3.3 de stad als economisch centrum

• Aardrijkskunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

3.3 De stad als economisch centrum

Planning week 3

1. Bespreken par. 3        Iedereen aanwezig.

2. Toepassing par. 3     Groep 2 en 3 aanwezig. 

                                               Groep 1 zelfstandig. 

3. Toepassing par. 3     Groep 3 aanwezig, opdrachten werkboek

                                               Groep 1 en 2 zelfstandig extra opdracht

Lesdoel:

Waarom zijn steden de motor van de kenniseconomie?

Terugblik par. 2

1. Waarom zijn hoogwaardige voorzieningen belangrijk?
   

• Reikwijdte en verzorgingsgebied worden groter

Voorkennis

Urbanisatie

Suburbanisatie

Re-urbanisatie

Wat betekenen de begrippen?

Wanneer vond dit plaats in Nederland?

De stad als economisch centrum

Belangrijkste productiefactor huidige economie?

• Kennis

• 'Harde' technologische kennis: technische uitvindingen
• 'Zachte' sociale kennis: kennis van het gedrag van mensen

Wat valt je op?

Waarom vind je die kennisbedrijven dicht bij elkaar?

• Profiteren van nabijheid: uitwisseling van goederen, informatie en diensten
  

Zakelijke dienstverlening

Wat is het?

Kan iemand een voorbeeld noemen?

Hoe past dit binnen de kenniseconomie?

Aantrekkingskracht van de stad

Na suburbanisatie, ook van bedrijven, werd de stad weer steeds aantrekkelijker.

-> De creatieve stad

Oorzaken

1. creatieven wonen graag in steden en geven veel geld uit aan stedelijke voorzieningen
2. creatieven creëren een sfeer van succes.

Dit trekt nieuwe bedrijven aan.

De creatieve stad

Hoog aandeel creatieve beroepen

Waarom in die steden?

Niet geheel meetbaar, is ook een sfeer die in de stad hangt.

Drie algemene regels

Duale arbeidsmarkt

kloof tussen hoog en laagopgeleid

Creatieve stad in Nederland?

Nederlandse steden kennen meer creatieve hoeken i.p.v. de gehele stad. 

Verwerkingsopdracht

Werk in tweetallen.

1. Kies een (grote) Nederlandse stad
2. Ga in deze stad op zoek naar het creatieve gebied.
3. Is er überhaupt een creatieve hoek?
   

• Zo ja, waar dan?
• Zo niet, waarom zou deze hier niet te vinden zijn. 

4. Hoe gaat de lokale overheid hier mee om? Wordt de creatieve stad gestimuleerd?

5. Welke voordelen heeft de betreffende stad van de aanwezigheid/het ontbreken van een creatief gebied?

Toepassing

Opdrachten werkboek: 2,4,5,8

Extra verwerkingsopdracht: Opdracht Eeserwold (zie Showbie)

Let op: hier heb je drie weken voor. 

Toepassing

Opdrachten werkboek: 2,4,5,8

Extra verwerkingsopdracht: Opdracht Eeserwold (zie Showbie)

Let op: hier heb je drie weken voor. 

Toepassing

Opdracht 1 t/m 8