231109 spelling §7 + presentaties

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

Welkom H1e!

Geen plattegrond, dus kies wijs...

• Leeskwartiertje (15 minuten)
  
• Presentaties (25 minuten)
• Spelling §7 (30 minuten)
• Wat hebben we geleerd vandaag? (3 minuten)
  

Deze spullen heb ik nodig:

• Werkboek
  
• Leesboek
• Etui

Mededelingen

SO werkwoordspelling

Eind november

Leesflexuur

Elke dinsdag het 1e uur

Wat gaan we doen?

• Leeskwartiertje (15 minuten)
  
• Presentaties (25 minuten)
  
• Spelling §7 (30 minuten)
  
• Wat hebben we geleerd vandaag? (3 minuten

Presentaties

Daniëlle Bakker

Rodrigo de Bruijn

Jayden Klutz

Lilly Szczepaniak

Sven Verbeek

Pauze

Wat gaan we doen?

• Leeskwartiertje (15 minuten)
  
• Presentaties (25 minuten)
  
• Spelling §7 (30 minuten)
  
• Wat hebben we geleerd vandaag? (3 minuten

Leerdoel

Ik kan de persoonsvorm in een zin vinden.

Ik kan de persoonvorm in de tegenwoordige tijd correct spellen.

Spelling §7

Persoonsvorm:

Dat is het enige werkwoord in een zin waaraan je kan zien of het nu gebeurt of in het verleden.

Ik ben boos.

Ik was boos.

Ik ben naar huis gelopen, want mijn fiets is gestolen.

Ik was naar huis gelopen, want mijn fiets was gestolen.

Spelling §7

Persoonsvorm:

Dat is het enige werkwoord in een zin waaraan je kan zien of het om meerdere mensen/dingen gaat of om één.

Ik ben boos.

Wij zijn boos.

Ik ben naar huis gelopen, want mijn fiets is gestolen.

Wij zijn naar huis gelopen, want onze fietsen zijn gestolen.

Spelling §7

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (nu):

1. Je gaat eerst op zoek naar de ik-vorm.
   Hele werkwoord - en.

werken - werk
vinden - vind

liggen - lig

lopen - loop

Spelling §7

Persoonsvorm in de tegenwoordige tijd (nu):

2. Over wie gaat het?

ik loop

jij loop

hij/zij/het loop

loop jij

wij lopen

Spelling §7

Fietsen:

Ik ..... naar huis.

Jij ..... naar huis.

Hij ..... naar huis.

..... jij naar huis?

Worden:

Ik ..... morgen 13 jaar.

Jij ..... morgen 13 jaar.

Hij ..... morgen 13 jaar.

..... jij morgen 13 jaar?

Vul de juiste persoonsvorm in:

1. Mijn buurman .... (reizen) elke dag voor zijn werk van Groningen naar Drachten.
2. Al jaren .... (spelen) Anieks zus volleybal.
3. ....(Blijven) kip met patat en appelmoes altijd jouw favoriete gerecht? 

Schrijf de pvvt

1. Gisteren .... (rijden) de trein volgens schema; Mo .... (komen) daardoor gelukkig op tijd voor de auditie.
2. De journalist .... (houden) zich aan de afspraak.
3. In Afrika .... (zien) wij iets unieks: een luipaard .... (verslinden) een leeuw.

Schrijf de pvvt

1. Gisteren reed de trein volgens schema; Mo kwam daardoor gelukkig op tijd voor de auditie.
2. De journalist hield zich aan de afspraak.
3. In Afrika zagen wij iets unieks: een luipaard verslond een leeuw.

Spelling §7 (blz. 252)

Opdracht:

Ik vind dit lastig > maak opdracht 1 t/m 5

Ik vind dit makkelijk > maak opdracht 1, 3, 4 en 5

Hoe: Je werkt alleen

Nodig: Werkboek, pen, schrift

Klaar: Lees uit je boek

Lesafsluiting

Wat maakt een persoonsvorm bijzonder?

De tafel ...... (worden) morgen geschuurd.

Volgende les:

• Presentaties
• Spelling §8 (persoonsvorm verleden tijd)

Huiswerk:

Spelling §7 (blz. 252) opdracht 1 t/m 5 
Als je dit al makkelijk vindt, mag je opdracht 2 overslaan!