstellingen en ontkenningen
  • antithese (tegenstelling)
  • paradox
  • litotes
  • retorische vraag
  • chiasme (kruisstelling)

Slide 18 - Diapositive

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

paradox
  • Ik herhaal het nog maar een keer: dit hoeft niet herhaald te worden
  • Zeg nooit nooit (en nooit altijd)
  • In een vorig leven geloofde ik in reïncarnatie, maar nu helemaal niet meer
  • Hij zei dat hij zichzelf heel succesvol, goed, knap, en bescheiden vond.
  • Schrijven is schrappen.
  • Hoe meer ik weet, hoe meer ik weet dat ik niets weet.
  • ‘Er is één constante in het leven: dat alles voortdurend verandert.’
  • De eersten zullen de laatsten zijn.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

litotes
De suggestie van Pim is geen onaardige oplossing.
Ik ben daar niet rouwig om.

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

tegenstellingen en ontkenningen
chiasme:
Een chiasme is een stijlvorm waarbij twee woorden in een omgekeerde volgorde worden herhaald. 
Die twee woorden kunnen zowel identieke als verwante woorden zijn. 
Een ander woord voor chiasme is ook wel een kruisstelling of chiasma. Het woord komt van de Griekse letter CHI, die wij kennen als de hoofdletter X. Zet een X of een kruis tussen twee regels en je ziet dat de omkeringen met elkaar zijn verbonden.

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

ABBA

Slide 28 - Diapositive

Voorbeelden
  • De eersten zullen de laatsten zijn, en de laatsten zullen de eersten zijn.
  • Leef je om te werken, of werk je om te leven?
  • Dames en heren, jongens en meisjes
  • “Doe meer samen. Samen bereik je meer”.

Slide 29 - Diapositive

Slide 30 - Diapositive

Slide 31 - Vidéo

Litotes
Een bijzondere vorm van een understatement is de litotes. Je ontkent het tegenovergestelde. Je zegt: Ze is bepaald niet dom; je bedoelt: Ze is slim. 

 Hij woont in grote luxe kan worden weergegeven met een litotes: Hij woont daar niet onaardig, maar ook met een understatement: Hij woont daar leuk!

Slide 32 - Diapositive

Aan de slag!
oefenbladen

Slide 33 - Diapositive

Verschil tussen litotes en understatement

Een litotes bevat een ontkenning, vaak met 'niet' aangegeven. Een understatement bevat geen ontkenning. 

Slide 34 - Diapositive

Retorische vraag

Slide 35 - Diapositive


Hij heeft een glaasje teveel op.
Tegen iemand die niet meer op z'n benen kan staan van de drank:
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 36 - Quiz

Hannelies heeft naar eigen zeggen vannacht geen oog dicht gedaan, maar ik weet zeker dat ik haar een hele tijd heb horen snurken.
A
eufemisme
B
hyperbool
C
understatement

Slide 37 - Quiz

Heel goed gaat het niet met FC Voorwaarts, want de club staat onderaan in de derde klasse.
A
eufemisme
B
hyperbool
C
litotes
D
understatement

Slide 38 - Quiz

De nieuwe directeuren zullen binnenkort wel met een plan komen, waarin ze uit de doeken doen dat ze het bedrijf gaan afslanken.
A
eufemisme
B
hyperbool
C
understatement

Slide 39 - Quiz

Die regisseur heeft met zijn speelfilms ongetwijfeld een paar
stuivers verdiend.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 40 - Quiz

Schiet eens op, want ik sta op knappen!
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 41 - Quiz

De dierenarts heeft de hond laten inslapen.

A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 42 - Quiz

Als je een één voor die toets hebt gekregen, zul je wel een paar
foutjes gemaakt hebben.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 43 - Quiz

Mijn steenrijke oom heeft een stulpje aan de Rivièra gekocht.
A
hyperbool
B
understatement
C
eufemisme

Slide 44 - Quiz

Herhaling
De mus

Tjilp tjilp – tjilp tjilp tjilp
tjilp tjilp tjilp – tjilp tjilp
tjilp tjilp tjilp tjilp tjilp tjilp
tjilp tjilp tjilp
Tjilp

Slide 45 - Diapositive

Slide 46 - Vidéo