Rekenen met gewichten

rekenen met gewicht
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenBasisschoolGroep 7,8

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

rekenen met gewicht

Slide 1 - Diapositive

Is er iets moeilijk?
Vraag de juf, ze zit er klaar voor om je uitleg te geven!!

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Hoeveel pond gaat er in een kilo
A
10
B
2
C
5
D
20

Slide 4 - Quiz

Hoeveel weegt een pond?
A
100 gram
B
1000 gram
C
200 gram
D
500 gram

Slide 5 - Quiz

Uitleg:
1 kilo= 1000 gram
1 pond= 500 gram
1 ons= 100 gram

Slide 6 - Diapositive

Hoeveel ons gaat er in een kilo
A
2
B
10
C
6
D
100

Slide 7 - Quiz

Hoeveel weegt een ons?
A
100 gram
B
150 gram
C
1000 gram
D
250 gram

Slide 8 - Quiz

Uitleg:
1 kilo= 1000 gram
1 pond= 500 gram
1 ons= 100 gram

Slide 9 - Diapositive

Hoeveel gram is 4 pond?
A
200 gram
B
250 gram
C
2000 gram
D
10000 gram

Slide 10 - Quiz

Hoeveel ons gaat er in 1 pond?
A
8
B
5
C
7
D
4

Slide 11 - Quiz

Uitleg:
1 kilo= 1000 gram
1 pond= 500 gram
1 ons= 100 gram

Slide 12 - Diapositive

10 pond =....... kg
A
5
B
6
C
50
D
2,5

Slide 13 - Quiz

Uitleg: omrekenen

voorbeeldsom: 100 gram is hoeveel decigram? 100g= .....dg?
op de trap (volgende blz.) vul je 100 gram in. 
dg is een trede lager, wanneer je naar beneden gaat op de trap
is het antwoord x 10. 
100 x 10 = 1000                  Het antwoord is 1000 dg.

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Diapositive

100 gram = ......... dg (decigram)
A
100
B
1000
C
10
D
1

Slide 16 - Quiz

5 ons = ........ pond
A
2
B
4
C
5
D
1

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

30 gram = ......cg? (centigram)
A
30
B
300
C
3000
D
3

Slide 19 - Quiz

Uitleg:

30 gram, we moeten twee treden van de trap naar beneden naar cg (centigram
Dus eerst naar dg(decigram) (naar beneden is x 10) 
30 x 10 = 300 dg      maar we moeten nog een trede naar beneden.   300 x 10= 3000 centigram.

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive