Voorbereiding toets K2

Woensdag 18 Januari
Laatste voorbereidingen in de les.

Je kent de geslachten van het Duits
Je kunt dit toepassen in de opdrachten
Je kent zwakke werkwoorden vervoegen in de duitse taal
Je kent woorden m.b.t. het thema "familie" en het thema "feest"
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Woensdag 18 Januari
Laatste voorbereidingen in de les.

Je kent de geslachten van het Duits
Je kunt dit toepassen in de opdrachten
Je kent zwakke werkwoorden vervoegen in de duitse taal
Je kent woorden m.b.t. het thema "familie" en het thema "feest"

Slide 1 - Diapositive

Heb je goed geleerd voor de toets?
Heb je er vertrouwen in?

Slide 2 - Question ouverte

Welke Duitse lidwoorden zijn er?

Slide 3 - Question ouverte

Hoe herken je een vrouwelijk Duits zelfstandig naamwoord?
(er zijn zeker 4 antwoorden mogelijk)

Slide 4 - Question ouverte

Wat is de vertaling van:

die Cousine

Slide 5 - Question ouverte

Welk lidwoord heeft:

Buch
A
der
B
die
C
das
D
die (mv)

Slide 6 - Quiz

Welke woorden krijgen het lidwoord
"das"

Slide 7 - Question ouverte

Wat is het Duitse woord voor:
feliciteren

Slide 8 - Question ouverte

Direktorin

Mannelijk of vrouwelijk?

Slide 9 - Question ouverte

Geef de vertaling van:
ik ben jarig

Slide 10 - Question ouverte

De vraag is: Hast du Geschwister? Het antwoord is: Ja, ik heb twee zusters.
Geef de juiste vertaling in het Duits.

Slide 11 - Question ouverte

Zelfstandige naamwoorden schrijf je met een hoofdletter
A
ja
B
nee

Slide 12 - Quiz

Welke ezelsbruggetje voor persoonlijke voornaamwoorden ken je in de Duitse taal?

Slide 13 - Question ouverte

Wat is het voltooid deelwoord van:
machen

Slide 14 - Question ouverte

Wat is de juiste vervoeging van "singen" in de zin:
............. Sie gerne das Lied?

A
singt
B
singen
C
singst
D
singe

Slide 15 - Quiz

Wat is de juiste werkwoordsvorm in de zin:
Peter .............. seinen Geburtstag
A
feierst
B
feiere
C
feiert

Slide 16 - Quiz

Peter und Johan, ........ ihr gerne zusammen?

Wat is juist?
A
spielen
B
spielt
C
spielst
D
spiele

Slide 17 - Quiz

Wat is juist geschreven?
A
der direktor
B
das direktor
C
der Direktor

Slide 18 - Quiz

Het Duits woord voor "feliciteren" is
A
wünschen
B
überraschen
C
gratulieren
D
Herzlich Glückwunsch

Slide 19 - Quiz

Wat is de vertaling van:

der Rucksack
A
de slaapzak
B
de handtas
C
de rugzak
D
de terugweg

Slide 20 - Quiz

Het lidwoord "die" wordt bij welke zelfstandige naamwoorden gebruikt?

Slide 21 - Carte mentale

Welk toetsstof moet ik nog meer leren
A
geslachten zelfstandige naamwoorden
B
het vervoegen van werkwoorden
C
de woordenlijst
D
ik ken het!

Slide 22 - Quiz

Hoe nu verder:
Als je nog wil/moet leren: 
- lernen Slim stampen K2 § C 
- lernen Slim stampen K2 § E
- lernen K2 overhoren invul D-N und N-D

Slide 23 - Diapositive