Spelling 2m blok 4 en 5 les 2

Spelling 
en lezen in je leesboek
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Spelling 
en lezen in je leesboek

Slide 1 - Diapositive

Samenstellingen
Twee bestaande woorden samenvoegen tot een nieuw woord, bijvoorbeeld:
telefoon + hoesje = telefoonhoesje
kat + bak = kattenbak

Slide 2 - Diapositive

Samenstellingen
fiets + rek = fietsenrek

Soms een 'e' of 'en' ertussen, maar soms ook niet.
Je kijkt naar de delen van de samenstelling.
zon + bril = zonnebril (eerste deel uniek)
rijst + pap = rijstepap (eerste deel geen meervoud)
reus + goed = reuzegoed (eerste deel versterkend)
bul + bak = bullebak (uitdrukking die je niet meer los gebruikt)

Slide 3 - Diapositive

Samenstellingen
Heeft het eerste deel een meervoud op 'en'? Dan in de samenstelling ook 'en'! 

Heeft het eerste deel twee meervouden? Dan alleen een 'e'! Bijvoorbeeld groenten/groentes = groentesoep.

Je schrijf een 's' als die die hoort! Hoor je het niet? Vervang het woord dan!
dorp + straat / dorp + plein

Slide 4 - Diapositive

Hoe schrijf je de samenstelling 'zon + bril' en waarom?

Slide 5 - Question ouverte

Samentrekking
Een deel weglaten

kinderkleding en kinderschoenen
kinderkleding en -schoenen

oude kaas en jonge kaas
oude en jonge kaas

Slide 6 - Diapositive

Welke samentrekking kun je maken van 'zomervakantie en herfstvakantie'?

Slide 7 - Question ouverte

Directe en indirecte rede
Indirecte rede > niet letterlijk
Anna vertelde dat ze op vakantie gaat.

Directe rede > letterlijk
Anna zei: 'Ik ga op vakantie'. 

Slide 8 - Diapositive

Maak van de indirecte rede een directe rede.
Lisa zegt dat ze moe is.

Slide 9 - Question ouverte

Apostrof
Een apostrof (') gebruik je om uitspraakproblemen te voorkomen. 

  • meervoud van znw op a/i/o/u/y > auto's
  • verkleinwoorden van letters, cijfers, afkortingen en woorden op y > pony'tje, A4'tje

Slide 10 - Diapositive

Apostrof
Een apostrof (') gebruik je om uitspraakproblemen te voorkomen. 

  • bezitsvorm znw (en sisklank!) > opa's tafel, Maurice' auto
  • achtervoegsels van afkortingen > sms'en 
  • weggelaten letters > jus d'orange (jus de orange)

Slide 11 - Diapositive

De appel is van Ties. Het is .... appel.

Slide 12 - Question ouverte

Aan de slag!
Op Niveau Online

Blok 4 > Spelling > opdracht 6 en 7
Bijspijkeren > Spelling > opdrachten > 4.10 Samentrekking > opdracht 2 en 3

Slide 13 - Diapositive