uitleg dierentuin / B5 gedrag

uitleg dierentuin 
1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 25 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

uitleg dierentuin 

Slide 1 - Diapositive

afspraken / groepjes bespreken 
- afspraken / regels van het boekje bespreken. 
- programma doorspreken 
- groepjes doornemen 

Slide 2 - Diapositive

Noem de 5 zintuigen

Slide 3 - Question ouverte

Hoe heet dit onderdeel in je huid in de rode cirkel
A
tastzintuig
B
haarzakje
C
talgklier
D
haarvat

Slide 4 - Quiz

De huid bestaat uit verschillende onderdelen. In welk deel liggen je zintuigen in de huid?
A
Hoornlaag
B
Kiemlaag
C
Lederhuid
D
Onderhuidse bindweefsel

Slide 5 - Quiz

Welk onderdeel van je huid zorgt ervoor dat je huid/haar een beetje vettig is?
A
Zweetklier
B
Talgklier
C
Porie
D
Onderhuids bindweefsel

Slide 6 - Quiz

Hoe heet het onderdeel in je huid met de rode cirkel
A
bloedvat
B
zweetklier
C
tastzintuig
D
drukzintuig

Slide 7 - Quiz

wat weet je allemaal over gedrag?

Slide 8 - Carte mentale

Wat is gedrag 
Alles wat een mens of dier doet is gedrag. Bijv. kijken, lachen.
Gedrag van mensen en dieren lijken veel op elkaar. 
Mensen en dieren vangen prikkels op uit hun omgeving. Een prikkel kan van alles zijn, geur, geluid of iets wat je proeft. Zintuigen reageren op prikkels. 
De reactie die je geeft op op een prikkel heet de respons. 
Gedrag bestaat uit handelingen die samenhangen. 

Slide 9 - Diapositive

Prikkels.
Je hebt verschillende soorten prikkels. 
- Inwendige prikkel (bijv. door honger)
- Uitwendige prikkels (geur van vers brood)

Veel gedrag van mensen en dieren is aangeleerd. Gedrag kan ook bepaald worden voor erfelijke factoren. (bijv, als baby heb je meteen de zuigreflex)

Slide 10 - Diapositive

aangeboren / aangeleerd gedrag 
Aangeboren gedrag is gedrag wat een jong meteen kan na de geboorte. Bijv. drinken uit de tepel.

Aangeleerd gedrag: dit is gedrag wat mensen en dieren leren. bijv. de kat leert poepen op de kattenbak. 

Slide 11 - Diapositive

Sociaal gedrag 
gedrag van soortgenoten bij elkaar noem je sociaal gedrag. 
Bij sociaal gedrag is een handeling van een dier een prikkel voor een handeling van een soortgenoot. 
Deze prikkel of handeling noem je een signaal.
Signalen gebruik je om met elkaar te communiceren. 

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

wat is een respons

Slide 14 - Question ouverte

wat is het verschil tussen een inwendige prikkel en een uitwendige prikkel

Slide 15 - Question ouverte

De kuikentjes vertonen
A
Aangeleerd gedrag
B
Erfelijk gedrag
C
geen gedrag
D
menselijk gedrag

Slide 16 - Quiz

Het gedrag van een politiehond is:
A
Natuurlijk gedrag
B
Aangeleerd gedrag

Slide 17 - Quiz

Een hond kwispelt als hij een andere hond ziet.
A
Wel gedrag
B
Geen gedrag

Slide 18 - Quiz

Een prikkel kan ervoor zorgen dat er een (reactie) respons komt

A
ja
B
nee

Slide 19 - Quiz

Noem 3 voorbeelden van gedrag

Slide 20 - Question ouverte

Ben jij sociaal? wat heb je dan gedaan?

Slide 21 - Carte mentale

Normen en waarden
Waarden: een opvatting over wat belangrijk is. Bijvoorbeeld: eerlijkheid.
Normen: gedragsregels die gebaseerd zijn op waarden. Bijvoorbeeld: niet stelen, niet liegen, niet spieken.


Slide 22 - Diapositive

Met wie je omgaat, hangt af van waarden en normen.
Wat geven waarden aan?

A
Ze geven aan wat jij belangrijk vindt.
B
Ze geven aan wat jij juist wel of niet doet.
C
Ze geven aan wat je belangrijk vindt en juist wel of niet doet.

Slide 23 - Quiz




Vrijheid is een waarde.
Vrijheid is een waarde.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quiz

exit ticket:
wat is gedrag / wat is een respons

Slide 25 - Question ouverte