formatieve toets Thema 5.5 waarnemingen klas 1

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 1

Kees zit te slapen in de les.
Dat is gedrag.

1. juist
2. onjuist

Het kunnen lopen van een kuiken is aangeleerd gedrag

1. Juist
2. Onjuist

Wat is een voorbeeld van aangeleerd gedrag?

1. op tijd zijn voor een les
2. melk drinken uit de borst van je moeder
3. huilen omdat je verdriet hebt
4. plassen in je luier als je nog een baby bent

Aangeboren of aangeleerd gedrag?

1. aangeboren gedrag
2. aangeleerd gedrag

Hoe noem je een handeling bij sociaal gedrag die werkt als prikkel voor een handeling van een soortgenoot?

1. Gewenning
2. Impuls
3. Signaal
4. Drempelwaarde

Wat is een handeling?

1. een reactie op een prikkel
2. een klein stukje van gedrag
3. een respons
4. een mening

Wat is een voorbeeld van aangeboren gedrag

1. Een hond komt terug wanneer je hem roept
2. Kunnen schrijven
3. Een baby huilt wanneer hij honger heeft
4. Als de bel gaat pakken jullie je spullen in

Water drinken is gedrag.
Is dit aangeboren gedrag?

1. Ja
2. Nee

Is een respons een reactie op een prikkel?

1. ja
2. nee

Een vogel zoekt naar wormen, omdat hij honger heeft. Wat klopt hierbij?

1. Eten zoeken = inwendige prikkel Honger = respons
2. Eten zoeken = uitwendige prikkel Honger = respons
3. Honger = inwendige prikkel Eten zoeken = respons
4. Honger = uitwendige prikkel Eten zoeken = respons

Interpretatie van gedrag gaat over wat je denkt dat gedrag betekent.

1. juist
2. onjuist

Anne en Max ontmoeten elkaar voor het eerst. Anne steekt haar hand uit. Max geeft Anne een hand terug.
Een hand uitsteken is een voorbeeld van een signaal.

1. juist
2. onjuist

Motivatie is de bereidheid om te reageren op een prikkel.

1. juist
2. onjuist

De prikkel voor het gezichtszintuig is geluid.

1. juist
2. onjuist

Het heideblauwtje is een vlinder. Als het paringstijd is, dan achtervolgt het mannetje een vrouwtje.
Hij vliegt om haar heen en geeft geurstoffen af.
Dan gaat hij naast haar zitten en paren ze.
Uiteindelijk vliegt het mannetje weg.
Waar is dit een voorbeeld van?

1. Gedragsketen.
2. Motivatie.
3. Prikkel.
4. Respons.

De tijgers willen niet door de brandende hoepel. Maar de trainer weet daar wel iets op. Hij laat ze een tijdje hongeren en beloont het springen door de hoepel met een stuk vlees.
Welke factor is toegenomen door de honger?

1. De impuls.
2. De motivatie.
3. De prikkel.

De tijger ruikt het vlees als hij door de brandende hoepel springt.
Van welke reactie is hier sprake?

1. Van een aangeboren reactie.
2. Van een aangeleerde reactie.
3. Van een gedragsketen.

Jolijn wil haar hond leren om een poot te geven. Als hij een poot gegeven heeft, dan krijgt hij een snoepje. De ouders van Jolijn doen allebei een uitspraak over de hond.
1. Haar vader zegt dat de hond een poot geeft.
2. Haar moeder zegt dat de hond een snoepje wil.
Welke uitspraak is een observatie van het gedrag?

Een kleuter is aan het spelen met autootjes. Hij gooit één van zijn auto’s naar het hoofd van zijn vriendje. Zijn moeder roept boos: “Je mag geen speelgoed naar iemands hoofd gooien!”.
Is de uitspraak van zijn moeder een voorbeeld van een norm of waarde?

Dieren praten met hun lichaam. Dat heet ...

De hond laat zijn tanden zien. Dat is een ...

Een signaal is een prikkel waarop soortgenoten ...

Signaal

lichaamstaal

reageren

00:00

Wat is het respons van de hond bij het horen van de ambulance?

Maak je eigen gedragsketen.
Je hoort de schoolbel en dan?