Klok kijken en Rekenen met Tijd

Op welke klok is het 10 minuten over half 1?

A
klok 1
B
klok 2
C
klok 3
D
klok 4
1 / 14
suivant
Slide 1: Quiz
WiskundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

Cette leçon contient 14 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Op welke klok is het 10 minuten over half 1?

A
klok 1
B
klok 2
C
klok 3
D
klok 4

Slide 1 - Quiz

Welke digitale klok hoort
bij deze klok?
A
02:10
B
23:10
C
22:10
D
10:50

Slide 2 - Quiz

Digitale klok
Analoge klok
  • Geen wijzers
  • Uren gaan tot 24
  • Minuten gaan tot 60
  • De kleine wijzer geeft de uren aan
  • De grote wijzer geeft minuten aan
  • Een analoge klok gaat maar tot 12 uur

Slide 3 - Diapositive

Een klok met wijzers is een:
A
analoge klok
B
digitale klok
C
atoom klok
D
keukenklok

Slide 4 - Quiz

Op welke klok is het 5 minuten voor 1?

A
klok 1
B
klok 2
C
klok 3
D
klok 4

Slide 5 - Quiz

Welke digitale klok hoort
bij deze klok?
A
02:10
B
23:10
C
22:10
D
10:50

Slide 6 - Quiz

Rekenen met tijd
  • Eén minuut duurt 60 seconden
  • Een uur heeft altijd 60 minuten
  • Eén dag duurt 24 uur

Slide 7 - Diapositive

Isa fietst om 8:00 thuis weg. Ze moet om 8:30 op school zijn. Hoe lang heeft ze de tijd om op school te komen
A
10 minuten
B
20 minuten
C
30 minuten
D
1 uur

Slide 8 - Quiz

Romeo moet om 13:45 bij de tandarts zijn. Hij moet 20 minuten fietsen. Hoe laat moet hij van school weg?
A
13:25
B
13:35
C
13:55
D
14:05

Slide 9 - Quiz

Over het hele uur heen
Hoe reken je over het hele uur heen?
  1. Vul het aantal minuten aan tot 60 (= 1 uur)
  2. Verhoog het aantal uren met 1
  3. Tel de rest van het aantal minuten er bij op

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Bert moet om 14:15 bij het station zijn. Hij vertrekt om 13:35 bij zijn werk. Hoe lang heeft hij de tijd?
A
10 minuten
B
30 minuten
C
40 minuten
D
45 minuten

Slide 12 - Quiz

De voetbalwedstrijd tussen FC Twente en AJAX begint om 14:30. De wedstrijd is afgelopen om 16:18. Hoeveel tijd zit er tussen het begin en het eind van de wedstrijd ?
A
18 minuten
B
48 minuten
C
98 minuten
D
108 minuten

Slide 13 - Quiz

Welk onderdeel vond je het moeilijkst?
A
Klokken
B
Digitale klok
C
Rekenen met tijd

Slide 14 - Quiz