5.1 Van rond naar rond

5.1 Van rond naar rond
Hoe worden draaiende bewegingen gemaakt?
Waarmee wordt de snelheid geregeld?
1 / 27
suivant
Slide 1: Diapositive
Nask / TechniekMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 27 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

5.1 Van rond naar rond
Hoe worden draaiende bewegingen gemaakt?
Waarmee wordt de snelheid geregeld?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Doelen deze les
  • Ik kan in eigen woorden de transmissie in verschillende attracties uitleggen. Denk bijvoorbeeld aan een draaimolen. 
  • Ik kan de verschillen tussen een kettingoverbrenging en een snaaroverbrenging uitleggen. 
  • Ik weet het verschil tussen een directe en indirecte overbrenging.  
  • Ik kan de overbrengingsverhouding berekenen.  
  • Ik kan in eigen woorden uitleggen waarom bij een tandwielaandrijving een overbrengingsverhouding zo belangrijk is voor een versnelling en vertraging. 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Anita maakt een draaimolen. Maar de draaimolen draait veel te snel. De mensen slingeren eruit!
Wat moet Antia veranderen aan de tandwielen?
A
Ze vervangen door kleinere.
B
Alleen het aandrijfwelen vervangen door een kleiner tandwiel.
C
Alleen het volgwiel vervangen door een groter tandwiel.
D
Ze vervangen door grotere

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke attractie ken jij die ook een draaiende beweging maken?

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Een krachtbron zorgt voor de aandrijving

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Directe overbrenging 
  • Tandwielen raken elkaar
  • Tandwielen draaien in verschillende richting
  • Tandwielen zitten op verschillende assen
Een ander woord voor overbrengen = transmissie

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Indirecte transmissie

Kan voorkomen op 2 manieren. 
  • Kettingoverbrenging
  • Snaaroverbrenging
transmissie is hetzelfde als de overbrening (vorige slide).

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Kettingoverbrenging
 Kettingwielen :
  • (1) aandrijfwiel
  • (2) volgwiel

Tandwielen draaien
in dezelfde richting

De uitsteeksels passen precies in de schakels van de ketting

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Snaaroverbrenging


  • Goedkoper dan ketting
  • Minder lawaai

  • Mindere sterk
  • Kunnen slippen
Platenspeler:

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

V-snaar
Slipt 

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Tandriemaandrijving
  • Goedkoop
  • Weinig lawaai
  • Slipt niet snel

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Zit er een overbrenging in de grasmaaier?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Dit is een....?
A
Directe overbrenging
B
Indirecte overbrenging

Slide 13 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Als de overbrenging door een snaar, riem of ketting wordt overgebracht, spreek je van een
A
Indirecte overbrenging
B
directe overbrenging
C
aandrijfwiel en volgwiel
D
Translatie en rotatie

Slide 14 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Versnellen en vertragen

Slide 16 - Diapositive

Vragen naar volgwiel en aandrijfwiel. 

Versnelt hij dan of vertraagt hij dan? 

Groot aandrijfwiel: versnel
Kost meer kracht
Hij gaat 3 keer zo snel
Als het aandrijfwiel 1 keer ronddraait, draait het volgwiel drie keer rond.
Versnellen en vertragen

Slide 17 - Diapositive

Vragen naar volgwiel en aandrijfwiel. 

Versnelt hij dan of vertraagt hij dan? 

Groot aandrijfwiel: versnel
Kost meer kracht
Hij gaat 3 keer zo snel
Als het aandrijfwiel 1 keer ronddraait, draait het volgwiel drie keer rond.
Toerental
Aantal omwenteling per minuut: rpm
Op een fiets met versnellingen kun je het toerental wijzigen

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overbrengverhouding
Hoe vaak 
Geeft aan hoeveel keer het vervolgwiel draait, wanneer aandrijfwiel 1 volle omwenteling maakt.

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Overbrengverhouding
Hoeveel keer draait het volgwiel rond als het aandrijfwiel 1 keer ronddraait?

Aantal tandjes van het aandrijfwiel / Aantal tandjes van het volgwiel 



Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de overbrengings-
verhouding?
Aandrijfwiel
Volg
wiel
A
1:2
B
2:1
C
2
D
800

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In deze overbrenging heb je een
Aandrijfwiel
Volg
wiel
A
versnelling
B
vertraging

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de overbrengings-
verhouding?
Aandrijfwiel
Volg
wiel
A
1:3
B
3:1
C
3
D
300

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

In deze overbrenging heb je een
Aandrijfwiel
Volg
wiel
A
versnelling
B
vertraging

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Anita maakt een draaimolen. Maar de draaimolen draait veel te snel. De mensen slingeren eruit!
Wat moet Anita veranderen aan de tandwielen?
A
Ze vervangen door kleinere.
B
Alleen het aandrijfwelen vervangen door een kleiner tandwiel.
C
Alleen het volgwiel vervangen door een groter tandwiel.
D
Ze vervangen door grotere

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 26 - Lien

Cet élément n'a pas d'instructions

Maken
WB
19
BLZ 52  
Huiswerk maken 5.1

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions